/3, Kelklobben bladachtig, gezaagd, teruggeslagen.
11. Benincasa. Bloemen éénhuizig. Helmbindsel voorbij de helm-
hokjes niet verlengd. Stuifmeel gestekeld. Rudimentaire stamper
kliervormig. Ranken 2—3-spletig.
II. Bloemkroon blokvormig, tot het midden of een weinig daaronder
5-lobbig. Helmknoppen samenhangend. Rudimentaire stampers
ontbrekend.
12. Coccinia. Bloemen tweehuizig, zelden éénhuizig. Helm-
draden vergroeid. Stuifmeel glad. Stempel 1, 3-lobbig. Ranken
enkelvoudig, zelden 2-spletig.
13. CuctjRBiTA. Bloemen éénhuizig. Helmdraden vrij. Stuifmeel
gestekeld. Stempels 2—5, 2-lobbig. Ranken 2—oo -spletig.
B. Helmhokjes recht of gekromd, niet bochtig.
14. Melothria. Bloemen één-, zelden tweehuizig. Helmdraden
vrij, in de kelkbuis ingeplant. Kogel- of ringvormige, zelden
3-lobbige rudimentaire stamper. Stijl door eene ring- of napvormige
schijf omgeven. Staminodiën -3. Ranken enkelvoudig,
zelden 2-spletig.
15. Muellerargia. Bloemen éénhuizig. Helmknoppen zittend,
in het midden van de kelkbuis. Rudimentaire stamper ontbre-'
kend. Stijl niet door eene schijf omgeven. Staminodiën ontbrekend.
Ranken enkelvoudig.
16. Cerasiocarpum. Bloemen éénhuizig. Helmdraden zeer
kort, vrij, in de keel van den kelk ingeplant. Rudimentaire
stamper ontbrekend. Stijl niet door eene schijf omgeven. Staminodiën
ontbrekend. Ranken enkelvoudig.
Series II. ORTHOSPERMEAE. Eitjes opgericht of klimmend, zelden
horizontaal.
Tribus II. G y n o s t e m m e a e . Meeldraden 3—5 ; helmdraden
vrij of vergroeid. Eierstok 3-hokkig; eitjes 1—2 in elk hokje, hangend.
17. Gynostemma. Bloemen twee- of éénhuizig. Meeldraden 5,
met korte helmdraden, op den bodem van den,kelk ingeplant!
Helmhokjes recht. Geen rudimentaire stamper en geen staminodiën.
Ranken 2-spletig, zelden enkelvoudig.
Tribus III. .Z a n o n i e a e . Meeldraden 5, met vrije helmdraden.
Eierstok 3-hokkig of door het verdwijnen der tusschenschotteh 1-
hokkig; eitjes hangend, aan 3 dikke, wandstandige zaadlijsten, in 2 rijen
vastgehecht. Vrucht 1-hokkig, kogelvormig cilindrisch of 3-zijdig met
eene wijde, 3-spletige opening aan den top. Zaden gevleugeld.
18. Zanonia. Kelklobben 3. Zaden door een grooten vleugel
geheel omgeven.
19. Alsomitra. Kelklobben 5. Zaden alleen aan den top gevleugeld.
1. H O D G SO N IA Hook. f. et Thoms.
Bloemen tweehuizig. Mannelijke bloemen: Kelkbuis
lang, d u n ; zoom schotelvormig, 5-zijdig, met teruggeslagen
kanten, die eene klier aan de achterzijde ver-
toonen. Bloemkroon radvormig, 5-deelig, met omgekeerde,
wigvormige, afgeknotte, draadvormige en zeer lange,
gewonden, rankvormige franjes dragende segmenten.
Meeldraden 3, onder de keel van den kelk ingeplant,
met zeer kleine, vrije helmdraden; helmknoppen tot een
hoofdje vergroeid, met dubbel gevouwen, lijnvormige
hokjes en een smal, niet voorbij de hokjes verlengd helmbindsel.
Rudimentaire stampers 3, draadvormig. Vrouwelijke
bloemen: Kelk en bloemkroon als van de mannelijke.
Staminodiën ontbrekend. Eierstok kogelvormig,
1-hokkig, met wratjes bezet; stijl zuil vormig, met knods-
vormigen, drielobbigen stempel en aan den top gespleten
lobben; eitjes 12, horizontaal, twee aan twee verbonden
en vastgehecht aan wandstandige zaadlijsten. Grroote ,
kogelvormige, van boven afgeplatte, 12 voren dragende
besvrueht, gevuld met een hard vruchtmoes. Zaden 6—12,
groot, langwerpig, paarswijze vergroeid, het eene klein
en meestal niet tot ontwikkeling komende, het andere
ontwikkeld; zaadhuid houtachtig, met dieper liggende aderen
en met eene dikke, vleezige binnenlaag; zaadlobben plat.
Groote, hoogklimmende heesters. Bladeren lederachtig,
blijvend, handlobbig, met gaafrandige lobben; bladsteel
aan ééne zijde der basis met eene steunbladvormige klier.
Ranken 2—5-spletig. Bloemen groot, in het oog vallend,
witachtig geel, de mannelijke in trossen met schutbladen,
de vrouwelijke alleenstaand.
Eéne soort, Hodgs. macrocarpa Cogn., in Engelsch eft Nederlandsch
Indië voorkomende. Bij de oudere schrijvers werd zij tot het geslacht
Trichosanthes L. gebracht, (TV. macrocarpa BI., Tr. hexa-
sperma BI., Tr. heteroclita BI., Tr. grandifloraWall., Tr. Kadam
Miq.). De auteurs van het geslacht Hodgsonia gaven aan deze soort
den naam van Hodgs. heteroclita Hook. f. et Th., waaronder zij
ook in Hooker’s Flora of Br. Ind. II, p. 606 voorkomt.
2. T R IC H O SA N TH E S L.
Bloemen één- of tweehuizig. Mannelijke bloemen: Kelkbuis
lang, cilindrisch, onder den zoom dikwijls klokvormig