lijk is en vervolgens in groote mate verouderd. Bijna vijf
en dertig jaar zijn sinds het begin der uitgave verloopen
en sedert zijn er zulke belangrijke veranderingen in de
systematische rangschikking der planten en de botanische
nomenclatuur voorgevallen, dat een groot deel der namen,
die wij hij hem aantreffen, thans niet gangbaar meer zijn.
Plantenfamilies zijn verplaatst, met elkander vereenigd
of in deelen gesplitst, geslachten gecombineerd, in andere
families overgebracht of verdoopt — veranderingen zoo ingrijpend
, dat men alle recht heeft te beweren, dat Miquel’s
Flora niet meer op de hoogte' der tegenwoordige wetenschap
is. Ook hebben tal van latere onderzoekingen, zoowel
van Miquel zelven, o. a. in de vier folio handen van
zijn- Annales Musei Botanici Lugduno Batavi en in verscheidene
andere publicaties, als van Scheffer, Becoari,
Burck en anderen, medegeholpen om het werk te doen
verouderen. Yoor de studie der Nederlandsch Indische
Flora bestaat derhalve geen geschikte leiddraad. Toch
zijn er een aantal personen, die hij de kennis dier Flora
belang hebben, niet het minst onder de ambtenaren, die
belast zijn met het toezicht op de cultures en hetbosch-
wezen, de eigenaars en beambten van landbouwondernemingen
enz. Yoor deze zou een in het Nederlandsch geschreven
werk, dat ook verstaanbaar is voor hen, die
geen bepaalde botanische opleiding genoten hebben en
waardoor zij in staat gesteld worden, de planten hunner
omgeving te leeren kennen, van groot nut kunnen zijn.
Doch ook voor de botanisten, die tal van andere botanische
werken tot hun beschikking hebben, bestaat er behoefte
aan een werk, waarin de Flora van Nederlandsch
Indië in haar geheel behandeld wordt.
Dit zijn de motieven, die tot de samenstelling mijner
Handleiding geleid hebben en in de wijze van samenstelling
heb ik die motieven in het oog gehouden. Daarom werd
het werk in het Nederlandsch geschreven en bevat het
slechts de beschrijvingen der families en geslachten en met
van de soorten. Eene Flora, die ook de soorten omvatte,
zou niet alleen minstens 5 h 6 maal grooteren omvang
moeten hebben, doch ook verscheidene jaren den arbeid
van vele personen vereischen, evenals de Flora van Bntsch
Indië, waaraan sedert 15 jaren door 1 2 personen gearbeid
is, en die thans nog niet is voltooid. Om de soorten te
vinden zal men, zoolang nog geen nieuwe Flora^van
Nederlandsch Indië is verschenen, van Miquel’s Flora
gebruik moeten maken, die voor dit doel hare waarde
nog niet geheel heeft verloren, daar zij de min of meer
volledige beschrijvingen van de nagenoeg/10000 toen
bekende soorten omvat.
Ik heb mij bij de bewerking mijner Handleiding dus
alleen ten taak gesteld om een leiddraad te vervaardigen
tot het herkennen van de families en geslachten, die in
Nederlandsch Indië voorkomen.
Als Nederlandsch Indië heb ik beschouwd alle landstreken
van tropisch Azië, die geheel of gedeeltelijk onder
het Nederlandsche gezag staan, met bijvoeging van Nieuw
G-uinea. Ik heb mij echter nergens aan de politieke grenzen
gehouden en zoowel de binnen het gebied liggende bezittingen
van de andere Europeesche mogendheden als de
onafhankelijke staten er bij gerekend. Daar het mij waarschijnlijk
voorkomt, dat de meeste op Malakka, Singapore
en Penang gevonden geslachten ook op Sumatra
vertegenwoordigd zijn, heb ik deze ook opgenomen, doch
altijd met de aanwijzing van het land.
Het werk is ingericht op den voet van Bentham en
Hooker’s standaardwerk Genera Plantarum en bevat dus
alleen de Phanerogamen. De Cryptogamen zijn er met
in opgenomen, omdat het materiaal voor het maken van
beschrijvingen en tabellen der families en geslachten van