p. 406 aan de aanteekening omtrent de soorten van
CYNOMETEA L. toevoegen:
Eene nieuwe soort van d it geslacht, C. minutiflora
F. Muëll., wordt van Nieuw Guinea opgegeven in Des-
criptive Notes on Pap. Plants, V III, p. 44.
p. 407 aan de aanteekening omtrent de soorten van
m a n t l t o a Scheff. toevoegen:
Scheffer meende d a t de door hem beschreven
M. grandiflora Scheff. van Nieuw Guinea synoniem
was m e t eene plan t, die door A. Gray to t h e t geslacht
Cynometra L. g eb ra ch t en op de Viti-eilanden gevonden
w a s , C. grandiflora A. Gray. Door Schumann wordt de
ju isth e id dezer meening betwijfeld, en de soort van
Nieuw Guinea verdoopt in M. Schefferi K. Schum.
p. 407 vóór p a r k i a R. Br. invoegen:
86a. SCHIZOSIPHON K. Schum.
Kelk schuin en smal tolvormig, gestreept,
tijdens den vollen bloei van voren gespleten en
met 4 teruggeslagen, langwerpige, vliezige
slippen. Bloembladen 3, zeer smal lancetvormig,
spits, onderling even lang. Meeldraden meer
dan 30, voorbij de kelkbuis vergroeid tot eene
even als de kelk van voren gespleten scheede;
helmdraden ver boven de bloem uitstekend;
helmknoppen bewegelijk, met eene spits op den
top. Eierstok zittend, met 1 eitje, met een
langen, gekromden stijl en een tol-buisvormigen
stempel.
Hooge boom met dunne, diepgevoorde twijgen,
waarvan de bladeren in 2 rijen zijn geplaatst.
Bladeren evengevind, met 6—8 jukken van
zittende, ongelijkzijdige, half langwerpig lancetvormige,
papierachtige, aan de basis eene
klier dragende blaadjes. Bloemen in grooten
getale dicht opeengedrongen aan kortgesteelde,
eindelingsche trossen, met afvallende schutbladen.
Eéne soort, Sch. roseus K. Schum., door Hollrung
in de Duitsche bezittin g en op Nieuw Guinea gevonden.
p. 419 aan de aanteekening omtrent de soorten van
HANSEMANNIA K. Schum. toevoegen'.
Eene derde soort, H. brevipes K. Schum., werd in
hetzelfde gebied gevonden.
Fam. XLV. R0SACEAE.
p. 428 aan de aanteekening omtrent de soorten 'van
PYG-EUM Gaertn. toevoegen:
Schumann b e schrijft eene nieuwe soort van Nieuw
Guinea, P. brevislylum K. Schum.
Fam. XLVI. SAXIFRAGACEAE.
p. 439, 445 en 446. De opgaven omtrent het geslacht
TREUBIA Pierre moeten vervallen, daar de onder
dien naam beschreven plant thans in het geslacht
LOPHOPYXIS Hook. f. is opgenomen. (Zie bladz.
673). De naam Treubia is bovendien eenige weken
vóór het verschijnen van dit stuk gegeven aan
een geslacht der Hepaticae.
Fam. LI. RHIZ0PH0RACEAE.
p. 472 aan de aanteekening omtrent de soorten van
ANISOPHYLLEA R. Br. toevoegen:
In Borneo komen nog 2 soorten voor, A. rhomboidea
Baill. en A. Beccariana Baill., beide door Beccari
verzameld en door Baillon beschreven in Adansonia
XI p. 310.
Fam. LIV. MELASTOMACEAE.
p. 536 reg. 12 V. b. staat Hollrungia lees Hollrungii
Fam. LV. LYTHRACEAE.
p. 556 aan de lijst der LYTHRACEAE VAN NEDERLANDSCH
INDIË toevoegen:
Lagerstroemia Koehniana h. Schum. (Nieuw Guinea.)
Fam. LVII. SAMYDACEAE.
p, 563 aan de aanteekening omtrent de soorten van
CASEARIA Jacq. toevoegen:
é .: