worden nog van de Kaap de Goede Hoop de volgende soorten opgegeven: A. (Opsomala of Mesops, B.)
graeile, B.; A. (Pampbagus) horridum, B. en cristatum, B.; A. (Tropinolus) obsoletum, S.; A. (Poeci-
loeera) ligneolum, S.; A. (Phymateus) leprosum, F., S.; A. (Acridium) rubellum, S., 7-faseiatum, S.,
caleeatum, S., herbaceum, S., arthriticum, S.; A. (Caloptenus) irisum, S., melanopus, B., semiroseum,
S., eristuliferum, S.; A. (Oedipoda) cafruni, 1.. of obscurum, 8., Stoll; A. (Pneumora) 6-guttalum, Thunb.,
S. 3 of scutellatum, Latr. ?; A. (Batrachotetryx) bufo, B., waartoe gebragt wordt de afbeelding van
Sloll XHI1. f. 48, van welke het oorspronkelijke voorwerp, hier voorhanden, als larve tot A. (Pneumora)
papillosum behoort.
Be soorten van Acridium, die in noordelijk Azië of Siberië gevonden zijn, hebben veel overeenkomst
met de Russische; de zuid-oostelijke soorten daarentegen, of die van Arabic, Syrië en Klem-Azië, gelijken
bijzonder op de Egyptische vormen. Zoo beschrijven Pallas en Fiseher, in de Entomographia
Emperii Russici, van Siberië: A. (Eremobia) carinatum, F. of murieatum, Pallas of Pallasii, Stoll XIb.
f. 40; A. (Oedipoda) armalum, Fischer, cafrum, L. of obscurum, Stoll IX1*. f. 31, fascialum, B. of mi-
niatum, Pal., Fischer en var. salinum, Fischer of gratiosum, Serv., salinum, Pal. of 8-fasciatum, Serv.,
afCne, Fischer, caerulans L. of tibiale, Pall., barabense, Pal. of luctuosum, Stoll XI1'. f. 37, fuscum,
Pal. (? nigripenne, S.); A. (Gomphoeerus) sibiricum, L., Stoll X1'. f. 35. — Van Syrië heeft het RijksMuseum,
uit de zendingen der ïleeren Hemprich en Ehrenberg bekomen: A. (Truxalis) obsoletum, KI.;
A. (Eremobia) carinatum, F.; A. (Aeridium) peregrinum, Oliv. var. 7-faseiatum, S.; A. (Oedipoda)
armatum, Fischer, fasciatum, B., flavum, L., B., balteatum, Serv. — Van Arabië kent men A. (Truxalis)
procerum, KI., conspurcatum, KI.; A. (Acridium) arabicum, n. sp., peregrinum, Oliv. — Zuidelijk
Azië heeft uit de omstreken van Bombay opgeleverd: A. (Opsomala) latieorne, S.; A. (Poecilocera) bufo
var. punctiventris, S.; A. (Acridium) furciferum, S.; A. (Oedipoda) balteatum, S.; A. (Ommexecha)
pallidum, trachypterum, liaspis, Blanchard; A. (Chorotypus) fenestratum, S.; A. (Tetrix) Haipago, S.
en uncinatum, S. Van Tranquebar is aan het Museum alhier medegedeeld: A. (Phymateus) scabio-
sum, F.; van China A. (Acridium) (lavicorne, S., consanguineum, S. of succinctum, B. en robustum, S.
Van Oost-Indië, zonder nadere opgave van woonplaats, zijn nog beschreven: A. (Teratodes) montieollis,
Gray, S.; A. (Acridium) flavescens, F. en alacre, F.; A. (Oxya) furciferum, S. en fusco-vittatum, Marsh.;
A. (Batrachotetryx) granulata, B., misschien eene niet ontwikkelde Pneumora.
Op Japan zijn door de Heeren von Siebold en Burger verzameld: A. (Truxalis) nasutum, L., psitta-
einum, n. sp.; A. (Acridium) consanguineum var. minus, n. en plorans, Charp.; A. (Oxya) velox, F.;
A. (Oedipoda) flavum, L., vulneratum, n. sp.; A. (Gomphocerus) Tamulus, F. of trieoloripes, F.;
A. (Tetrix) bispinosum, Daim. en gibbosum, n. sp. — Van Manilla bragt de Heer Cuming A. (Ilyme-
notes) 3-angularis, Westw. — Op het eiland Celebes vond de Heer Forsten, bij Tondano: A. (Truxalis)
psittacinum, Hag.; A. (Acridium) ruficorne, F. of ranaceum, B.; A. (Oxya) infuscatum, n. sp., velox, F.
of hyla, S., abbreviatum, S.; A. (Oedipoda) nigro-fasciatum, Latr.; A. (Gomphocerus) tamulus, F. var.;
A. (Telrix) gracile, n. sp. en breve, n. sp.; van Macassar kennen wij nog slechts: A. (Truxalis) nasutum;
A. (Acridium) consanguineum var. minus. *— Op Amboina komen voor: A. (Acridium) ruficorne, F. of
ranaceum, B., melanocorne, S.; A. (Oxya) luteolum, S., bumile, S. en dimidiatum, u. sp. • Op Borneo
heeft de Heer Muller, in de omstreken der rivier Doeson, verzameld: A. (Truxalis) psittacinum, n. sp.;
A. (Opsomala) taeniatum, S.; A. (Pyrgomorpha) Novae Guineae, n. sp.; A. (Trigonopteryx) punetatum,
Charp.; A. (Acridium) consanguineum, S.; A. (Oxya) humile, S., dimidiatum, n. sp.; A. (Gomphocerus)
tamulus, F. var.; A. (Mastax) crenatum, n. sp.; A. (Choroetypus) gallinaceum, Fabr. en fenestratum, S.;
A. (Tetrix) Belzebuth, S., ferrugineum, Westw., hexodon, n. sp. en bispinosum, Daim. Nog vond
de Heer Diard, bij Pontianak: A. (Mastax) agrionoides, n.sp. —Het eiland Sumatra en meer bepaaldelijk
Batang Singalang, in de omstreken van Padang gelegen, leverde den neer Muller op: A. (Truxalis)
nasutum, L. en psittaeinum, n. sp.; A. (Trigonopteryx) punctatum, Charp.; A. (Acridium) consanguineum,
S. var.; A. (Oxya) infuscatum, n. sp., humile, S., afline, n.; A. (16) macula lutea, n. sp.;
A. (Oedipoda) flavum, L., caliginosum en vulneratum, n. sp.; A. (Mastax) agrionoides, n. sp.; A. (Tetrix)
Belzebuth, S., productum, S., bispinosum, Daim., cephalieum, n. sp. — Java’s westelijk gedeelte,
of de Residentie Bantam en Kraw'ang benevens de Preanger-Regentschappen, is het meest onderzocht
geworden. Deszelfs Fauna, ten opzigte van het geslacht Acridium, is tot de volgende soorten bepaald:
A. (Truxalis) nasutum en psiltaeinum, n. sp.; A. (Opsomala) bicolor n. en fumosum, S.; A. (Pyrgomorpha)
crenulatum, F., chloropus, n., haematopterum, n.; A. (Phymateus) punetatum, F., B.;
A. (Aeridium) melanoeorne, S. en luteicorne, S.; A. (Oxya) obtusum, n., infusealum, n., luteolum, S.,
humde, S., velox, F. of hyla, S., foedatum, S., micropterum, n. sp., abbreviatum, S.; A. (16) Hagen-
bachii, n. sp.; A. (Oedipoda) migratorium, L. var., ealiginosum, var., vulneratum, n. sp.; A. (Gomphoeerus)
tamulus, Fabr.; A. (Mastax) eyelopterum, n. sp.; A. (Chorotypus) gallinaceum, F.; A. (Tetrix)
cornutum, n., phylloeera, n., dilatatum, n., breve, n., produclum, S., bispinosum, Daim. en gracile, n.
Serville voegt nog hier bij: A. (Opsomala) taenialum, S. en A. (Xiphicera) azureipenne, welke onbekend
zijn. — Tan Timor-Koepang bevat het Museum: A. (Opsomala) pisciforme, S., eene nimf van
de groep Pamphagus met korte breede dijen, verwant aan A. serripes; A. (Acridium) consanguineum,
S. var.; A. (Oxya) humile, S.; A. (Gomphoeerus) tamulus, F. A. (Oedipoda) subfasciatum, n. sp.
is van het eiland Poeloe Samoe afkomstig. — Nieuw-Guinea’s zuid-westkust leverde op: A. (Pyrgomorpha)
Novae Guineae, n. en brachypterum, n. sp.; A. (Aeridium) consanguineum, S.; A. (Oxya)
unistrigatum, n.; A. (Hymenoles) arcuatum, n.; A. (Tetrix) breve, n. var. en emarginatum. Van
Nieuw-Holland zijn de volgende soorten beschreven: A. (Opsomala) sordidum, S.; A. (Xiphocera) ruri-
cola, B.; A. (Tropinotus) Australasiae, Leach of einnamomeum, S.; A. (Acridium) sparsum, S.; A. Caloptenus)
earbonarium, S.; A. (Oedipoda) citrinum, B. of pietum, Leaeh; A. (Ommexecha) gracile, B.
Van Van-Diemensland zijn insgelijks voorhanden: A. (Oedipoda) citrinum, volkomen overeenkomstig met
exemplaren, van de Kaap de Goede Hoop ontvangen, benevens A. (Truxalis) nasutum, L.
Van Noord-Amerika beschrijft Kirby, in zijne Fauna Boreali-Amerieana: A. (Locusta, Leach)
leucostomum en verruculatum; A. (Tetrix) granulatum, Kirby. Van de Vereenigde Staten heeft
de neer Troost de volgende soorten uit Tennessee medegedeeld: A. (Opsomala) marginieolle, S.;
A. (Rhomalea) gigantea, B, of Marei, S.; A. (Acridium) carneipes, S., welke als eene variëteit van
A. flavofasciatum, S. is aan te merken; A. (Caloptenus) femur rubrum, S.; A. (Oedipoda) carolinum, L.,
xanthopterum, B., sulphureum, F., sordidum, B., virginianum, S., discoideum, S.; A. (Tetrix) oxy-
cephalum, B. of cucullatum, B. en arenosum, B. Verder worden nog van Garolina en van de Vereenigde