de basis vergroeid, onbehaard; helmknoppen aan de rugzijde,
zelden zijdelings vastgehecht, in de lengte openbarstend.
Eierstok vrij , uit 2—5 vruchtbladen bestaande,
meestal 2—5-lobbig; eitjes 2 in elk hokje (zelden 1 ),
anatroop, boven het midden of aan den top van het
hokje in den binnenhoek vastgehecht, meestal hangend,
zelden klimmend; poortje naar boven gericht; zaadnerf
buikstandig; stijl meestal kort, eindelingsch of zijdelings
ch ; stempel onverdeeld of 2—5-lobbig. Met openspringende
steenvrucht met 2— 5 vrije of vergroeide
kernen, zelden openspringend en min of meer op eene
doosvrucht gelijkend. Zaad 1, hangend; zaadhuid vliezig;
kiemwit ontbrekend; zaadlobben meestal vliezig en ineengedraaid
en gevouwen, zelden vleezig en plat-bol; kiem-
worteltje naar boven gericht.
Gomharsen bevattende boomen of heesters. Bladeren
afwisselend, onevengevind of drietallig, zelden éénbladig
of enkelvoudig, zonder steunblaadjes. Bloemen klein, in
eindelingsche of okselstandige trossen of pluimen.
Aantal geslachten 13 en soorten 257, volgens Engler in De
Cand. Monogr. Phaner. IV, p. 1. Door Miquel, hij wien de familie
den naam droeg van Amyrideae, werd h ierto e ook h e t geslacht
Nothoprotium Miq. g e b ra c h t, d a t volgens Engler een synoniem is
van Pentaspadon Hook. f. en to t de Anacardiaceaè behoort en
vervolgens h e t g e slacht Erythrostigma 1Jassk., d a t door Bentham-
en Hooker to t h e t g eslacht Connarus L. onder de Connaraceae
_ wordt gerekend.
OVERZICHT DER GESLACHTEN.
A. Bloembladen aanwezig. Meeldraden 6 , 8 of 1 0 , zelden 3.
f Steenvrucht S-vleugelig, met 3 kleppen openbarstencL
1. Triomma. Kelk 5-spletig. Bloembladen 5 , in den knop
dakpanswijze dekkend. S teenkernen 2—3 , onderling v rij, v a stg
eh e ch t a an de gevleugelde as.
+ t Steenvrucht ongevleugeld en niet met kleppen-openbarstend.
§ Schijf hol, de kelkbuis bekleedend. Bloembladen en meeldraden
op den rand van de schijf ingeplant.
2. Garuga. Kelk 5-deelig. Bloembladen 5, in den knop
gevouwen en klepswijze aaneensluitend. S te en v ru ch t m e t 1—5
vrije kernen.
§§ Schijf meestal niet hol, maar plat, o f sch o telrin g -o f steelvormig:
Bloembladen buiten de schijf, meeldraden meestal bulten de
schijf, doch soms binnen of aan den rand daarvan ingeplant.
3. Protium. Kelk 4—5-lobbig of -tandig. Bloembladen 4—5 ,
in den knop gevouwen-klepswijze aaneensluitend. Ste en v ru ch t
m e t 4—5 , door mislukking 1—3 , vrije kernen.
4. Canarium. Kelk 3 - , zelden 5-lobbig. Bloembladen 3 ,
zelden 5 , in den knop klepswijze aaneensluitend. Ste en v ru ch t
eivormig of langwerpig-eivormig m et een eindelingsch stijllitte e -
ken en eene 3-hokkige kern, w aarvan 2 hokjes klein en ledig zijn.
5. Santiria. Kelk 3-lobbig. Bloembladen in den knop klepswijze
a an eensluitend, zelden een weinig dakpanswijze dekkend.
S te en v ru ch t k o rt eivormig of nagenoeg kogelvormig, m e t een
ex c en trisch , meestal nabij de basis gep la a tst stijllitte ek en en
.eene 3-hokkige k e rn , waarvan 2 hokjes klein en ledig zijn.
B. Bloembladen ontbrekend. Meeldraden 5.
6. Ganophyllum. Kelk 5-spletig. S te en v ru ch t ellipsvormig,
m e t een eindelingsch stijloverblijfsel en eene 2-hokkige k e rn ,
waarvan 1 hokje klein en ledig is.
4. T R IO M M A Hook. f.
Bloemen tweeslachtig. Kelk 5-tandig. Bloembladen 5,
klein, in den knop dakpanswijze dekkend. Meeldraden
10, aan de basis van de 5-lobbige schijf ingeplant. Eierstok
1 3-zijdig, 2—3-hokkig; stempel dik, min of meer
3-lobbig; stijl kort; eitjes 2 in elk hokje. Yrucht vleezig,
6—7 cM. lang, ei-hartvormig en met drie dikke vleugels
aan den omtrek, met 3 kleppen openspringend; steenkernen
3 , hard en houtachtig, vastgehecht aan de 3-
vleugelige a s , later hiervan loslatend. Zaad onbekend.
Boom met stevige, viltachtig behaarde takken. Bladeren
afwisselend, onevengevind; blaadjes tegenovergesteld,
gesteeld, min of meer lederachtig, onbehaard.
Eéne soort, in Malakka voorkomende, T. Malaccensis Hook. f . ,
volgens de la te re schrijvers dezelfde, die? door Miquel als eene
Arytera, (A . macrocarpa Miq.), onder de Sapindaceae van S um a tra
was opgenoemd.
2. G A R U G A Boxb.
Bloemen gemengdslachtig. Kelk klokvormig, 5-spletig,
van binnen door de sterk ontwikkelde schijf bekleed;
kelkslippen in den knop klepswijze aaneensluitend. Bloembladen
5 , op de kelkbuis ingeplant, in den knop ineen-
gevouwen-klepswijze aaneensluitend, ten slotte uitgespreid
en teruggeslagen. Meeldraden 10, gelijk van grootte, aan
den rand van de schijf in de kelkbuis ingeplant; helm