tlalis, fuscescenlibus, nervis transversis pallidis, area anlica ultra medium macula coeruleo-alra, extus
albo fasciata; pedibus posterioribus elongatis, tenuibus; abdomine parallelo. Brasilia. Long. corp. 2".
Long', pron. 7'".
38. M. (MANTIS) BIFASCIATA, n. sp.
Femina. Ginerea; elytris apice rotundatis, infra flavis, fasciis transversis duabus ultra medium,
facie superiore pallidis, inferiore atris, opacis; alis rotundatis, coeruleo-nitentibus, nervis transversis
pallidis; area antica obscuriore, apice cinereo; pedibus posterioribus abbreviatis; tibiis annulatis;
prothorace ante medium infra trifasciato; abdomine dilatato. Cuba. Long’, corp. 1 6 . Long.
proth. 5è'". Lat. abd. 5¥".
41. M. (MANTIS) IIETEROPTERA, u. sp.
p i . x v in . <? fig. i. ? fig. 2.
Alis discoloribus in utroque sexu; prothorace perelongato; abdomine luteo, fuseo-annulato; coxis
anticis apice nigro-fasciatis, femoribus anticis fuseo-3-fasciatis.
Mas. Elytris alisque hyalino-infumatis. Long. corp. 2" 7'". Long. proth. 14"'. Lat. proth. 1 .
Long. elytr. 1" 5'". Lat. abd. 2'".
Femina. Elytris cinereis, fusco-punctatis; stigmate lacteo, puncto nigro; alis fuscis, venis transversis
pellucidis, prope apicem albo-fasciatis, apice ipso obscuro. Long. corp. 2 ' 3"'. Long. proth. 13 .
Lat. proth. l¥ ". Long. elytr. 15'". Lat. abd. 3§'". Java, Banjermassing, Tondano (Celebes).
Het verschil tusschen de seksen dezer soort is overeenkomstig met dat, hetwelk men tusschen de mannetjes
en wijfjes van M. cingulata, Stoll waarneemt, waarvan het mannetje, vroeger onbekend, in
bovenstaande tafel gekarakteriseerd is volgens een voorwerp, door Prof. Klug aan het Leidsche Museum
medegedeeld. De sprieten zijn bij de mannetjes sterker, 15'" lang, bij de wijfjes zeer fijn en 6'" lang.
De voorborst is zeer verlengd, smal, fijn getand langs den buitenrand en bij de wijfjes van voren zeer
kort gedoomd op de rugzijde. De beide vleugels zijn verlengd, vrij smal, geheel doorschijnend, rook-
kleurig, slechts een weinig donkerder aan den top bij de mannetjes. De bovenvleugels der wijfjes daarentegen
zijn ondoorschijnend, asehgraauw, donker aan den top en eenigzins donker gemarmerd boven de
helft der lengte; de ondervleugels bruin, licht geaderd, het voorveld donkerbruin met eenen hemels-
blaauwen weérschijn; bij den top ligt een witte band en de top zelf is bruin. Bij beide seksen geven
de tweede en derde ader der bovenvleugels éénen tak af; de vijfde ader van het voorveld der ondervleugels
insgelijks éénen tak; de eerste ader van het achterveld twee takken. Bij de mannetjes heeft de
vierde ader der bovenvleugels drie takken, waarvan de binnenste eens onderverdeeld is; bij de wijfjes
geven beide takken van gemelde ader éénen lak af. De poolen zijn dun; de middel- en achterscheenen
hebben twee of drie lichtere ringen; de dijen van dezelfde pooten zijn rolrond, geknot aan den top bij
de mannetjes; bij de wijfjes daarentegen met eenen kielvormigen achterrand, platgedrukt bij den top,
met twee uitstekende doornen.
42. M. (MANTIS) PARALLELA, w. si*.
(M. cingulata, Burin.)
Pronte inter ocellos superos spinulis duabus aculis armata; protboracis margine per totam longitudi-
nem spinuloso; elytris parallelis, fusco-3-fasciatis et punctatis, limbo anteriore supra costam angusto,
apice non sinuato; femorum anticorum coxis apice fuscis femoribusque utrinque trifasciatis; abdomine
luteo, fusco-fasciato.
Mas. Elytris, limbo anteriore viridi excepto, alisque, apice fusco excepto, hyalinis; pedibus mediis
posticisque rectis angustis. Long. corp. 2"; proth. 11". Lat. elytr. 4///.
tem in a . Elytris viridibus, area interna fusca; alis fuscis, nervis transversis hyalinis, margine
anteriore apiceque livido; pedibus mediis et posticis incrassatis, femoribus tetragonis, acuto-angulatis;
tibiis subincurvatis, supra medium crassioribus. Long. corp. 2" 6"'; proth. 13"'. Lat. elytr. 4'". Brasilia.
Beide seksen dezer soort zijn het Museum, onder den naam van M. cingulata, Drury, door Prof. Klug
te Berlijn, geworden.
43. M. (MANTIS) BIDENS, F.
(Cingulata, Drury, Serville.)
Fronte inter ocellos superos spinulis duabus acutis armata; prothoracis margine antrorsim distincte,
inde vix spinuloso; elytris fusco bifasciatis, limbo anteriore dilatato, versus apicem sinuato; pedum
anteriorum coxis infra apicem fascia fulva notatis.
Mas. Elytris? viridibus sinu profundiore, alis obtusioribus quam in feminis (Serville).
fem in a . Elytris viridibus, area interna fusca; alis fuscis, nervis transversis concoloribus, ante
apicem fascie subhyalina, limbo anteriore foseescente; pedibus uti in praecedente. Long. corp. 3";
proth. 18'". Lat. elytr. 6'". Brasilia, Mexico, Antilles.
Mantis chlorophoea, Blanchard (Theoclyles, Serv.), bij New-York gevonden, verschilt van deze
twee soorten, door platte hoorns aan den kop, en M. cingulata, Stoll f. 32, door een geheel plat,
ongedoornd hoofd.
E.
A. ) Prothorace ovalo.
a.) Non tuberculato..................................................................................................................47. Bu r meister i, n. sp.
A.) 6-tuberculalo.......................................................................................................................48. Servillei, n. sp.
B. ) Prothorace lineari, angusto.
a.) Elytris hyalinis, nigro-strigatis.
A.) » viridulis..........................
49. Phryganoid.es, n. sp*
50. Tortricoides, n. sp.