
 
        
         
		MORSmTi * 120' * OVX *  (ä»e  voor  DVGIS!)  S25#OB'* GVB'* PR.  
 d.  i.  Nieuwe  munt  van  den  Hertog  van  Sahen,  Bestmrder  van  Friesland. 
 Op  de  kz.  bevindt  zieh  een  groot,  versierd,  vierbeenig  kruis,  hebbende  in  
 deszelfs  hart  het  wapenschildje  van  Saksen  (1),  en  tusschen  de  vier  beenen  
 beurtelings  een  arendje  en  een  leeuwtje.  Omschriffc: 
 2EßßO  1  25 * B2OT  |  TZkl * DO  | MI'*  1505.  
 d.  i.  In   het jaar  na  de  gehaarte  des  Heeren  1505. 
 Z.  B.  weegt  1,8  w.  Kwam  ons  voor  in  de  Verzameling  van  het  Friesch  
 Genootschap,  alsmede  in  die  van  de  stad  Leeuwarden;  verder  in  die  van  de  
 Heeren  otto  keer  te  Amsterdam,  en  Mr.  j .  h.  quintus  te  Groningen;  is  
 Aus  van  Z®. 
 N"  7  zal  wel  de  ort  of  vierde  scilling  of  stndver  der  Instructie  zijn;  waar-  
 schijnlijk  zijn  het  scheysken,  eene  zeer  kleine  munt,  en  de  nog  kleinere,  het  
 halff  scheysken ,  verloren  gegaan. 
 Vz.  Rond  wapenschild  binnen  eenen  parelcirkel,  als  voren.  Omschrift: 
 >J«  GSORG' * DVX * SKltO * GVB' * PS 
 Op  de  kz.  een  versierd,  gevoet,  vierbeenig  kruis,  met  een  roosje  in  het  
 hart,  gecantonneerd  door  vier  arendjes.  Omschrift: 
 t j r r o  * D o m m i .  sßäecaececv  
 d.  i.  In  het jaar  des  Heeren  1505. 
 Z.  B. _weegt  0,5  w.  en  is  van  Zs ,  daar  het  eenig  bekende  exemplaar  be-  
 rust  in  de Verzameling  van  het  Friesch  Genootschap,  waarin  het  ten  jare  1842  
 overging  uit  het  beroemde  Kabinet  van  wijlen  den  Heer  w.  c.  ESDRe  te  Amsterdam. 
   Bij  vergissing  werd  vroeger  op  dit  muntje  fßCCCCCCCCCCrV  gelezen. 
 N“  8  en  9  zijn  door  eene  misschien  vergefelijke  vergissing  (immers  indieh  
 men  de  omstandigheden  kent,  waaronder wij  deze  muntjes  behandelden)  exem-  
 plaren  van. de  zelfde  muntsoort,  waarschijnlijk  scheysken  geheeten  geweest. 
 Zij  hebben  op  de  vz.  weder  het  zelfde  wapenschild  als  N”  7,  terwijl  het  
 omschrift  thans  luidt: 
 *1*  MO * ßO * DVX * S7CXORS * GVB * PR 
 (1)  Op  ¿en  exemplaar  viirdt  men  een  arendje  in  de  plaats  van  dit  wapenschildje. 
 Op  de  kz.  vertoont  zieh  een  versierd,  in  bloemsieraden  eindigend,  kruis, met  
 een  roosje  in  het  midden,  binnen  eenen  parelrand.  Omschrift: 
 2SRRO * 2! * R2OT2SIiI * Dßl *  1505. 
 Woorden  van  de  zelfde  beteekenis,  als  boven  bij  N°  6. 
 Z.  B.  weegt  0,8  w.  en  is  van  Zs ,  daar wij  er  slechs  twee  exemplaren  van  
 kennen,  een  in  de  Verzameling  des  Heeren  b l o em b e r g e n   sa n t c e   te  Leeuwarden, 
   en  een  in  die  van  iemand,  die  niet  genoemd  wenscht  te  worden. 
 Later  kwam  ons  ter  hand  het muntje,  dat  wij  onder  N”  5  afbeeldden  in  ons  
 Supplement  Friesland.  De  vz.  is,  wat  de  type  betreft,  als  van  de  N'  7,  8  en  
 9,  maar  het  omschrift  luidt: 
 SßOßSW  ROV7T  S K ltO ß ia ß   Z  PSI0. 
 Op  de  kz.  is  van  de  legende  rondom  het  kruis,  binnen  eenen  parelrand,  
 alleen  leesbaar: 
 ............................   S * ßOSrPRIS 
 waarschijnlijk  was  het  vroeger: 
 D2? * P27G' *  IH *  DIEBVS * BOSWRIS  
 d.  i.  Geef vrede  in  onze  dagen;  eene  bede,  waartoe  de  droevige  omstandigheden  
 in  die  dagen  wel  aanleiding  gaven;  wij  vonden  dergelijke  op  de  munten  van  
 Nijmegen  (zie  de Munten  der Heeren  en  Steden  van ■ Gelderland,  Haarlem  1853,  
 PI.  VI,  N°  52  en  53;  en  een  muntje  van  Zutphen,  aldaar  N"  2.) 
 Z.  B.  weegt  1,1  w.  en  is  van  Z6,  daar wij  het muntje  alleep  aantroffen  in  
 de  Muntverzameling  van  den  Baron  m ic h ie l s   v a n   v e rd t jt n e n   te  Maastricht. 
 N'  10  is,  naar  onze  meening,. weder  een  enckel  scilling  der  meergemelde  
 Instructie.  Het  wapenschild  op  de  vz.  is  juist  zoo  als dat  der  vz.  van  N°  4,  
 maar  het  is  niet  gevat  binnen  een  compartiment  van  acht  boogjes,  maar wel  
 binnen  een’  dubbelen  cirkel ,  uit  lijnen  en  pareltjes  bestaande.  Het  omschrift  
 luidt,  na  een  dusgenaamd  Geldersch  kruis: 
 MORSrH2! * ROV.2S * DVlt * S27XO' * GVB' * PRIS' 
 Op de kz. ziet men  een  versierd,  vierbeenig, gevoet, aan de  uiteinden geopend  
 kruis,  dät in  deszelfs  hart  het  kleine wapenschild  van  Saksen  vertoont,  en  verder  
 tusschen  de  beenen  boogachtige  versierselen  heeft,  die  in  klaverblaadjes  
 eindigen.  Omschrift: 
 20*