Tribus II. Dillenieae. Helmdraden niet naar boven verdikt,
helmknoppen lijnvormig of langwerpig met evenwijdige, aan elkander
liggende hokjes. Bladeren groot, evenwijdig, vinnervig of vinspletig.
3. Acrotrema. Stampers 3. Stengellooze kruiden, groote wortel-
bladeren.
4. WORMIA. Stampers 5—20. Boomen of heesters, zaden met
zaadrok.
5. Dillenia. Stampers 5—20. Boomen, zaden zonder zaadrok,
naakt of in vruchtmoes.
1. DELIMA L.
Bloemen tweeslachtig, wit. Kelkbladen 5. Bloembladen
2—5. Meeldraden talrijk. Helmdraden naar boven verbreed
, belmhokjes klein, ver uiteenwijkende. Stamper 1,
nagenoeg bolvormig, in een priemvormigen stijl vernauwd;
eitjes 2—8, opstijgend. Kokervrucht eivormig, 1-zadig.
Zaad met een napvormigen, getanden zaadrok.
Houtachtige klimplant. Bladeren zeer ruw, evenwijdig-
nervig. Bloemen talrijk in eindelingsche pluimen.
Eéne soort van Ceylon tot de Phillippijnsche eilanden voorkomende,
D, sarmentosa L. Door Baillon en ook door Martelli
wordt deze soort tot het geslacht Tetracera gebracht.
2. TETRACERA L.
Bloemen tweeslachtig of gedeeltijk éénslachtig. Kelkbladen
4—6, uitgespreid. Bloembladen 4—6. Meeldraden
talrijk, helmdraden naar boven verbreed, helmhokjes
uiteenstaande. Stampers 8—5. Eitjes talrijk, 2-rijig.
Kokervrucbten lederachtig glanzend. Zaden 1—5, met
een gewimperden of getanden zaadrok.
Klimmende heesters, zelden boomen, onbehaard, zelden
ruw of zachtbarig. Bladeren evenwijdig-nervig. Losse,
eindelingsche pluimen, zelden in de oksels der bovenste
bladeren, meestal veelbloemig.
Omstreeks 24 soorten, in de tropische streken der beide halfronden,
één in Zuid-Caledonië. Hiertoe wordt ook gebracht Deli-
mopsis Miq., eene soort van Java welke van de andere afwijkt door
het bezit van slechts één stamper en door de ruigharigheid der ge-
heele plant. Door Miquel worden, behalve deze, 40 soorten van het
geslacht Tetracera opgenoemd, welke in den Maleisehen Archipel
zijn aangetroffen. Behalve Delima sarmentosa L . , welke door Martelli
ook tot het geslacht wordt gerekend, noemt deze nog 7
gedeeltelijk nieuwe soorten op, door Beccari. 'in Nederlandsch Indië
waargenomen.
3. A C R O TR EM A Jack.'
Bloemen tweeslachtig. Kelkbladen 5. Bloembladen 5.
Meeldraden 15—20, in 3 bundels, welke met de stampers
afwisselen. Helmdraden draadvormig; helmknoppen
opgericht, hokjes van het midden tot den top uiteen-
wijkend. Stampers 3, een weinig in de as samenhangend;
stijlen priemvormig, omgebogen; eitjes 2 of meer. Kokervrucbten
3, die onregelmatig openspringen. Zaad met een
vliezigen zaadrok. Zaadhuid bros, gevlekt.
Stengellooze, overblijvende kruiden met horizontale houtachtige
wortelstokken. Bladeren groot, klierachtig behaard,
gaafrandig, getand, vinlobbig of vindeehg. Bladstelen
door scheedevormige, afvallende, dakpanswijze dekkende
steunblaadjes gevleugeld. Bloemschacbt gewoonlijk kort,
okselstandig met vliezige schubben bekleed, de gele bloemen
in korte trossen dragende.
Omstreeks 12 Indische soorten, hoofdzakelijk van Ceylon.
Dit geslacht is tot dusverre niet in den Maleisehen Archipe
aangetroffen. Daar echter A. costatum Jack zich ^ 'g e ^ HoOKER
en Thomson in Hooker Fl. of Brit. Ind verspreidt van Moul-
mein tot Singapore, is het niet onwaarschijnlijk dat de plant
ook op Sumatra gevonden wordt.
4. W O RM IA Rottb.
Bloemen tweeslachtig. Kelkbaden 5. Bloembladen 5.
Meeldraden o o , in verscheidene rijen, bijna vrij; helmknoppen
lijnvormig, opgericht, aan den top openende door
2 poriën. Stampers 5—10, ternauwernood in de as samenhangende;
eitjes talrijk. Al of niet openspringende, 3- of
meerzadigekokervruchten. Zaden met een vleezigen zaadrok.
Boomen, soms zeer hoog. Bladeren groot, evenwpdig
vinnervig; bladstelen meestal met afvallende, steunblad-
aebtige vleugels. Bloemen groot, in zijdebngsebe trossen
of pluimen.
Aantal soorten 9, in de Mascarénen, in Australië en tropisch
Azië voorkomende. Volgens Miquel komen 6 soorten voor in den
Maleisehen Archipel. Eén der soorten werd door Blume onderden
naam Capellia beschreven. Door Martelli wordt het geslacht
Wormia met Dillenia vereenigd. Volgens dezen schrijver komen
in Nederlandsch Indië en het naburige Malakka 9 soorten voor,
onder den naam Wormia beschreven, terwijl een tiental nieuwe
soorten, door hem onder den naam DiKema beschreven, als Wormia s
beschouwd moeten worden, wanneer men de geslachten scheidt,