grootere en straalswijs uitstaande schutbladen. Bloemen
dikwijls gemengdslachtig, in welk geval de tweeslachtige
zittend, de mannelijke gesteeld zijn. Yruchten dikwijls
met haakvormig omgebogen stekels.
Aantal soorten 10, waarvan 1, S. Europaea £., in Europa, Azië
en Afrika in de gematigde streken of op de bergen der warmere
gewesten wijd verspreid voorkomt, terwijl de overige op de Azorische
eilanden, op de Sandwich eilanden en in Amerika gé vond en worden. De
in Nederlandsch Indië voorkomende en van het algemeene type
een weinig afwijkende vormen der genoemde soort werden door
verschillende schrijvers als afzonderlijke soorten beschouwd, zoodat
men ze vermeld vindt als S. elata Ham. of als S. montana Reinw.
en S. Javanica BI.
5. CONIUM. L.
Kelktanden weinig ontwikkeld. Bloembladen omgekeerd
eivormig of wigvormig, nu eens met eene zeer korte, omgeslagen
topslip, die wegens de een weinig ingedrukte middennerf
uitgerand is, dan weder stomp of gaafrandig. Schijf
bestaande uit neergedrukte, nagenoeg gaafrandige stijl-
voeten. Yruchten breed eivormig, zijdelings samengedrukt
en aan de voegvlakte min of meer samengetrokken ;
nootjes nagenoeg 5-zijdig; hoofdribben vooruitspringend,
stomp, golvend-gekarteld of glad, de zijdelingsche Vrij;
striemen oo*' zeer dun, onregelmatig. Yrucht onverdeeld.
Zaad half rolrond, aan de voorzijde met eene diepe en
smalle vore.
Hooge, eenjarige en onbehaarde kruiden, met vinvormig
dubbel samengestelde bladeren en vinspletige slippen
en tanden. Samengestelde oo -stralige schermen. Omwindsels
en omwindseltjes oo -bladig, uit kleine schutbladen
bestaande. Bloemen wit, gemengdslachtig. Binnenlaag van
den vruchtwand in de rijpe vrucht met het zaad samenhangend
of zelden daarvan te scheiden.
Aantal soorten 1—3, in het noordelijk halfrond van de oude
wereld tehuis behoorende. In Nederlandsch Indië komt misschien
C. maculatum L. in verwilderden toestand voor.
6. A P IUM L.
Kelktanden weinig ontwikkeld. Bloembladen eivórmig,
meestal spits en hol, of in eene omgeslagen topslip
verlengd, gaafrandig of zelden wegens de een weinig
ingedrukte middennerf uitgerand. Schijf bestaande uit
neergedrukte of een weinig kegelvormige, gaafrandige
stijlvoeten. Yrucht eivormig of breeder dan lang, zijdelings
samengedrukt, aan de voegvlakte samengetrokken,
dikwijls 2-lobbig; nootjes 5-kant; hoofdribben evenver
vooruitspringend, stomp; striemen in elk der dalen 1.
Yruchtdrager onverdeeld of aan den top kort 2-spletig.
Zaad half rolrond.
Eenjarige of overblijvende, geheel onbehaarde of aan
de vruchten stijfharige kruiden. Bladeren gevind of
drietallig samengesteld, met gevinde slippen. Schermen
samengesteld, meestal tegenover de bladeren geplaatst of
in de vorkswijze vertakkingen en tevens aan de toppen
der takken. Omwindsels armbladig of ontbrekend; omwindseltjes
oo -bladig of ontbrekend. Bloemen wit.
Aantal soorten omstreeks 14, over de geheele wereld verspreid.
In Nederlandsch Indië is geene soort inheemsch, doch A. graveolens
de Seldery, wordt volgens Miquel hier en daar verbouwd.
7. CARÜM. L .
Kelktanden klein, zeer klein of ontbrekend, soms 1
of meer verlengd. Bloembladen met omgeslagen topslip,
wegens de min of meer van boven naar binnengedrukte
middennerf en de verbreede randen uitgeschulpt,
uitgerand of 2-lobbig, zelden in eene lange topslip verlengd
en nagenoeg gaafrandig. Schijf bestaande uit
breede of dik kegelvormige, zelden smal kegelvormige
stijlvoeten, aan de basis met gave of onduidelijk gekartelde
randen. Yrucht eivormig of langwerpig, zijdelings
samengedrukt en dikwijls aan de voegvlakte samengetrokken,
zeer zelden breed 2-lobbig; nootjes 5-kant;
hoofdribben stomp, vooruitspringend en gelijk, de zijdelingsche
aan den rand der voege; dalen 1- zeer zelden
2-striemig. Yruchtdrager 2-spletig of 2-deelig. Zaad nagenoeg
rolrond of ruggelings samengedrukt, aan de voorzijde
bol, plat of licht uitgehold.
Éénjarige of o ver blijvende, onbehaarde of aan de vrucht
alleen stijfharige kruiden. Bladeren gevind of dubbel drietallig
of dubbelgevind. Schermen samengesteld, veel- ofarm-
stralig, zelden onregelmatig. Omwindsel armbladig of ontbrekend
; omwindseltjes oo -bladig, uit gave schutbladen
39