Abdominis artieulis 21™* anterioribus sensim a basi latioribus; tertio medio angulalo; 4°, 5° et 6° paral-
lelo; T abrupte angustiore. Vagina trigona, acuta, lobis internis apicem abdominis articuli ultimi
aequantibus. Tondano (Celebes). Itin. Forsten.
Met den vorm van de voorschoenen der middel- en achterpooten van P. siccifolium, vereenigt deze
soort den vorm der voordijen van Phyl. pulchrifolium. Zeer bijzonder is echter de lengte der vleugels,
welke met de helft der dekvleugels gelijk staat.
P. (PHYLLIUM) CRURIFOLIUM, Stuv.
Femorum anticorum lobis internis et exlernis inaequalibus; femoribus mediis ovatis; tibiis anticis
utrinque, mediis parte superiore foliaeeis; abdomine ovato. Vagina abbreviata obtusa; lobis vaginae
internis dimidium articulum nonum vix aequantibus, angustis. Loetontoer (Borneo).
P. (PHYLLIUM) PULCHRIFOLIUM, Serv.
PI. XV. ï lig. 6.
Femorum anticorum lobis inaequalibus; externis ter latioribus internis, angulatis, trigonis; femoribus
mediis rhomboideis, dentatis; tibiis anticis utrinque, mediis et posticis parte superiore foliaeeis; abdomine
medio parallelo, artieulis duobus anticis angustioribus, latere sinuatis; artieulo septimo posterius
truneato, sinuato, bis et dimidio latitudinem articuli octavi superante; vagina abbreviata, obtusa; lobis
vaginae internis dimidium articulum nonum vix aequantibus augustis. China, Java, Borneo, Sumatra
(Batang Singalang).
De kop is aan de bovenzijde plat, zonder verhevenheid aan de achterzijde. De dekschilden zijn 1" 7
lang en T" breed. De scheede is plat, in het midden kielvormig, aan het einde stomp.
G R O E P V. PR ISO PU S , Gray, B.
(Platytclus, Gr.)
Elytra duas tertias partes alarum aequantia. Prothorax et mesothorax quadratus, longitudine aequalis.
Pedes eiliati; femora membranaeea, dilatata.
De beschrevene soorten dezer groep, P. flabelliformis, Stoll PI. 18. fig. 65; Serv. p. 283; en P. spi-
nieollis, Burm. (? Platytelus horridus, Gray); en P. Ohrtmanni, Licht, (spinieeps, Burm.) hebben allen
ronde ondervleugels; bij de volgende Kaapsehe soort zijn deze echter langwerpig. Al de gemelde vormen
hebben dekvleugels, die t gedeelte van de lengte der vleugels evenaren. — Prisopus Marehali, Serv.
met bovenvleugels van drie lijnen lengte, even als Pbasma linearis, Fabr. »elytris brevissimis basi sub-
spinosis, femoribus anticis membranaceis” schijnen eerder tot de zevende groep Xeroderus, Gray of
Creoxylus, Serv. te behooren.
P. (PRISOPUS) HORSTOKKII, a. sr.
PI. XII. fig. 1. s
Femina. Alis oblongo-arcuatis, pcllueidis; nervis transversis fuseo-maeulatis; area antica pallido-
cinerea, nigro-maculata; apice uli et elytris cinereo-fuscis; capite depresso, piano, inaequali posterius
spinuloso, pone oeulos carinato; prothorace et mesothorace pallide cinereo laevi suberoso. Prom, bonae
spei. Long. corp. 2" 6'". Long, proth. 21"'. Long, mesoth. 3"'. Long, elytr. I " 5'". Long. alar. 2".
Lat. alar. I" 51'".
De kop heeft van achteren eene rij van zes korte puntjes, benevens twee korte zijdelingsehe kammen
achter de oogen. De dekschilden zijn boven het midden lichter, met eene hruine vlek, nagenoeg op
het midden, en vier bruine strepen op den top. Het voorveld der ondervleugels heeft de beide aderen
in twee takken verdeeld bij den oorsprong; de onderste tak der tweede ader is buitendien nog tweemaal
gegaffeld. Het achterveld heeft 15 aderen, waarvan de vijf eerste bij den grond vereenigd zijn. De
vier eerste leden van het achterlijf zijn rolrond; het vierde lid is de helft korter, dan het derde; de
volgende vier leden bezitten zijdelingsehe lappen, die eene schuine rigting naar beneden hebben. De
vorm der pooten komt geheel overeen met dien van P. spinieeps, Burm.; zij zijn sterk behaard en hebben
de dijen gekarteld.
G RO E P VI. ASCEPHASMA, W estw.
(Perlamorpha, Serv.)
Elytra brevissima, spiniformia vel stipulaeformia.
A. ) Ascephasma annulipes, Westw. (hieroglyphieum, Curt.). Caput planum. Oeuli globosi. Antennae
longitudinem corporis aequantes. Stigmata prothoraeis antica protuberantia. Mesothorax prothoracis
longitudini subaequalis. Elytra spinaeformia obtusa, basi alarum adhaerentia. Femora antica recta,
non sinuata. Maris articulus ultimus abdominis obtusus, praecedentibus latitudine aequalis; feminae
compressus, medio carinatus. Cerci anales marum apice bieornuti, feminarum obtusi.
B. ) Caput eonvexum. Antennae corpore breviores. Oculi globosi. Stigmata prothoraeis non mar-
ginata. Mesothorax prothorace dimidio longior. Elytra stipulaeformia, obtusa. Femora antica recta
basi non sinuata. Maris abdominis articulus ultimus obtusus, non incrassatus. Cerei anales utriusque
sexus apice obtusi.
C. ) Perlamorpha Peleus, Gray et affines. Caput planum. Oculi convexi. Antennae abdomine
breviores. Stigmata prothoracis antica non protuberantia. Mesothorax prothorace distincte longior.
Elytra spinaeformia apice acuta, soluta. Femora antica basi sinuata. Maris articuli duo ultimi abdominis
convexi latiores, cum vagina sursum incurvati; feminae compressi, medio earinati, vagina vix
ineurvata. Cerci anales utriusque sexus acuti.
ra
BilOESiJ