zacht viltachtig. Bloemen klein, in korte, okselstandige,
viltachtig behaarde trossen.
Aantal soorten 5, in Malakka en den Maleischen Archipel. Het
■ geslacht komt bij Miqdel niet voor, doch volgens Hook. Fl. of Br.
Ind. II, p. 75, werden twee soorten, EU. Helferi Hook. f. en Eli.
Griffithii Hook. ƒ.,* op Borneo gevonden.
9. T R O O S TW I JO K IA Miq.
Kelk nit 4, zelden uit 3—5 kelkbladen gevormd, klepswijze
aaneensluitend in den knop. Bloembladen 3—5,
langer dan de kelkbladen. Meeldraden 3—5; helmdraden
draadvormig, aan de basis vrij; helmhokjes min of meer
vrij, bolvormig, dwars openspringend. Stampers meestal
4, afwisselend met de meeldraden, elk met 2 eitjes;
stijlen teruggeslagen, aan den top een uitgeranden stempel
dragend. Eéne langwerpige, rimpelig stekelige, aan
de buikzijde openspringende, éénzadige kokervrucht.
Bladknoppen rosgeel-viltachtig. Bladeren drietallig;
blaadjes kort gesteeld, eivormig of elliptisch-langwerpig,
scherp toegespitst, van onderen viltachtig behaard, min
of meer 5-deelig-nervig. Bloemen gesteeld, aan kleine,
zijdelingsche, een weinig ruwharige pluimen. Kokervruch-
ten zachtharig.
Eéne soort, op Sumatra voorkomende en door Miquel Tr. singularis
genoemd. Door Kdrz in Journ. of i s . Soc. XXXIX. 2 ,
p. 76 wordt beweerd, dat deze plant synoniem is met Hoqker’s
soort van Hemiandrina {H. Borneensis Hook. f.), welke latè t
in Hook. Fl. of Br. Ind. II, p'. 47 als eene soort van Agelaea
(A. vestita Hook. f.) wordt beschreven. Daar dit echter nog twijfelachtig
is, omdat le de authentieke exemplaren niet met elkander
vergeleken zijn, 2e volgens Miquel Troostwijckia een in den knop
klepswijze aaneensluitenden kelk en volgens Hooker Hemiandrina
een dakpanswijze dekkenden kelk heeft , is het heter voorloopig de
geslachten gescheiden te houden.
10. N O TH O C N E S T IS Miq.
Kelk kort, (uit 5 kelkbladen bestaande), bij de droge
exemplaren neergeslagen. Bloembladen onbekend. Schijf
ringvormig; aan de buitenzijde van deze zijn de 5 meeldraden
ingeplant. Eéne kokervrucht met rug- en buiknaad,
waaraan zich rudimentaire tusschenschotten aansluiten, aan
ééne zijde openbarstende; zaadlijst basilair, dik, wratachtig.
Zaad opgericht, de holte geheel vullend, eenigszins
zijdelings aan den top van de zaadlijst ingeplant; zaadrok
volkomen, het geheele zaad omgevende; zaadhuid
papierachtig, glanzend, zwartpurper, met eene dunne
binnenlaag, die misschien als kiemwit beschouwd moet
worden.
Boom met afwisselende, enkelvoudige bladeren en okselstandige,
zittende aren.
Eéne onvolkomen bekende soort, door Bentham en Hooker geheel
buiten de familie gesloten en met eenigen twijfel tot de
Leguminosae gebracht , doch, volgens Miquel zeker tot de Conna-
rdceae behoorende.
E am. x l iv . LEGUMINOSAE.
Bentham et Hooker, Gen. Plant. I , p. 434. — Miquel, Fl. Ind.
Bat. I , 1 , p. 1 en Sumatra, p. 280 (Mimoseaè), 1 ,1, p. 55 en.p. 1078
en Sumatra, p. 285 (Papüionaceae). — Ann. Mus. Bot. III, p- 86.
Scheffer, in Nat. Tijdschr. v. Ned. Indië, XXI, p. 18 en p. 357. —
XXXII, p. 412- — Bentham, Trans, of the Linn. Soc. XXX, 1875,
p. 3 3 5 ' (MtTOOseaëk?SÖiScHEFFER, Ann. de Buit. I, p. 17. É r Baker
in Hooker, Fl. of Br. Ind. II, p. 56. — Schumann in Engler, Bot.
Jahrb. IX, (1887) p - 201. — Beccari, Malesia, I , p. 169.
Bloemen öf onregelmatig en dan meestal tweeslachtig,
öf regelmatig en dan meestal gemengdslachtig. Kelkbladen
bij de onregelmatige bloemen meestal 5, zelden 4 , öf tot
een getanden of gelobden kelk verbonden, of tot aan
de schijf vrij, in den knop dakpanswijze dekkend of
klepswijze aaneensluitend, waarbij ' er een naar onderen
gericht is ; bij de regelmatige bloemen 5 of 4, zelden 3
of 6, tot een getanden kelk vergroeid of vrij. Bloembladen
bij de onregelmatige bloemen 5 of door mislukking
minder, één naar boven gericht, bij de regelmatige
evenveel als kelkbladen. Meeldraden in het dubbele, zelden
in hetzelfde aantal als de meeldraden of door mislukking
minder; in sommige geslachten co, hypogynisch
of meestal ingeplant aan den rand van de schijf, die met
de kelkbasis vergroeid i s , vrij of aan de basis ^ of hoog
vergroeid; helmknoppen 2-hokkig, met evenwijdige hokjes
en met eene langsspleet of zelden met eene einde-
lingsche porie openende. Eierstok 1-hokkig, bestaande