Deze vogels, welke alle het kenmerk gemeen hebben, dat hun bovensnavel van twee landen voorzien
is, worden om deze reden, in de stelsels gewoonlijk achter de eigenlijke tweetandige valken (Falco
bidentatus, Lath. PI. col. 38. en Falco diodon, Lath. PI. col. 198. of Bidens femoralis, Spix, Av. Bras.
Tab. 8, beide van Brazilië) geplaatst. Yergelijkt men echter deze vogels onderling en met de zoogenaamde
edelvalken, aan welke zich de laatste aansluiten, zoo vindt men aldra, dat zij groote verscheidenheden
aanbieden en dat de soorten der groep Lophotes, in meer dan een opzigt, op zich
zelven verdienen te staan, of in de nabuurschap van zekere andere, zeer onedele roofvogels, de
Cymindis, geplaatst te worden. Om deze stelling te bewijzen, willen wij de voornaamste kenmerken
der tweetandige valken aanvoeren en hunne verwantschappen uiteenzetten.
De eigenlijke tweetandige valken, Bidens, Spix, of ïïarpagus, Yigors, waartoe de beide bovengenoemde
soorten uit Brazilië: Falco bidentatus en diodon, behooren, en onder welke door sommigen,
zoo als b. v. door Swainson (*), maar zeker ten onregte, ook Falco coerulescens, Lath., van de westelijke
Sunda-eilanden, en Falco rufipes, Besecke, uit Europa, geteld worden, onderscheiden zich van de
edelvalken en zelfs van de toorn valken, behalve door de aanwezigheid van eenen dubbelen tand in den
snavel, door hunne kortere en veel meer afgeronde vleugels, zoodat bij hen de vierde en niet de tweede
slagpen de langste is; verder door hunne hoogere pooten en voornamelijk door de veel kortere teenen,
welke echter van onderen met balletjes, als bij de eigenlijke valken, voorzien zijn.
Die valken met dubbelen tand daarentegen, welke onder het geslacht Lophotes begrepen worden,
wijken van de voorgaande en, in eene nog hoogere mate, van de eigenlijke valken door de volgende
kenmerken af. Hun bovensnavel is minder hoog en langer, en derhalve zwakker; de tanden zijn
minder groot en veel minder krachtig; de ondersnavel heeft in stede van twee, gewoonlijk drie tand-
achtige uitsteeksels; de hairvedertjes der teugels zijn aan den wortel, even als gewone vederen, met
fijne draadjes voorzien; de neusgaten zijn niet rond, maar langwerpig; de vleugels zijn, ofschoon de
slagpennen dezelfde onderlinge verhouding hebben, veel langer dan bij Bidens; de staart is insgelijks
langer; de voetwortels zijn van voren, in plaats van met ééne reeks, met twee of drie reeksen kleine
schilden bekleed; de pooten en voornamelijk de teenen zijn veel korter; de nagels minder gekromd en
zwakker; de teenen slechts aan de punt van onderen met een balletje voorzien, en de geheele ondervlakte
van den poot veel breeder, en als het ware eene soort van zool vormende, meer tot zitten, dan
tot het grijpen en vasthouden der prooi geëigend. Eindelijk is hun achterhoofd met eene kuif voorzien
en hunne kleurverdeeling geheel verschillend.
(*) The N a tu r. b ist. etc. of B ird s, II. p. 213. Falco coerulescens en F. rufipes hebben evenmin eenen dubbelen
land in den snavel als F. candicans; hunne vleugels zijn puntig, even als bij de eigenlijke valken, en niet de
vierde, maar de tweede slagpen is de langste; eindelijk zijn hunne teenen veel langer, dan bij het geslacht Bidens,
voornamelijk bij Falco coerulescens, welke met F. sericeus, Kitllitz (Faucon de la Gironnière, Voy. de la Boni te,
Ois. PI. 1.) van de Philippijnsche eilanden, eene kleine groep vormt onder de edelvalken, en voor het minste niet
met F. rufipes in eene en dezelfde afdeeling kan gebragt worden.
Gaat men de opgenoemde kenmerken na, zoo is het duidelijk, dal deze vogels geheel en al van de
eigenlijke valken en zelfs van de eigenlijke dubbeltandige valken (Bidens) afwijken en, aan den eenen
kant, door hunne, gedeeltelijk met volmaakte vederen bekleede teugels, tot de wespenbuizerts (Pernis),
aan den anderen kant daarentegen, en hoofdzakelijk door het maaksel hunner pooten, tot de Cymindis naderen,
en vooral tolCymindis uncinatus,Illiger,die zelfs in de kleurverdeeling metLophotes overeenstemt.
Deze overeenstemming is echter niet van dien aard, dat zij eene vereeniging van de ondergeslachten
Cymindis met Lophotes zoude kunnen regtvaardigen, aangezien de eerstgenoemde roofvogelen zich van
de laatste genoegzaam onderscheiden, zoowel door het gemis eener kuif en der tanden in den snavel,
als door hunne kortere vleugels, bij welke de vijfde slagpen en niet de vierde langer dan de overige is;
en eindelijk door den aard der bekleeding hunner teugels, welke alleen uit hairvedertjes bestaat. —
Het is zeer waarschijnlijk, dat ook de levenswijze dezer verschillende roofvogels afwijkingen aanbiedt;
daar wij echter van die der Lophotes tot heden volstrekt niets weten, kan ook dienaangaande voor als
nog niets beslist worden.
De soort, welke bet onderwerp van deze verhandeling uitmaakt, Falco (Lophotes) Reinwardtii, is
zeer gemakkelijk van Falco lophotes te onderscheiden door hare aanmerkelijke!’ grootte, haren langeren
staart en verschillende kleur. Daarentegen heeft zij groote overeenkomst met Falco (Lophotes) sub-
cristatus van Nieuw-IIolland, van welken zij echter onderscheiden is door een weinig hoogere pooten,
een’ krachtiger, hooger en sterker gekromden snavel, en door eenige afwijkingen in de kleuren, wier
verdeeling echter bij deze beide soorten in de hoofdzaak overeenstemt.
Wat de Aviceda cuculoïdes, Swainson betreft, die in de meeste opzigten met Lophotes overeenstemt,
doch door het gemis eener kuif en de aanwezigheid van eenen enkelen tand in den ondersnavel afwijkt,
en derhalve tot Bidens schijnt te naderen: wij kunnen niets nader van dezen vogel vermelden, vermits
wij hem niet in de natuur gezien hebben.
Na deze algemeene beschouwing omtrent de rangschikking van den onderhavigen nieuwen valk en
zijne verwantschap met andere, reeds bekende soorten, laten wij hier eene uitvoerige beschrijving van
denzclven volgen.
FALCO (LOPHOTES) REINWARDTII.
Deze vogel werd het eerst door den noogleeraar Reinvvardt, gedurende zijne reis naar de Molukken
(in 1821), in de omstreken van Manado op Celebes, ontdekt, en drie mannelijke voorwerpen van den-
zelven door hem aan het Museum toegezonden. De Heer Diard nam dezen valk in de omstreken van
Pontianak, op Romeo, waar, en zond ons een aldaar geschoten wijfje. Een ander wijfje ontving het
Rijks-Museum onlangs van den Heer Forsten, die hetzelve bij het meir Tondano, op Celebes, en dus
in dezelfde streek, waar de Hoogleeraar Reinwardt zijne voorwerpen magtig werd, verkregen had.
Het verschil der grootte bij de geslachten van dezen vogel is zeer aanmerkelijk, zoo als uit de volgende
opgaven der afmetingen blijken kan.
Aves.