
 
        
         
		Op  de  kz.  ziet  men  het  Saksische wapenschild  binnen  een  compaitiment  van  
 drie  bogen  en  even  zoo  vele  inspringende  punten,  alles  binnen  eenen  parel-  
 cirkel.  Omscbrift,  na  een  dusgenaamd  Geldersch  ktuis: 
 GSOBG' * DVX' * SZSX' GVB' PB  
 G.  Wij  kennen  van deze munt drie exemplaren,  als  een bij den Heer  o.  k e e r   
 te  Amsterdam,  wegende  2,17  w.,  een  bij  den  Heer  b l o em b e r g e n   sa ntiIe   te  
 Leeuwarden,  wegende  2,2  w.  en  een  bij  Prof.  s e r r t jr e .  Zij  is  dus  van  Z  . 
 Afbeeldingen  van  dezen  goudgulden,  doch  zeer  onnaauwkeurig,  als  met  
 Romeinsche letters en  met weglating der  doopvont,  komen  voor  bij  v a n   m ie r is  ,  
 Hist,  der  Nederl.  Forsten,  I ,  bl.  357,  volgens  p l a n t i j n ’s   Muntboeh,  en  ook  
 bij  b a ü m g a r t e n   t.  a.  p .,  N"  66,  alsmede  in  den  Beeldenaar  van  v e r d e s s e n   
 van  1633,  gewoonlijk  genaamd  de  Peperkoek. 
 N"  3,  waarschijnlijk  de  dubbelde  scilling  der  Instructie  van 4 September 1505 ,  
 heeft  op  de  vz.  het  zaamgestelde-wapenschild,  als  op  N”  1  en  3  der  munten  
 van  Hertog  Albert  (zie  PI.  VI),  binnen  een  s i e r a a d ,   zaamgesteld  uit  acht  
 bögen,  binnen  wier  inspringende  hoeken  zieh  bloemen  of  liever  bloemsieraden  
 vertoonen.  Het  omschrift  luidt: 
 G0OBGIVS * DVX * SKXOI2I0 * GVB * FBISI0  
 Op  de kz.  ziet men  een  buitengewoon,  van  binnen  en .buiten,  versierd  kruis,  
 aan  de  einden  in  bloemsieraden  eindigende  en  van  binnen  drie  naar  elkander  
 gekeerde  halve  cirkels  vertoonende.  Omschrift: 
 ►r<  o s i  * GBTiCITi * BSGSS * B3GBAW0B  s  1505  
 dit  BSGB7CTBOB  is  eene  lompe  font  voor  BSGBKIOT. 
 Z.  weegt  2,6  w.  Z®.  Ons  alleen  bekend  in  het  Kon.  Kabinet  te  s Hage.  
 N“  4  is  een  dito  dubbele  scilling  of twee  stuivers,  doch  van  anderen  Stempel,  
 en  wel  met  zeer  verschillenden  lettervorm. 
 Het  wapen  op  de  vz.  heeft  onder  het  stempelen  siecht  gevat.  -  Wij  weten  
 niet  wat  het  leeuwtje  öp  het  schildje  in  het  midden  beduidt,  en  gissen,  dat  
 de  stempejsnijder  of  graveur  meer  landen  dan  in  het  wapen  op  de munt N  3  
 heeft  willen  aanwijzen.  Het  eerste  wapenschildje  is  dat  van  Saksen,  en  m  
 het  midden  van  het  geheele  schild  ziet  men  den  Duitschen  dubbelen  arend,  
 hebbende  in  den  poot  het  wapenschildje  van  Priesland,  dat  ons  reeds  vrQegef 
 (zie  PI.  VI,  N’  5,  en  hier  boven  onder  N°  1)  is  voorgekomen.  Het  schild  
 bevindt  zieh  binnen  een  compartiment  van  acht  bogen. 
 Het  omschrift  verschilf  niet,  doch  het  wordt  voorafgegaan  door  een  dusgenaamd  
 Geldersch  kruis. 
 Op  de  kz.  is  een  klein  verschil  in  het  kruis  te  bespeuren.  Het  omschrift  
 is  thans,  weder  na  een  dusgenaamd  Geldersch  kruis: 
 OSI * GBTIßlTT * BSGSS * BSGBKIOT .  1505. 
 Z.  weegt  2,6  w.  en  is  van  Z5,  daar  wij  buiten  het  exemplaar  van  het  
 Koninklijk  Kabinet  geen  ander  kennen. 
 Later  is  door  ons  ontdekt  de ■ munt, ■  die  wij  getrouw  teruggeven  (dus  met'  
 al  wat  zij  dpor  afslijting  in  duidelijkheid  te wenschen  overlaat)  onder N”  4  van  
 ons  Supplement  Friesland,  op  PI.  XVIII. 
 De vz.  dezer munt is waarschijnlijk geheel gelijk geweest  aan die der N" 4 , zoo  
 even  door  ons  .beschreven,  doch  op  de  kz.  vertoont  zieh  duidelijk  een  wapenschildje  
 in  het  hart  van  het.  kruis.  Van  het  omschrift  is  alleen  zigtbaar,  na  
 een  dusgenaamd  Geldersch  kruis: 
 D S I1 GBTSßlTS * B SGSS  .  . . .   .  .  .  1506 
 Deze  munt  is  dus  een  jaar  later  dan  de. vorige  geslagen. 
 Z.  weegt  thans  2,1  w.  en  is  van  Z5 ,  däar  wij  de  munt  alleen  ontmoet  
 hebben  in  tie  Verzameling  van  het  Provinciaal  Archief  te  Groningen,  en  wel  
 op  onzen  in  Julij  1854  opzettelijk  derwaarts  ondernomen  togt. 
 N"  5  is  weder  van  anderen  Stempel,  en  heeft  het  wapenschildje  met  den  
 arend  thans  op  de  regte  plaats.  Uit  het  verspringen  der  Stempels  onder  den  
 hamer  zoude  men  moeten  opmaken,  dat  men  te  Leeuwarden  geene  bekwame  
 muntgezellen  had  kunnen  bekomen.  Overigens  is  er  omtrent  Stempels  noch  
 opschriften  iets  bijzonders  op  te  merken. 
 Z.  weegt  2,8  w.  en  is  van  Z®.  Ons  alleen  voorgekomen  in  de  Verzame-  
 ling  van  den  Heer  b l o em b e r g e n   sa n t c e   te  Leeuwarden. 
 N  6  was  waarschijnlijk  de  scilling  of  stuiver  der  Instructie  en  Commissie. 
 Op  de  vz.  ziet  men  binnen  eenen  parelcirkel,  thans  in  ronde  gedaante,  het  
 zamengestelde  wapenschild  van  den  Hertog,  vroeger  reeds  beschreven.  Het  
 gebrekkige  omschrift  luidt,  na  het  dusgenaamde  Geldersche  kruis: 
 20