
, , 1(it:a en 1071 (de jaren van deze zijne
« * , e - t e - .
•• • w riÎTilnma van 839 voorkomen, zoodat zij in het diploma van net geneei fn e. tr jorYev voorhanden
als had de giftbrief (die trouwens nog zeven eeuwen later y
= » * “ ■ W 4 1 Ä l Ä I «Mi , » o o „ . y he.
Ï Ï Â S Î C S & “ -
■< ®«— • « M ä r j - I » ■ _
1. 1., p. 4.3. ■ T V e s t r a c h a et in Frisie dueatu b r i o et D i e s o (namen
p e r S O l V e l 6 d e b e t X X X '
* quotara,is persolvere
debet II boves et XX■ . „ 7 ™ adaì,go", reddag, eiio etuBBi et qmlibet
giftbrief van Lodewijk den Vromen va • ^ den ^ s t e n Güterregistem und
WCHO laat w ig a n d , 1. 1. p. l b , « s . 17.. « Dieses-Güterverzeichniss
«Heberollen baben wir os se f • Zeit, als dasz wir es.für ein Mach-
«hat aber zu v i e l im m f ^ tonnten solche Historiker verfäl-
« werk des Paullini. halten schilderen.. Tot
. sehen nnd eründen aber mc* , £ dtsoaM Frisie zegt v an den b e rg h m zijn
ans verre dirSs. Omtrent de n g aie woorden zouden kunnen doen vermoeden, dat
meermalen aangebaald bL 294 , dooh dat zulks het geval
Friesland nog ten tqde van de giftbrief van 839; door ïa lc k e i en k m i t
rnet was; Zij zijn slechts andere. giften p it dien tijd
uitgegeven, waaruit men eve . P hier van jugera gesproken wordt, tegen
zÿn 7 Het verdient voorts nog opmerbng ^ d a t MS ^ Qp
aen'hebben. zègt :. « Schaumaim, 1. 1*4 h a i-iie falschen Conjecturen
. Ä m K ü î ™ — 1 — *
hëèft echterniets onwaarscbijnlijks. Het was destijds eene zeer gebruikelijke ge-
Woohté, waarin Kèizer Lothariiis voorging, en op eené andere wijze. laat het
zieh moeijelijk verklären, hoe eene zoo ver van Friesland gelegene abdij in het
bezit van jgoederëh aldaar kWam , ten zij dat bij kinderloozen dood van Gerulfus,
of van zijne afstammëliiigeâ, dezë goederen,.! ais .aan den ¡fiscus teruggekeerd ,
door den Keizer aan Corvey zijn-gesohonken. Dit is zeker: Corvey bezat vas-
tigheden in en bij Westergoo (wij zeggen opzettelijk in en hij Westergoo, dat is,
ook in het tegenwoordige Oostergoo), hij welker grensscheidingen Leeuwarden in
het lautste ligt.
I Zulks blijkt toch yàdtwée briëven; door, den Abt Wibald , in bet jaar 1149
aàn de Christened in dë'parôèhiéLienward en den Bisschop-Heribert van Utrecht
gcschrevcn, uit’ welke brieVen blijkt dat"dè [parochie] herh van Leeuwarden,
sédert lañjg, eene bezitting van de: abdij -van Corvey was (1).
Had dan die rijke 'abdij1 dezé herh gestiebt, en lag zij in hare goederen,
vrbèger door Cummingë, Hünderi en daaromtrent gelegene states aangeduid?
Wij gelooven van ja: want St. Vitüs, de Beschermheilige van Corvey, wiens
beenderen lang aldaar rustten, was ook de patroon van Leeuwarden, doordien
hij de patroon van de St. Vitus-kerk of kerk van Oldehove was (2). Wat
(1) «Wibaldus, Dei gratia Corbejensis Abbas, Jldciibue Christianis, qui sunt in parochia
aLienv/ard, salutem et benedictionem. —- Notum facimus vobis, quod nullus illorum
«quatuor, 'qui in écclesia vestra praebendas habent, ad; nos adhuc venit, nee possessionem
• ecclesiae nostrae a nobis accepit , cum jam duohus annis abbatiam Corbejensem tenuerimus,»
etc. Werkelijk werd Wibald, Abt van Stabulo,. ook Abt te -Corvey in 1147. In den
tweeden brief is sprake: « de ecclesia de Lienward . . ; . quae est Corbejensis ecclesiae pos-
«sessio;» en over: «census ex dntiquo jure debitum.» De ecbtbeid dezer brieven is boven
allen twijfél verheven. M a r t e n s en d u r a n d vonden te Stablo een codex brieven van
dezen Abt Wibald, en namen dien op in hunne Veterum scriptorum et monumentorvm am-
plissima collect,io, Parisiis -1724. : Yan m ie r is - ontleende. ze aan de Collectio nova, T. H ,
p. 296, voor zijn Char ter bock, I , p. 9 9 , en nit dezen nam schwa rtzenberg , 1.1.1 , p. 76 en
77, ze weder over. W ig an d’zegt., bl. 8: «Der Zustand des Klosters war durch schlechte
«"Verwaltung fee. tief gesunken. Wibald stellte wieder. Ordnung her. Fr suchte verlorne
« Güter wieder zu' erlangen.* Onder deze behoorde de kerk te Lienward.
(2) Zie Het’ leven van den H. Vitus, Patroon van vele landen en steden, en eertijds
van de gödvrugtige inwoners en burgers van de overtreffelijhe stad Leeuwarden, enz. door
W. }?. T ., Amsterdam 1687,
7*