y an do len noorden der Sunda-eilanden gelegen Spaansche Bezitlingen, mag men binnen konen lijd,
door den lieer Cuming, die zich, gedurende onderscheidene jaren, met het natuurkundig onderzoek
der Philippijnsche eilanden onvermoeid heeft bezig gehouden, belangrijke uitkomsten te gemoet zien.
De Heer Meyen maakt de waarneming bekend (*), dal de Land-Mollusken zich daar, even als de insek-
ten, bijzonder vermenigvuldigen. In de Sunda-eilanden, op Nieuw-Guinea en Japan is daarentegen
eene bijzondere sehaarschheid aan soorten van het geslacht Helix. Noordelijk van de Lucon-cilanden is
Japan het eenige land, waarvan de voortbrengselen der natuur in derzelver geheelen omvang bekend
zijn. De Fauna van Japan wijkt van de Javaansche zeer af, en heeft veel meer overeenkomst met die
van het vasteland van Azië en Europa. Men vindt in de omstreken van Nagasaki eene Buprestis, welke
de B. mariana bijna gelijkt; eene Tetyra, die bijzonder veel heeft van de T.nigrolineata; Papilio Machaon
is hier zeer algemeen, en van het in den Indischen Archipel ontbrekende geslacht Carabus, vindt men er
insgelijks eene soort. Het is eene belangrijke daadzaak, dat de fossile Mollusken van Panna en Piacenza
vele punten van overeenkomst opleveren met diegenen, welke in de Japansche zeeën voorkomen. Nergens
heeft men de soorten van Pleurotoma en Cancellaria in zulk eene menigte aangelroffen, als in de
zeeën van Japan en in genoemde Italiaansche bekkens; zelfs is aldaar eene Mitra voorhanden, welke
van de Mitra scrobieulata Broeeki niet mag worden afgezonderd.
Yan deze algemcene trekken over de natuur des Indischen Archipels, gaan wij over tot de geographi-
sche verbreiding der Papilionidea.
Java levert de meeste vertegenwoordigers op uit de onderscheidene groepen. Ornithoptera Amphrisius
en Heliacon, P. Lampsacus, Priapus, Memnon, Coön, Peranthus, Arjuna, Helenus, Cresphontes,
Agamemnon, Bathycles, Eurypylus, Evemon (Eurypylus var.), Sarpedon, Fayeni, Antipathes, Poly-
dorus, Pammon, Nox, Macareus en Leptoeireus Curius zijn aldaar in mindere of meerdere mate
verspreid. Langs de rivier Doeson op Borneo, heeft de Heer Muller de volgende soorten gevonden:
O. Amphrisius, P. Memnon, Coön, Nephelus, Cresphontes, Agamemnon, Bathycles, Eurypylus,
Sarpedon, Antipathes, Antiphus, Melanides n., Pammon, Nox, Macareus, Laodocus n. en Lept. Curius.
De Heer Diard heeft bij Pontianak nog P. Priapus aangetroffen. Hieruit is op te maken, dat Helenus
op Borneo door Nephelus; Polytes en Polydorus door Antiphus en Melanides vervangen worden. Van
de westkust van Sumatra heeft het Museum bekomen: 0. Amphrisius, P. Memnon, Palinurus, Pammon,
Agamemnon, Sarpedon, Antiphus en Leptoe. Curius. De Heer Boisduval vermeldt ook nog van daar:
0 . Heliacon, P. Theseus (Antiphus ¥) Helenus en Ageslor, als vervangende aldaar Macareus. Yan de
Javaansche vormen zijn op Sumatra tot nog toe niet gevonden: Lampsacus, Coön, Helenus, Cresphontes,
Agamemnon, Bathycles, Eurypylus, Evemon, Payeni, Antipathes, Nox. Palinurus vervangt er
Arjuna en Antiphus, even gelijk op Borneo Polydorus en Polytes.
Aan Timor zijn tot nog toe uitsluitend eigen P. Oenomaus en Liris, twee soorten die, hoewel tot
verschillende groepen behoorende, echter veel verwantschap tot elkander hebben, zoo als ter zijner
(*) Jteise urn die Erd c, 11. 269.
plaatse verder zal worden aangetoond. P. Polydorus, Polytes of Antiphus zijn er niet ontdekt; daarentegen
komt er van dezelfde groep P. Polypliontes voor, welke de Heer Payen ook op Makassar gevonden
heeft. De P. Agamemnon en Peranthus van Timor-Koepang zijn veel kleiner dan de Javaansche;
P. Helenus vormt er eene bijzondere verscheidenheid; P. Pammon komt geheel met de Javaansche
overeen; P. Echidna is er de plaatsvervanger van P. dissimilis.
Aan de zuid-westkust van Nieuw-Guinea hebben onze reizigers verzameld: O. Priamus, Tithonus n.,
Heliacon, P. Gambrisius var., Ormenus, Amhrax, Axion, Codrus, Eurypilus en Sarpedon. Yerder
heeft de expeditie van de Coquille en van de Astrolabe, van het noord-oostelijk gedeelte bij Doreï,
nog overgebragt: P. Pheslus, Severus, Amanga en Pammon. De vormen der 6do groep vermenigvuldigen
zich bijzonder op Nieuw-Guinea; van de overige Javaansche soorten is aldaar niets voorgekomen.
Op Celebes heeft Majoor Trefs, bij Makassar, O. Remus, P. Ascalaphus, Rhesus en Aristaeus gevonden;
Dr. Muller P. Leohotes n., Nephelus en Severus; de Heer Payen O. Haliphron en P. Androeles.
Het dislrikt Gorontalo, aan het zuiden van de noordelijke landtong gelegen, heeft aan Prof. Reinwardt
opgeleverd Pap. Doreus n. sp. Uit dit een en ander is te besluiten, dat, even als op Nieuw-Guinea
de 6do groep van Papilio zich zeer vermenigvuldigt, op Celebes daarentegen de soorten van de 1 6de
groep bijzonder in getal van vormen toenemen.
In de Molukkcn kent men van Ternate tot nog toe alleen P. Ascalaphus; van Boeroe P. Empedoeles;
van Amboina O. Priamus, Remus, Hellen, Amphimedon (Hellen ?), P. Blumei (Palinurus var.),
Severus, Helenus, Gambrisius, Drusius, Codrus, Eurypilus, Sarpedon, Aristaeus, Ileetor, Leohotes n.,
Polydorus en Deucalion.
Ten zuiden van de Sunda-eilanden vindt men, volgens Donovan, in Nieuw-Holland op Nieuw-Zuid-
Wallis: P. Antinous, Ilioneus, Ereetheus (Gambrisius var.), als ook Euryeus Cressida en Harmonides:
vormen, die den Parnassius van de Zwitsersehe Alpen in de gedachte terug roepen. P. Maeleayanus
Leach vervangt er P. Eurypilus van Java. In deze uitgebreide landstreek komt verder nog P. Sthenelus,
Anactus en Gambrisius voor.
Op Madagaskar, Isle de France en Bourbon, aan de uiterste westelijke grenzen van den Indischen
Oceaan, vermenigvuldigen zich, volgens Dr. Boisduval, die de Fauna van deze streken beschreven
heeft, de ridders met donker hlaauwe vlekken op de vleugels, als P. Oribazus, Phorbanta, Epiphorbas,
disparilis van de 10d<=, benevens Cyrnus en Endochus van de 15dS en Evomhar van de 16de groep.
Ten noorden sluiten zich de Philippijnsche eilanden, volgens onderzoek vanD'.Eschhollz, zeer na aan de
Sunda-eilanden aan. DeFauna van Manilla komt nader aan die van Batavia, dan aan die der omstreken van
Nagasaki op Kiusiu. Gemelde reiziger vond er namelijk O. Amphrisius (Astenous, Eschh.),P. Memnon var.
ï Agcnor (Rumanzovia, E.), Antiphus (Kotzebuea, E.), Pammon (Ledebouria, E.) en Emalthion (Krusensternia,
E.). Buitendien geeft de Heer Boisduval van het eiland Lucon nog opO.RhadamanlhusenP.Descombesi.
Insecta. 2