vermeld, doch de beschrijving ald aar is e ch te r n ie t volkomen
ju is t. Bij nader onderzoek bleek mij d a t de
bouw van den eierstok en van de stempels volkomen
m e t die bij de plan t van Malakka overeenstemt. Door
de bladeren, welke duidelijk gezaagd z ijn , en a an de
basis min of m eer wigvormig toeloopen, v e rsch ilt onze
soort van L. Maingayi Hook. ƒ., w a a r de bladeren gaaf-
randig en a an de basis afgerond zijn. Als eene derde
soort, die men L. Schumannü zou k u n n en noemen, b e schouw
ik de plant, w a a rn a a r Schemann in zijne Flora
. von Kais. Wilh. Land, p. 69. zijn geslacht Combretopsis
beschreef, (C. pentaptera K. Schum.). Deze on d e rsch e id t
zich door de aanwezigheid der ran k en en door de grootere
v ru c h t. Door Schumann wordt zijn g e slacht onder de
Olacaceae g eplaatst. Ofschoon h e t ook d a a r eene twijfela
chtige p laats inneemt, schijnt h e t zich d a a r nog h e t
b e st aan te sluiten bij de g eslachten m e t gevleugelde
v ruchten, zooals Cardiopteris en Pteleocarpus.
Fam. XXXVI. CELASTRACEAE.
p. 238 De nummers van E L A E O D E N D R O N Jacq. en van
de volgende geslachten moeten alle met één verhoogd
worden.
Fam. XXXIX. SAPINDACEAE.
p. 287 aan de lijst der SAPINDACEAE VAN NEDERLANDSCH
INDIË toevoegen de volgende in Duitsch Nieuw
Guinea gevonden soorten :
Toechima hirsutum Radlk.
Lepidopetalum hebecladum Radlk.
» stibdichotomum Radlk.
Harpullia crustacea Radlk.
Fam. XLI. ANACARDIACEAE.
p. 294 reg. 14—18 v. o. vervangen door:
-j- Eierstok onvolkomen 'i-hokkig, met één vruchtbaar
en één onvruchtbaar hokje.
15 Campnosperma. Eitje hangend aan den top van
h e t hokje. Meeldraden in h e t dubbel a an ta l van de
bloembladen, 6—10 (meestal 8).
•j-J- Eierstok 1 -hokkig.
15a. Euroschinus. Eitje hangend nabij den top van
h e t hokje. Meeldraden in h e t dubbel a a n ta l van de
bloembladen, 10.
16. Rhus. Eitje opstijgend nabij de basis van h e t
hokje. Meeldraden in hetzelfde a an ta l als de bloembladen,
5.
p. 300 aan de aanteekening omtrent de soorten van
M E L A N O R H O E A Oliv. toevoegen:
Eene nieuwe so o rt, M. Curtïsii Oliv., op Penang
gevonden, werd beschreven in Hooker, Icones t. 1513.
p. 303 aan de aanteekening omtrent de soorten van
D R A C O N T O M E L U M Bi. toevoegen:
Eene nieuwe soort, Dr. laxum K. Schum., op Duitsch
Nieuw Guinea voorkomende, wordt door Schumann be-
- schreven in zijn Flora von Kais. Wilh. Land.
p. 308 vóór 16. R H C JS L. invoegen:
15a. E U R O S C H IN U S Hook. f.
Bloemen gemengdslachtig-tweehuizig of tweeslachtig.
Kelklobben half cirkelvormig, in den
knop dakpanswijze dekkend. Bloembladen langwerpig
of langwerpig-eivormig, in den knop
dakpanswijze dekkend. Meeldraden 10, buiten
de schijf ingeplant; helmdraden k o rt; helm-
knoppen langwerpig, aan de rugzijde bevestigd,
met een kort gepunt helmbindsel en naar binnen
door eene langsspleet openspringende hokjes.
Schijf kort napvormig, 5-lobbig; lobben kort
uitgerand. Eierstok zittend, eivormig, 1-hokkig;
eitje hangend aan eene zaadstreng, die onder
den top van het hokje is vastgehecht; stijl even
lang als de eierstok, met drie ondiepe voren;
stempel diep 3-lobbig ; lobben ondiep uitgerand.
Steenvrucht vleezig, samengedrukt eivormig,
op zijde van den top door een overblijfsel
van den stijl gekroond, harsachtig; kern dun,
korstachtig, met het vrucbtvleesch samenhangend.
Zaad samengedrukt eivormig, onder den top van
het hokje hangend; zaadlobben plat, zeer dun;
kiemworteltje naar boven en naar den navel
gericht, schuin op de zaadlobben.
Boomen met aschkleurige twijgen, welke met
bruine lenticellen zijn bezet. Bladeren vliezig,