
golden gulden, en xxnn dubbelden vp ena .golden gulden, ende .die golden gulden seer
cleijn. En die emdèr gulden gingen ock deer al’ méde .voor golden g o in den iaer vs
I .x x x v l tot anno xoi, Ende Sunte Georgius dach in den april, doe wort dit bouen gess. gelt
geset vp lieht gelt, en gult doe halff gelt.»
Deze munt, dubbelde vleemscbe geheeten, heeft op de vz. den dubbelen
arend, die in de beide pooten wapenschilden vasthöudt, links dat met den
dubbelen arend of van het Duitsche Bijk, regts dat van de stad Groningen; (den
groenen balk), binnen een compartiment, waarvan alleen drie bogen zigtbaar
zijn; tusschen de twee wapenschilden ziet men de letter G ; buiten eenen parel-
rand vertoont zieh, na een dusgenaamd Geldersch kruis, het omschrift:
sdodgot » n o v I GRODI'GSDS
Op de kz. rust wedër- een wapenschildje met den dubbelen arend op een in
verbreede einden uitloopend of dusgenaamd gevoet kruis. Er zijn twee rijen
omschriften; het binnenste luidt:
2t'- sd I aaec | ger | r r v .
Het buitenste, weder na een dusgenaamd Geldersch kruis:
SOT » DOMSD » DDI » BanSDICWV.
Z. weegt 2,4 w. ; is van Z6, daar de munt ons alleen voorkwam in de Ver-
zameling van wijlen den Heer j. r. becker bz. (Catalogus, Ji” 027).
N” 73, een vleemsche of enkele vleemsche, heeft op de vz. de zelfde type als
de laatstvorige N“ 72, doch het omschrift luidt, weder na een dusgenaamd
Geldersch kruis:
SDODSftV • DOV | GRODI’GSS.
Op de kz. deelt een gevoet kruis het veld der geheele munt in vier gelijke
deelen. Er zijn twee rijen omschriften; in de eerste Staat:
7ï ' sd I a c a I a iiit | rxv
In den huitênstén rand staat:
SOT » DO I Ma » DD -|; I » BSD | SDlGftl'
Z. B, weegt 1,85 w. Z6. Ons alleen bekend in de Verzameling des Heeren
o. KEER te Amsterdam.
N" 74, een dusgenaamde Stuiver (?)=, heeft op de vz. den dubbelen arend
met het wapenschild van Groningen in de pooten. Buiten eenen parelrand
staat, na een dusgenaamd Geldersch kruis, het omschrift:
SBODStt® »DOV | GRODIGS'SIS'.
Op de kz. vertoont zieh een gebpend zeer door dwarslijnen versierd vierbee-
nig kruis, dat in zijn hart de letiter G heeft. Tusschen twee paxelranden ziet
men het omschrift (weder na een Geldersch kruis) :
2SDDO » domidi = maaaanxxxv.
Z. B. weegt 2,1 w. Z3. Ons voorgekomen in het Koninklijk Kabinet te
’s Gravenhage, alsmede in de Verzamelingen van Professor b a a r t d e l a b a i l l e
te Groningen en Dr. m u n n ic k s v a n c l e e b b tb Utrecht.
N" .75. Heeft weder op de vz. de type van1 N” 73 en het omschrift:
JDODSftl » DOV | GRODIGSDS.
Ook de type der kz. is als die van N” 75. De omschriften luiden:
m sd | etccecec |.ii## j r v i.
en SOT’o D | O S | DDI | BSDS | DIGTV.
Deze munt levert het-zelfde versehijnsel op , ’ dat men dikwerf bij de antieke,
met Uame de Komeinsche, muhten waameemt, dat er namelijk een zilver plaatje
oVer eene ijzeren'ziel (anima) der munt is gelegd, en.zij in dier voege vervalscht
is'. Zij weegt 1,95 w; en is van Z®y daar wij ze buiten de Verzameling van
Professor l a 'baIlle''niet kennen;-twee andere exemplaren van vrij goed zilv e r,
doch sleChls 1,6 w. wegende (dus van Z?) , berusten in de Verzamelingen van
het ‘Provinciaal Friesch Gemootschap van Geschiéd-, Oudheid- en Taalkunde te
Dee'hwarden, en van den Heer -e. de witt te Groningen.
■N° 76, -een exemplaar met andere omschriften der zoo even vermelde munt,
heeft op de vz. :
SDO S DOV2Î S GRODIGeCS
en op de kz. :
2î' sd | aeca | her 1#xvi
en SOT » DO S ta » DD | I » BSD j SDIQW
Z. B. weegt 1,85 w. Z®. Eigendom van Prof. l a b a i l l e te Groningen.
N° 77, eett" Stuiver (?) ,‘ ¡héeft op de vz. weder de type van NI 74. Het
omschrift'isj na een dusgenaamd Geldersch kruis:
SBOD0OT2Ï » DOV | GRODI'GSSIS