XL. Sabiaeeae . .
XLI. Anacardiaceae .
XLII. Moringaceae
XLIII. Connaraceae .
XLIV. Leguminosae .
XLY. Rosaeeae. . .
XLYI. Saxifragaceae .
XLYII. Crassulaeeae .
XLYIII. Droseraceae
XLIX. Hamamelidaceae
L. Haloragidaceae
LI. Rhizophoraeeae.
Lil. Combretaceae.
LUI. Myrtaceae . .
LIY. Melastomaeeae .
LY. Lythraceae . .
LYI. Onagraceae . .
LYII. Samydaceae. .
LYIII. Turneraceae. .
LIX. Passifloraceae .
LX. Cucurbitaceae .
LXI. Begoniaceae. .
LXII. Datiscaceae . .
LXIII. Aizoaceae
(Ficoideae) 603
LXIV. ümbelliferae . . 608
LXY. Araliaceae. . . 625
LXYI. Cornaceae . . . 651
11. Tweede aanvulling en
verbeteringen van
bet Eerste Deel,
Eerste Stuk . . . 657
12. Aanvulling der Litteratuur
van bet
Eerste Deel, Eerste
S t u k ....................676
13. Aanvulling en verbeteringen
van
bet Eerste Deel,
Tweede Stuk . . 677
14. Aanvulling der Litteratuur
van bet
Eerste Deel,Tweede
Stuk . . . . . 682
Index . . . . . . . 683
pag.
288
291
311
313
321
419
437
446
449
451
457
463
473
481
500
538
556
561
565
567
574
597
600
VOORWOORD.
Op verzoek van den schrijver nemen deze weinige woorden
eene plaats in aan het hoofd zijner Ha n d l e i d i n g .
Aan den wensch van mijn vriend Dr. J. Gr. Boerlage
gehoor gevend, mag ik daarmede geenszins bedoelen een
„aanbevelend” woord te schrijven. Dé naam van den
samensteller dér Ha n d l e i d i n g geeft een zoo afdoenden
waarborg voor de degelijkheid van zijn werk, dat elke
aanbeveling van mijne zijde geheel overbodig en zelfs
aanmatigend zoude mogen heeten.
Het eenige wat ik met deze enkele regelen beoog, is, uit
den aard van mijn werkkring in twee opzichten te wijzen
op de beteekenis welke aan deze Ha n d l e i d i n g tot de
k è n n i s d e r F l o r a v a n Ne d e r l a n d s c h I n d i ë
toekomt.
De groote waarde van een hoek als dit voor alle
kruidkundigen, korter of langer tijd in Nederlandsch Indië
verblijf houdend, behoeft geen betoog. Minder algemeen
bekend is het wellicht in het moederland, dat niet
weinige belangstellenden, in onze kolonie zich bevindend,
de verschijning van een werk als deze Ha n d l e i d i n g
met vreugde zullen begroeten. Dat dit het geval zal zijn,
kan door mij stellig worden verzekerd, op grond van
herhaalde aanvragen bij ’s Lands Plantentuin alhier ingekomen.
Yele onder de geneeskundigen, apothekers, houtvesters,
administrateurs en geëmployeerden op landelijke ondernemingen,
en zeker ook onder de ambtenaren bij het