leeren onderscheiden, zoodat men ten slotte het hoek
alleen voor de geslachten raadpleegt.
Yoor hen die nog verder zouden willen gaan en ook
de soort willen opzoeken in het geval dat deze in Miquel’s
Flora beschreven is, zijn onder de aanteekeningen bij
het geslacht ook de synoniemen opgegeven, waaronder
de soorten bij Miquel en anderen voorkomen.
Op deze wijze hoop ik, dat mijn boek niet alleen van
dienst zal zijn aan hen, die bij de kennis der Flora
belang hebben, maar dat ook menigeen er door opgewekt
zal worden zich met de studie daarvan bezig te houden
en nieuwe gegevens daarvoor te verzamelen. Ben groot
aantal planten is reeds in Nederlandsch Indië gevonden,
maar, als we nagaan hoe gering het aantal der personen
is, die aan de ontdekking daarvan hebben deelgenomen,
als we nagaan, dat telkens weer nieuwe soorten worden
ontdekt en hoe klein het doorzochte terrein is in verhouding
tot het geheele gebied der Flora, dan begrijpen
wij, dat daarin nog een rijke schat van onbekende gewassen
moet- verborgen zijn. Het is de taak der Nederlanders
dien schat aan het licht te brengen.
Moge mijn werk daartoe bijdragen.
L eiden , J. G. BOERLAGE.
15 December 1889.
A-T SE 3ST D E R IF^A Ïv IIIL IIE S
VAN HET EERSTE DEEL, Eerste Stuk
in MIQUEL’S Flora van Nede r landsch Indië
en in het Supplement hierop: Sumatra.
Ofschoon het als regel is aangenomen om geen oudere
litteratuur te citeeren dan Bentham en H ooker’s Genera
P la n ta nm , schijnt het toch van belang daarvan uitzondering
te maken voor Miquel’s Flora van Nederlandsch
Indië (dikwijls met den Latijnschen titel, Flora Indiae
Batavae, aangehaald) omdat dit w erk, de beschrijving van
een groot deel der bekende soorten bevattende, voorloopig
althans, voor het determineeren van deze vaak gebruikt
zal moeten worden. Daarom worden hierbij de plaatsen
opgegeven, waar de soorten der families van het Eerste
Stuk in Miquel’s Flora voorkomen. In het vervolg van
het werk worden zij bij de litteratuur vermeld. Yan
Sumatra worden alleen die plaatsen opgegeven, waar nieuwe
geslachten of soorten voorkomen.
I. Ranunculaceae. I. 2, p. 1.
II. Dilleniaceae. I. 2, p. 6.
III. Magnoliaceae. I. 2, p. 13.
I. 2, p. 18.
dreaë).
IY. Anonaceae. I. 2, p. 20.
Y. Menispermaceae. I. 2, p. 75.
YI. Berberidaceae. I. 2, p. 87.
YII. Nymphaeaceae. I. 2, p. 88.
I. 2. p. 91.
I. 2, p. 92.
Sum. p. 619.
Sum. p. 366.
Sum. p. 620. (Schizan-
Sum. p. 368.
Sum. p. 386.
Sum. p. 386.
(Nelumbiaceae).
YIII. Papaveraceae.