
Omschrift :
* s s d o r s o r î ° r o v t î » g r o r i s r s i s s
Kz. Een in het midden versierd, gevoet kruis, met de letter G in het
hart. Omschrift :
« t î r r o I « d o s r ir • | « sr ° ecaeca | uv s ^ s
Z. B. weegt 2,3 w. en is van Zä , ons alleen bekend in het Penningkabinet
der Leidsche Hoogeschool en in de Verzameling ván den Baron m i c h i e l s v a n
v e k d ü y n e n te Maastricht.
N’ 51, een dito jager, heeft op de vz. eene weinig verschillende'type en
tot omschrift:
% SROß®B2S * ROV7Ï * GRORIGSRSIS.
Op de kz. ziet men thans in het hart des kruises eene ster in de plaats van
de letter G. Het omschrift is :
t ï r r o I d o s r i * \ m * su * ec | ecerec f liV
Z. B. weegt 2,6 w. en is van Zs , daar wij de munt alleen kennen in de
Verzameling van Professor l a f a i l l e te Groningen en in die van den Heer
c. G. b o o n z a j e b te Gorinchem,
N° 52, een halve jager, vlieger of halve zwarte stuiver, heeft de zelfde type
op voor- en keerzijde. Het omschrift der. voorzijde is;
¿ÿ SROR60B2S * ROW GRORIG0RIS.
en op de kz. :
2SRRO I ÖOSRI î I RI Î ÍR î a I OECCGC % liV
Z. B. weegt 1,4 w. Z5. Ons bekend in de Verzamelingen der Heeren Mr.
j. H. q u i n t u s te Groningen en Baron m i c h i e l s v a n v e b d u y n e n te Maastricht.
N' 53, weder een dubbele jager, heeft de zelfde type als de N" 49. Ook
de omschriften zijn de zelfde. Alleen versçhilt op de kz,:
■ 2S'ßO I ORI' I ÎROECtet I CCIiVI.
Z. Wigt als boven 2,5 w. Is van Z4, als voorkomende in de Verzameling
van het Koninklijk Kabinet te ’s Gravenhage, in die van Professor l a f a i l l e
te Groningen en in onze eigene.
Onder N" 22 deelen wij op onze Supplementplaat (N” XIX) mede een dubbele
jager, later door ons ontdekt. Het omschrift der vz, is:
ijf SROROTTS î ROV2S * GRORIGSRSIS Í
Dat der kz. in den buitenrand:
SITU I ROM6CR î j OOMIRI j BGRSDI | GOTV' *
Z. weegt (?) Eigendom (door ons verzuimd aan te teekenen).
N° 54, een dubbele jager , wijkt eenigzins in type en gravure van de vroeger
beschrevene af; zij is stellig het werk van eenen anderen gravèur; vóór 1474
worden er geene namen van Groningsche Muntmeesters, noch van andere Munt-
beambtèn vermeld ; de arend heeft thans meer van het fatsoen der zulke, die op
de enkele jagers voorkomen ; de pooten reiken ook veel lager. Het omschrift,
in fijnere letters dan vroeger, luidt:
^ JRORSTTS î ROV2S * GRORIGSRSIS î S Î
De laatste letter zal waarschijnlijk möeten betèèkenen Benatw, en de Verta-
ling dus dienen te zijn: Munt tan den Saad van Groningen. Wij kunnen
toch niet gissen, dat deze letter hären oorsprong alleen zoude verschuldigd zijn
aan eene verkeerde plaatsberekening van den stèmpelsnijder, hoewel de fout van
bendictu voor benedictu op de kz. tôt dit Vermöeden wel eenige aanleiding zoude
kunnen geven. Men weet hoe vele fouten er in de opschriften op de munten
der middeleéuwen voorkomen.
Op de kz. ziet men tusschen de vier beenen des kruises niet, gelijk vroeger,
evfeñ zoo vele stcrreri, maar slechts drie en één klaverblaadje. Misschien moet
dit laatste als Muntmeesters- of herkenningsteeken dienen. Hoe veel onzekers
is er, even als. in andere wetenSchappen, ook nog in de Numismatiek overig!
Het binnenstè omschrift luidt:
t î ' r o t D ß i'* I sRïaecec j.e c tiii tî
Het buitenste, thans in eene anderë rigting dan vroeger, wat de opvolging
der woorden betreff, geplaatst, luidt :
ROSRSR * [ DOSRIRI * | BSRDIG (sic) | fflV * SUB
Z. weegt 2,1 w. en is van Z5, daar er ons slechts twee exemplaren van
bekend zijn, namelijk bij Professor b a a b t d e L a f a i l l e en Mr. a . o u d em a n
te Groningen.
N” 55, een dubbele jager, heëft weder op de vz. de zelfde afbeelding en het
zelfde als de N’ 54. Doch de kz. versçhilt; het klaverblaadje staat b. v. op
5 9 *