Aantal soorten 2, waarvan de eene, O. Amboineme Miq., op
Ambon, de tweede, O. Miquelli Boerl., op Nieuw Guinea gevonden
is. Door Beccari werden hiertoe de meeste soorten gebracht door
ons als soorten van Eschweileria Zipp. opgenoemd. Ook Seemann
bracht hiertoe twee soorten van dat geslacht, nl. O. Borneense
Seem. en O. Cumingii Seem.; de eerste is echter waarschijnlijk
E. helleborina Boerl., de tweede E. pulcherrima Boerl.
18. TETRAPL.ASANDRA A. Gray.
Kelkrand boven de schijf uitstekend, afgeknot of gol- •
vend. Bloembladen 7—8 , in den knop klepswtjze aaneensluitend,
min of meer samenhangend. Meeldraden
talrijk, in 1—4 rijen, met dikke helmdraden; helmknop-
pen langwerpig. Schijf dik, in het midden een weinig
hooger. Eierstok 7—10-hokkig; stempels in het midden
van de schijf geplaatst, min of meer tot eene stempelschijt
verbonden. Yrucht kogelvormig, met eene vleezige buitenlaag
van den vruchtwand en met plat samengedrukte
kernen. Zaad onbekend.
Ongewapende en onbehaarde of in de jeugd viltachtig
behaarde boomen, met gevinde bladeren en gaafrandige
blaadjes. Bloemen niet met de bloemstelen geleed, tot
schermen vereenigd, die in eene eindelingsche pluim
bijeenstaan. Schutbladen onduidelijk ontwikkeld.
Aantal soorten 2, waarvan de eene op de Sandwich eilanden en
de andere, T. paucidens Miq., op Nieuw Guinea voorkomt. De
laatste werd door Teysmann en Binnendijk eerst tot het geslacht
Gastonia Comm. gebracht, (G. eupteronoides Teysm. et Binnend.).
ARALIACEAE VAN NEDERLANDSCH INDIË.
1. Aralia L.
ferox Miq. (Java.)
montana BI. (Java.)
f3. acutata Miq. (Java.)
urticaefolia BI. (Java.)
Javanica .Miq. (Java.)
dasyphylla Miq. — A. Chinensis BI. (Java (?), Sumatra.)
/2. latifolia Miq. (Sumatra.)
y. strigosa Miq. (Sumatra.)
2. Delarbrea Vieill.
paradoxa Vieill. (Timor Laut.)
3. Aralidium Miq.
pinnatifidum Miq. (Sumatra, Malakka, Java?)
dentatum Miq. (Sumatra.)
4. Panax L.
fruticosum L. — Nothopanax fruticosum Miq. (Ternate,
Ambon, N. Guinea, Java.)
obtusum Bl. — Nothopanax obtusum Miq. (Java.)
cochleatum DG. — Nothopanax cochleatum Miq. — P.
scutellarioides Reinw. — P. conchifolium Boxb. (Ternate,
Banda, Ambon.)
tricochleatum Miq. — Nothopanax tricochleatum Miq. —
Polyscias pinnata Forst. (Sumatra.)
pinnatum Lam.— Nothopanax pinnatum M iqM- Arthrophyl-
Vwm, sp. Seem. — Arthrophyllum pinnatum Clarke. —
Paratropia Cumingiana Presl. — Panax Cumingianum
Rolfe (Java? Celebes, Borneo, Timor, Banda, Ambon,
N. Guinea.)
Murrayi Ferd. Muell. (N. Guinea.)
5. Horsfieldia Bl.
peltata Benth. et Hook. If- H. aculeata Benn. et Br. (Java.)
aculeata Bl. (Java.)
sp. (Timor.)
6. Kalopanax Miq.
Sumatranum Miq. — Acanthopanax Sumatranum Seem.
(Sumatra.)
resectum Miq. — Acanthopanax resectum Seem. (Sumatra.)
7. Brassaia Endl.
macrostachya Seem. — Sciadophyllum macrostachyum
Benth. (N. Guinea.)
8. Gastonia Comm.
Papuana Miq. — Polyscias Papuana Seem. (N. Guinea.)
9. P olyscias Forst.
nodosa Seem. — Eupteron nodosum Miq. (Molukken, Java,
Celebes.)
10. Heptapleurijm Gaertn. *)
Sectie Parapanax.
littorale. — Parapanax littorale Miq. — Paratropia littora-
lis Miq. — Trevesia sp. Benth. et Hook. (Sumatra.)
!) Deze lijst, grootendeels ontleend aan Seemann in Revisio Hede-
racearum, die Miquel’s soorten uit diens bewerking van het geslacht
Paratropia nagenoeg alle overgenomen, doch in het geslacht Heptapleurum
overgebracht heeft, moet nog als zeer onvolledig beschouwd
worden, daar zoowel door Beccari als door Teysmann verscheidene
nieuwe soorten zijn ontdekt, welke evenwel nog niet zijn beschreven.
Echter kunnen een aantal soorten hoogst waarschijnlijk samengetrokken
worden, zooals reeds door Clarke in Hooker’s Flora of
Brit. Ind. gedaan is.