en eene dikke, lederachtige binnenlaag, met schotten tus-
schen de zaden. Zaden omgekeerd ei- of cirkelvormig,
samengedrukt, met eene dikke zaadhuid; kiemwit ontbrekend;
zaadlobben vrij dik; kiemworteltje kort, recht,
tusschen de zaadlobben ingesloten.
Ongedoornde boom. Bladeren evengevind, met kleine
blaadjes, in vele jukken. Steunblaadjes klein, spoedig afvallend.
Greelachtigej rood gevlekte bloemen, in trossen
aan de toppen der takken. Schutbladen en schutblaadjes
eivormig-langwerpig, gekleurd, spoedig afvallend.
Eéne soort, T. Indiea L., in alle. tropische gewesten gekweekt,
waarschijnlijk van tropisch Afrika afkomstig.
81. TRACHY LO BIUM Hayne.
Schijfdragende kelkbuis smal tolvormig; kelkslippen 4,
in den knop sterk dakpanswijze dekkend. Bloembladen 5,
waarvan nu eens de 3 bovenste genageld, min of meer
cirkelvormig en aan elkander gelijk zijn, terwijl de 2
onderste klein en scbubvormig zijn, dan weder alle genageld
en onderling gelijk zijn en elkander in den knop
dakpanswijze dekken, waarbij het hoogste binnen is gelegen.
Meeldraden 10, vrij; belmdraden aan de basis
met weinige lange baren; helmknoppen langwerpig,
éénvormig, met in de lengte openspringende bokjes.
Eierstok met weinige eitjes, geplaatst op een korten steel,
die met de kelkbuis vergroeid is; stijl draadvormig, met
een kleinen, eindelingschen stempel. Peul eivormig-langwerpig,
dik-lederachtig, wratachtig-rimpelig, niet openspringend.
Zaad dik, zonder zaadrok; kiemwit ontbrekend;
zaadlobben dik, vleezig; kiemworteltje kort, recht, tusschen
de zaadlobben ingesloten.
Ongedoornde boomen. Bladeren 2-bladig gevind; blaadjes
lederachtig. Steunblaadjes spoedig afvallend. Bloemen
wit, in pluimen aan de toppen der takken. Schutbladen
en schutblaadjes ei- of cirkelvormig, hol, vóór den
bloei afvallend.
Aantal soorten 2 of 3, in tropisch Zuid Afrika en de Mascarenische
eilanden; ééne dezer soorten, T. Gaertnerianum Hayne, welke ook
in tropisch Azië o. a. op Java, doch waarschijnlijk altijd gekweekt,
voorkomt, werd vroeger tot het geslacht Hymenaea L. gerekend. -
(H. verrucosa Gaertn.)
82. SA R A C A L.
Schijfdragende kelkbuis lang; kelkslippen 4, bloembladachtig
, eivormig, nagenoeg gelijk, in den knop sterk
dakpanswijze dekkend. Bloembladen ontbrekend. Meeldraden
3S-9, vrij, met lange helmdraden; helmknoppen
langwerpig, nagenoeg éénvormig, met in de lengte openspringende
hokjes. Eierstok met een aan de kelkbuis min
of meer vergroeiden steel, go -eiig; stijl draadvormig, met
stompen, eindelingschen stempel. Peul langwerpig of zeer
lang, plat-sameijgedrukt of gezwollen, leder- of min of
meer houtachtig, 2-kleppig. Zaden dik, samengedrukt of
rolrond, ei- of kogelvormig, zonder zaadrok en met
broze zaadhuid; ’kiemwit ontbrekend; zaadlobben dik,
soms zeer dik; kiemworteltje kort en recht, tusschen de
zaadlobben ingesloten.
Ongedoornde boomen of hoog klimmende heesters.
Bladeren evengevind met lederachtige, meestal weinig-
jukkige blaadjes; steunblaadjes klein, spoedig afvallend.
Bloemen geel, rosé of karmijnrood, aan trossen, welke tot
zijdelingsche, korte, zeer sterk vertakte pluimen ver-
eenigd zijn. Schutbladen klein, spoedig afvallend; schutblaadjes
langer blijvend, gekleurd, veel korter dan de
kelkbuis.
Aantal soorten 8, alle in tropisch Azië. Miquel beschreef 7
soorten, eerst onder den geslachtsnaam Saraca, later onder dien
van Jonesia Roxb. Baker trekt 3 hiervan bijeen , zoodat er voor
Nederlandsch Indië nog 5 overblijven.
83. S IN D O R A Miq.
Schijfdragende kelkhuis'zeer kort of ontbrekend; kelkslippen
4 , in den knop klepswijze aaneensluitend, de 2
bovenste vergroeid. Eén bloemblad, zittend, langwerpig,
dubbel gevouwen, in vorm en grootte gelijk aan de
bovenlip van den kelk. Meeldraden 10; de bovenste vrij van
de andere, korter en zonder helmknoppen; de overige
neergebogen, kort éénbroederig, ongelijk en de bovenste
hiervan het langst en buiten den kelk uitstekend; helmknoppen
langwerpig, bewegelijk, in de lengte openbarstend.
Eierstok met 2 eitjes, kort gesteeld; stempel lang,
draadvormig, spiraalswijze opgerold; stempel klein, ein-
delingsch. Peul min of meer schuin, cirkelvormig of breed