VERKLARING DER PLATEN,
-3»©*+-
PLAAT 5.
Monitor prasinus, van boven gezien, en de kop tevens
van de zijde ; in natuurlijke grootte.
PLAAT 6.
Monitor Dumerilii, fig. 1, het dier, in natuurlijke
grootte, van boven gezien; fig. 2, de kop afzonderlijk,
van de zijde geteekend; fig. 3 , schubben van den buik;
fig. 4, omtrek van den staart, tegen het einde van het
achterste derde gedeelte; fig. 5, omtrek van hetzelfde
deel, omstreeks het begin van het voorste derde gedeelte.
OVER
DE, IK DEK IKDISCHEK ARCHIPEL VOORKOMENDE SOORTEN VAN HET SLANGENGESUCHT
TRIGON« L E P II ALU S,
DOOR
SA L . M ÜL LER EN H E RM . S C H L E G E L .
{ P la n t V U . )
D e slangen, in de rangschikkende stelsels, naar de driehoekige, hartvormige gedaante van haren
kop, onder den geslachtsnaam Trig o n o c ep h a lu s bekend, vormen met de ratelslangen (Crotali) en de
adders (Yiperae) de familie der eigenlijke vergiftige slangen, welke zich van de overige vergiftigen, door
haren ineengedrongen, krachtigen bouw, haren dikken, duidelijk van het ligchaam afgezonderden kop,
en de sterke ontwikkeling harer gifttanden kenmerken. Deze drie geslachten zijn gemakkelijk van elkander
te onderscheiden, doordien de ratelslangen groeven bezitten tusschen de neusgaten en de oogen,
en de staart daarenboven met eenen, uit horenachtige ringen zamengestelden ratel voorzien is, terwijl
deze ratel bij de Trigonocephali, en beide genoemde hoofdkenmerken bij de adders of Yiperae ontbreken.
De Trigonocepbali werden tot nog toe slechts in Azië en Amerika gevonden (*); maar zijn in die
werelddeelen, van de Yereenigde Staten tot Patagonie, en van het zuidelijke Siberië en Japan over
(*) Lacépède (Ann. du Museum, T. 4, p. 197) geeft ook Nieuw-Holland als vaderland van Trigonoceph. viridis
op, en in deze opgave is hem Schlegel (Essai sur la phys. des Serpens, T. 2, p. 545) gevolgd. Wij hebben
echter reden te gelooven, dat de door Péron van zijne reis medegebragte en door Lacépède beschrevene voorwerpen,
niet daar, maar op Timor verzameld zijn geworden, aangezien deze soort door geen’ later reiziger op Nieuw-Holland
is waargenomen, en Péron verscheidene andere dieren van Timor, zoo als onder anderen Monitor timoriensis, ten
onregte als van Nieuw-Holland afkomstig, aan het Museum te Parijs heeft overgemaakt.
Reptilia. 13