
R.S. STAV. . Innerhalb zweyer punktirten Zeilen. Die Inschrift B. R. VN.
Becker N” 63.
264. Denar. H.S. wie vorstehend.
R.S. ABEO—VAIT. von unten auswendig zu lesen, sonst wie vorstehend.
Wiegt 14 Ass.
Mader, Th. V, N“ 28. Götz, Beyträge, N" 3316.
265. Denar. H.S. wie vorstehend, aber etwas zerstört.
R.S. Desgleichen wie. oben, aber die verkehrte Umschrift etwas verändert.
T .. AH .. TR [deze letter omgekeerd] A von unten herum zu lesen. Wiegt 14 Ass.
266. Denar. H.S. wie vorstehend.
R.S. Nur die Umschrift verändert, nämlich DCOAIO. Wiegt 14 Ass.
267. H.S. wie vorstehend.
R.S. IIDV—IVIA sehr zweydeutig. Zwischen zwey punktirten Linien
B. R. VN. Wiegt 13 Ass.//
In zijne tusschen de jaren 1816 en 1828 te Dresden in 3 Hefte uitgegevene
Numismatische Bruchstucke, in Bezug auf /Sächsische Geschichte, heeft de Magister
k . p. w. erbst ein het vermoeden geuit, dat BRVN op de- Bruno-munten
doelt op den Bisschop Bruno van Augsburg, zoon van Hendrik den Twister
(Zänker) en broeder van Keizer Hendrik n , opvoeder en voogd van den jongen
Koning Hendrik I I I , zoodat zij tusschen 1026 en 1081, toen hij stierf, ge-
slagen zouden zijn (1).
V on posern-kle tt , in zijn leven een zeer bekwaam Numismaticus te Leipzig,
leverde ten jare 1835 in de Blätter fü r Münzkunde van Dr. H. grote een
stukje, getiteld: Einige Nachträge und Berichtigungen zu Götz: Deutschlands
Kaisermünzen des Mittelalters, en zegt daaromtrent:
«Heinrich i n N“ 262—267 mit BRVN. Diese Münzen haben das eigene
Unglück gehabt, von den mehrsten Münzforschern verkannt zu werden. Mader
verwiess sie nach Brundusium, Götz in den Beitr. z. Gr. Cabinet nach Braunschweig
, andere glaubten einen Bischof Bruno zu finden. Hr. götz in seinem
(1) Wij zijn de tennis van dit een en ander grootendeels verschuldigd aan Mr.
j. dirks in de vrije Fries, IV , 89.
spätem Werke über die Kaisermünzen verwarf alle diese Meinungen und so
mit auch seine frühem ; allein er giebt uns dagegen keine Gewissheit, sondern
neue Hypothesen, ohne sich für eine besonders fest auszusprechen. Die einzige,
bei der er stehen zu bleiben scheint, ist die : die Münzen seien von Bruno I I I ,
Markgrafen in Sachsen, und damit, glaube ich, ist es getroffen und das Räthsel
gelöst. Nur begreife ich nicht, wie er seine Berechnung machte, wenn er
sagt, die Münze musse dann in das erste Regierungsjahr des Kaisers und in
das letzte des Markgrafen fallen. Von einem ändern Kaiser als Heinrich III
kann er doch unmöglich sprechen; dieser starb aber 1056 und der Markgraf
1057.//
In 1831—1834 (zie Geo. Fred. Timm, Fortegneise over Mynt- og Medaille-
Samling, 8 deelen, zijnde de Catalogus der nalatenschap van munten en pen-
ningen van wijlen den Koppenhaagschen goudsmid timm) werden deze Bruno-
munten onder de Westphaalsche gebragt; zie D. I II van dien Catalogus, I , 168.
In 1840 werden er eenige Bruno-munten in Denemarken gevonden.
Ten jare 1843 (zie de Numismatische Zeitung van le it zm an n , Weissensee
1843) heeten onze penningen, op bl. 196, munten van Bruno II (972—1014),
doch de Heer dirks deelt oüs, volgens een hem in het bijzonder geworden berigt
van von posern-klett {vrije Fries, D. VI, bl. 6), mede, dat in den t. a. p.
vermelden muntvond van Egersund niet ééne Bmno-munt voorkwam.
Wij hebben gezien, dat ten jare 1844 in het I II e Deel van de vrije Fries de
eerste verhandeling voorkomt, waarin de juiste bepaling dér binnen Friesland
geslagene Bruno-munten aangetroffen worfit.
Deze munten, welke wij vroeger zagen dat zieh bevonden in de Keizerlijke
Verzameling te Weenen, in de Koninklijke te Dresden, in die van den Ridder
VON mader te Praag, van den Heer götz te Dresden, later in meerdere getalen
in de Koninklijke Verzameling en in die van den Heer Kanselarijraad thomsen
te Koppenhagen , werden 00k in vrij aanzienlijke gétale in Polen en Rusland
opgegraven (zie, onder anderen, eenen muntvond beschreven door Dr. koehne in
de Mémoires de la Société, enz. de St. Petersbwrg, Vol. IV, N” 2 , 1850, p,
242, en vooral raadplege men over den in Polen gedanen aanzienlijken vond
bl. 380. Zij bevinden zieh in de Verzameling der Keizerlijke hermitage te