7. K U R R IM IA Wall.
Kelk 5-spletig, met teruggeslagen slippen. Bloembladen
5 , onder den schijfrand ingehecbt, uitstaande-teruggesla-
gen. Meeldraden 5, naast de bloembladen ingeplant; helm-
draden kort, priemvormig; helmknoppen tweelobbig.
Schijf vleezig, 5-lobbig. Eierstok kogelvormig, in de schijf
weggedoken, vrij, aan de basis onbehaard, aan den top
wolachtig; stijlen 2, draadvormig, bij den bloei gewrongen
, met kleine, knopvormige stempels; eitjes 2, aan
de basis van het hokje, opgericht. Doosvrucht 1—2-hok-
kig, rolrond, bruin, lederachtig, niet of ten slotte 1 - 2 -
kleppig openspringend, 1—2-zadig, met een vliezig tus-
schenschot. Zaden lijnvormig-langwerpig, opgericht, in
een vliezigen, witten of roodachtigen zaadrok besloten,
met eene gladde, glanzige, lederachtige zaadhuid en een
rjjk, vleezig kiemwit; kiem asstandig, platgedrukt, met
lijnvormig-langwerpige, vliezige, dunne zaadlobben en een
lang, naar onderen gericht kiemworteltje.
Onbehaarde hoornen, wier twijgen aan de toppen met
afvallende steunblaadjes bedekt zijn. Bladeren afwisselend,
aan de toppen der takken staande, gesteeld, lederachtig,
gaafrandig, glanzend, vinnervig, door dwarse nerven gestreept.
Steunblaadjes afvallend. Bloemen kort gesteeld,
klein en geel, in okselstandige, enkelvoudige of tot pluimen
vereenigde aren of trossen.
Aantal soorten 5, in tropisch Azië, waarvan waarschijnlijk 3 in
Nederlandsch Indië aangetroffen worden. Lawson in Hook. Fl. of
Brit. Ind. I , p. 622 verklaart toch Miquel’s geslacht Nothocnestfs,
door dezen tot de Connaraceae gerekend, een synoniem van Kur-
rimia (N. Sumatrana Miq.. = K. pulcherrima Wall.) en evenzoo
Pyrospermum Miq., door den auteur bij de Sterculiaceae gebracht
(P. Calophyllum Mig. = K. paniculata Wall.). Eene derde soort,
K. Mainga/yi Lcuws., werd te Singapore gevonden en is dus misschien
ook op Sumatra inheemsch.
8. O A EY O S P E RM UM BI.
Kelk napvormig, 5-spletig, open in den knop. Bloembladen
5, 3-hoekig, teruggebogen, van binnen gekield,
in den knop klepswijze aaneensluitend. Meeldraden 5, op
den rand der schijf ingeplant; helmknoppen min of meer
bolvormig. Schijf dik, bochtig-gelobd. Eierstok half in
de schijf weggedoken, niet hiermede versmolten, 3—4-
hokkig; stempel nagenoeg zittend, onduidelijk 3—4-lob-
big; één opgericht eitje in elk hokje. Bes kogelvormig,
klein, 2—4-hokkig, 2—4-zadig. _ Zaad opgericht, nagenoeg
rond, zonder zaadrok; zaadhuid dik, korstachtig, van
buiten vleezig; kiem onbekend.
Heesters met onbehaarde, gesteelde, min of meer
lederachtige, eivormig-langwerpige, toegespitste, gezaagde,
afwisselende bladeren. Steunblaadjes klein, afvallend.
Bloemen klein, in korte, okselstandige bijschermen.
Aantal soorten 2, op Amhoina en Java, C. Moluccanum BI.
en C. serrulatum Miq.
8. ELAEODENDRON Jacq.
Bloemen soms gemengdslachtig. Kelk 4—5-deelig.
Bloembladen 4—5, uitgespreid. Meeldraden 4—5, onder
den rand van de schijf ingehecht, met korte, priemvor-
mige helmdraden; helmknoppen min of meer bolvormig.
Schijf dik, uitgespreid met 4—5 inhammen, kanten of
lobben. Eierstok pyramidevormig, met de schijf versmolten,
vaak 3-kantig, 3-hokkig, zelden 2—5-hokkig; stjjl
zeer kort, met een 2—5-lobbigen stempel; eitjes 2 in
elk hokje, van de basis opgericht. Steenvrucht droog of
sappig; kern met 1—3 hokjes, welke 1, zelden 2, zaden
bevatten. Zaden opgericht, zonder zaadrok; zaadhuid
vliezig of sponsachtig, met een rijk, vleezig kiemwit;
zaadlobben plat.
Heesters en kleine boomen, meestal onbehaard, met
rolronde of kantige takken. Bladeren tegenovergesteld en
afwisselend, gesteeld, gaafrandig of gekarteld, lederachtig,
meerendeels altijd groen blijvend. Steunblaadjes klein,
afvallend. Bloemen klein, meestal wit of groenachtig, in
langere of kortere, okselstandige bij schermen of in bundels.
Aantal soorten omstreeks 30, door de tropische gewesten verspreid,
in groot aantal aan de Kaap de Goede Hoop en in Indië,
zeldzamer in Australië, de Mascarenen en West Indië, hoogst
zeldzaam in Zuid Amerika. Voor Nederlandsch Indië worden opgenoemd
E. glaucum Pers. en E. ellipticum Decne.
9. HIPPOCRATEA L.
Kelk klein, 5-deelig. Bloembladen 5, uitgespreid,
grooter dan de kelk, in den knop klepswijze aaneenslui