B IJ D R A G E N
TOT DE
NATUURLIJKE HISTORIE
VAN DEN
ORANG-OETAN (SI1IA SATIRES),
DOOR
IIERM. SCHLEGEL en SAL. MÜLLER.
E r zijn weinig' dieren, welke de oplettendheid van den mensch in een’ zoo hoogen graad tot zich
getrokken en tot zoo veel schrijvens aanleiding gegeven hebben, als de Orang-oetan. Gedurende eene
lange reeks van jaren bepaalden zich de bouwstoffen, op welke de geschiedenis des Orang-oetans berustte,
tot de beschrijving van Wurmb, tot een skelet en eenige schedels van oude dieren, en tot eenige
jonge individuen, welke laatstcn meestal levend in gevangenschap naar Europa gebragt waren. Eerst
in den laatstcn tijd werden verscheidene natuurkenners in staat gesteld, een grooter getal dezer dieren
te onderzoeken, en weldra begon men, overeenkomstig den geest des tijds, deze bouwstoffen aan te
wenden tot bewijzen voor het bestaan van meer dan eene, ja zelfs van verscheidene soorten van Orang-
oetans. Eenige dezer natuurkundigen leverden echter tevens voortreffelijke beschrijvingen van het dier
in zijne verschillende leeftijden, van zijn beenstelsel enzv., en zetteden de natuurlijke historie van hetzelve
met genoegzame naauwkeurigheid uit een, voor zoo verre namelijk de studie naar doode voorwerpen
in de kabinetten zulks veroorloofde.
Mamma i,u. ]