even als van Ephippigera, Burm.; kort bij Barbitistes, Burin. De mannetjes hebben bel laatste lid
op de rugzijde gewoonlijk breed, maar smal bij E. perforata; het laatste lid der buikzijde is regt en stomp
met twee afzonderlijke borstels voorzien (Pterol. punctifrons, B.), of zonder afgezonderde borstels (E. perforata;
Barb. varicornis, trilineata), of tusschen de aanhangsels gekromd (E. denticauda, serricauda);
de aanhangsels zelve zijn dik en naar binnen gebogen (E. denticauda, Barbitistes), of regt, smal en puntig,
en aan de binnenzijde met eenen doorn voorzien (P. punctifrons), of kort, rolrond, dik, aan het
einde uitgesneden (E. perforata). De sebeenengroef is spieetvormig, met uitzondering van Barbitistes
en E. denticauda, waar zij ovaal en spiegelvormig is. De voorscheenen hebben twee rijen doornen bij
E. perforata; drie rijen bij Pterolepis en Thyreonotus; vier rijen bij Barbitistes en E. denticauda.
Al deze vormen worden intusschen vereenigd door denzelfden vorm der dekschilden, die, zeer kort,
naauwclijks buiten de borst reiken. Wat het onderscheid betreft tusschen de lengte der seheede, zulks
komt insgelijks voor bij Decticus en, benevens het verschil in de scheenengroef en van het voorborstbeen,
ook bij Hetrodes. Burmeister heeft Pterolepis en Thyreonotus met Decticus vereenigd, wegens den
breeden kop tusschen de sprieten en de drie rijen doornen aan de voorscheenen; zij maken den over-
gang van Ephippigera tot Barbitistes, daar E. denticauda dezelfde gedaante van kop heeft, terwijl de
voorpooten der eerste groep twee rijen en die der volgende vier rijen doornen hebben. Verder zijn
Ephippigera en Barbitistes niet van elkander af te zonderen, daar E. denticauda de verlengde seheede
der eerste met de opene scheenengroef en vier rijen doornen aan de voorscheenen vereenigt, welke aan
de laatste groep gemeen zijn; gemelde soort wordt dan ook door Burmeister met Ephippigera, door
Serville met Barbitistes vereenigd.
I. Vagina elongata.
A. ) Caput inter antennas compressum, acutum. Tibiae anticae biserialim spinulosae,
foramine rimaeformi.
a. ) Prolhoracis anguli laterales rotundati.......................................................
b. ) » » » acuti;
cc.) impressione transversa media profunda..............................................
ft.) » » » nulla.....................................................
B. ) Caput inter antennas dilatatum, convexum.
a.) Tibiae anticae triseriatim spinulosae.
cc.) Prosternum integrum. Prothorax posterius truncatus. (Pterolepis, S
Micropteryx, Steph. p. p.)
1. ) Femora postica parte externa unicolora..................................
2 . ) » » vitta externa nigra...........................................*
3. ) » » apice nigra...........................................................
4. ) » » serie strigarum nigrarum...................................
5. ) » » » duplice punctorum nigrorum..................
ft.) Prosternum bispinosum. Prothorax posterius productus. (Thyreonotus,
S.)
1. Perforata, Rossi.
^ j Selligera, Charp.
URugosicollis, S.)
I Cucullata, Ch.
3.
( {Monticola, S.)
SChabrieri. Ch.
(Chabrieri et Ramburi, S.)
5. Aptera , F.
6. Pedestris, F.
7. Punctifrons, B.
8. Armillata, S.
1. ) Prothorax ïateribus integer,
*) supra abdomen productus..................... ................................... 9. Corsica, S.
**) » » non productus..................................................10. Semiaema, S.
2. ) Prothorax Ïateribus sinualus......................................... n {Pachymera, B.
[Dorsalis, B.
b.) Tibiae anticae quadriseriatim spinulosae; foramine ovato.......................... 12. Denticauda, Ch.
II. Vagina brevis recurvata. Tibiae anticae quadriseriatim spinosae, foramine ovato.
Caput inter antennas acutum. (Barbitistes, B. Ephippigera, Steph.)
A. ) Vagina margine denticulata.
a.) Abdomen nigro-punctatum ; articulo postremo infero maris sursum incurvato. 13. Serricauda, Ch.
A) » villis 3 nigris; articulo postremo infero maris recto.
cc.) Prothorax Iinea lateral! alba................................................................... 14. Trilineata, n. sp.
ß.) » fe cus, nigro-marmoratus...................................................... 15 . Varicornis, Klug.
B. ) Vagina margine integra.
a.) Prothorax non productus,
“ •) linea aIba et “ Sra m “ gulis notatus...................................................16. Glalricauda, Ch.
ft-) » » tantum notatus.
(Autumnalis, ïïag.
!•) Minor; femora postica nigro-punctata............................................ 17.1 ? Virescem, Steph.
[? Punctatissima, Bosc., Serv.
2.) Major; femora postica viridia..........................................................18. P y rename, Serv.
i.) Prothorax anterius et posterius productus. .................................................19 . Scutata S.
14. L. (EPHIPPIGERA) TRILINEATA, n. sp.
\agina brevi, recurvata, denticulata; tibiis anticis quadriseriatim spinulosis, foramine ovato; vertice
supra plerumque bilineato; antennis flavis; prothorace subangulato, Havo, angulis lateralibus albidis,
linea intus fuseo-marginata in caput producta; abdomine Havo, faseiis tribus nigris continuis pieto;
pedibus flavis. Long. corp. 9"'. Tripoli in littore Africano.
15. L. (EPHIPPIGERA) VARICORNIS, Kim,
Vagina brevi recurvata, denticulata; tibiis anticis quadriseriatim spinulosis, foramine ovato; vertice
fusco; antennis nigris, luteo-variegalis; tborace fusco, nigro-marmorato; abdomine fusco, nigro-punc-
tato et faseiis tribus continuis pieto; pedibus fuscis, nigro-lineatis. Syria. Long. corp. 10'".
G R O E P VI.
Mas ignotus. Femina aptera. Capitis fastigium acutum. Thorax sellaeformis eonvexus, angulis
rolundalis, caput usque ad oculos, et abdominis articulos duos basales obtegens. Prosternum integrum;
meso- et hyposternum concavum, angustum, medio incisum, bilobum. Abdominis annuli infra an-
tioisum versi, plaga ventrali angusta. Vagina brevis, sub abdomine obteeta. Foramen tibiarum
ovatum. Pedes postici abbreviati.
I nsecta. / 7