
Slotvoogd. Zie Kastelein.
Sluis (Handel van Groningen met), bl. 351,
Smallingerland, bl. 8 9 8 , 4 1 0 , 435, 623.
S minia (Jr. Mr. II. B aerdt van),, bl. 8.
Smolensk (Groningsche Raadslieden te ), bl
351.
Snaphaan, bl. 124, 1 6 8 , 210, 518; van
Gelderland en Deventer, bl. 628.
Sneek(Mnnten van), bl. 104,118,602; brandt
tweemalen af, aldaar; bekomt in 1464 het
muntregt (?), bl. 114; wapenschild der
stad, bl. 114; zie verder bl. 290 en
291.
Solidus of schelling, bl. 8 9 ,.9 0 , 4 4 8 , 539.
Soulderen (Munten) , bl. 271; ook gesaul-
deert, aldaar,
Souverein, Engelsche munt, bl. 228.
Spaengie (Coninckryck van) , bl. 246.
Spaensche Bealen, bl. 236.
Spanje (Groningsche handel met) te Brugge,
bl. 375.
Spiers, bl. 266.
Springvloed, bl. 860, 361.
Stadboek van Groningen, bl. 871, 4 6 2 , 636
nool.
Stadhuis van Bolsward, bl. 99.
Stadsbriefcopijboek van Utrecht, bl. 105.
Stadsmjnhuis van Groningen, bl. 381.
S ta f op de Daalders van JBazel, bl. 232.
Stdleend, om wilde eenden te vangen, bl.
349.
StamboeJc van den vroegeren en lateren Frie-
schen adel, bl. 5 2 , 53.
Standaardmunt, bl. 8 3 , 85, 8 6 , 87.
Stapelregt, bl. 8 5 5 , 375, 3 7 6 , 377, 402,
4 0 3 , 408; — in koren, bl. 430.
Starem of Staweren, d. i. Staveren, bl. 73.
Staveren, bl. 9; Graafschap — , bl. 1 7 ,1 8 ;
munten te Staveren geslagen, bl. 1 7 , 18,
3 9; vermoedelijk, bl. 282, 2 8 6 , 607,
.6 1 3 ; de stad vermeld, bl. .606, 608 , 612.
Staverun, oude naam van Staveren, bl. 18.
Stavrenses cives, Stavrensis moneta, b l.. 8 9.
Steden (Oorsprong der), bl. 350; Munten
der drie,1— van Overijssel, bl. 244; Mun-
. ten der Eriesche — in 1478 te Deventer
verboden, bl. 104.
Steen (Herbouwing te ), bl. 48;; oudstp stee-
nen gebouwen in Groningen , bl. 871 ; werk-
tuigen van —r , bl. 296.
Steenbakkerij, steenen gebouwen in Groningen,
bl. 347.
Steenbussen, bl. 385.
Stem (Munten van den Heer van Batenburg
en), bl. 244.
S teinbergen (Johan v an) , Proost van Goslar,
bl. 429.
Steinfurt (Graaf van), bl. 591.
Stellingwerf, bl. 553, 565, 590.
Stelpen of Stielpen, bl. 372.
Stempels van munten., bl. .592.
Stenvorden of Steinfurt,. bl. 566.
Ster (Zespuntige);, bl. 95.
Sterlingen, bl. 4 4 8 , 5 8 6 , 589 ; p o n d Sterling
en , aldaar, 583, 601 ; marken Sterlingen,
bl. 68.
Stemekens (Munt. met),: bl. 292.
Sterren I op Groningsche munten, bl. 461,
471.
Steven (Sint), bl. 263.
Sticht van Utrecht (Munt,en van het) in Friesland
verboden, bl. 141.
Stichtsche stuver,. bl. 432.
Stichtsluiden, bl. 897.
S tins, bl. 1 6 , 370 ; de Stins lewerd nit,-dp l l e
eeuw, aldaar; Stinzen ver bran d , bl, 607;
Stinzen of Staten bij Marsum, bl. 624.
Stóeter, bl. 224.
Stoetere of Shillings, bl. 281.
Stoklegging, bl. 547 ; Stokleggingsbrief, bl.
548.
S tortenbeeer (De zeeroóver), bl. 855,385,
S toter (H e nd rik) , bl. 411, 412, 485.
Stooters, bl. 2 1 0 , 224, 481, 5 3 5 , 539.
Stouvera, misschien oude naam van Sta/oeren,
bl. 38.
S trm d r e g t, bl. 618.
Strafen| dv,i. groote of heirwegen, bl. 821.
Stratingh (Dr. G. A cker) , Aloude Staat
en Geschiedenis des Vaderlands, bl. 4 4 ,2 9 6 ,
299, 3 0 0 , 301, 306, 309, 311, 812,
313, 314, 315, 3 1 6 , 31 8 ; 3 2 1 , 3 3 1 ,
' 332, 3 4 1 , 359, 3 6 7 , 368, 445, 531,
582, 5 5 4 , 6 3 4 , 639, 6 4 0 , 642, 643.
\
S tee’^o , leefwigze en gewoonten der Voor-
vdderen, bl. 3 l l , 317.
■ S tricker te *s Gravenhage' (Yerzameling van
den Heer), bl. 3 6 , 4 4 , 6 3 , 100, 465,
4 6 8 , 4 7 0 , 476, 599, enz.
Stroo (Dekking der oudste woningen met ,
bl. 316.
Strooptogten der Noormannen , bl. 327.
Stwiver (Vierde) van Bolsward, bl. 97.
Stuivers (Zwarte), bl. 110, 492, 506.
S tu r ii,' bl. 88.
Stuver, bl. 188 > 481.
Sultemeer, bl. 317.
Sw to u t op een wapenschild, bl. I l l , 133.
Sutherbroke of Zmdbroek, bl. 333.
S u ur (De Heer) te Norden , bl. 14.
Sv en ro n u , opschrift op eene munt, bl. 66.
Swarte penning en, bl. 198.
Swette, zeer oud woord, bl. 52.
Swol (Munten van), bl. 219.
S ymonet, die rieke Vriess, bl. 15.
T.
Taalmans te Groningen, bl. 5 1 4 , 521, 525,
545.
T a c it u s , bl. 545, 5 4 6 , 552, 630.
TaeffeUers, bl. 171. -
Tafelgoederen, bl. 560.
Takozijl, bl. 611.
Talenta of ponden, bl. 278, 681.
Tegenwoordige Stadt van Friesland, bl. 42
59.
Tegenwoordige S ta a t van Stad en Lande,
bl. 3 3 1 , 3 3 5 , 340 noot, 890, 3 9 2 , enz.
Tegenwoordige Staat van JJrenthe, bl. 574.
T emmo (De Graaf),-bl. 5 6 0 , 569.
Tempels der Eriezen, bl. 5 ; in Brenthe (?) bl
555. v '
Ten t z el , Saxonia numismatica, bl. 135,137.
Termunte of Menteme, bl. 383, 3 6 8 , 389,
393, 4 0 1 , 402; Abt van Termunten, bl.
401.
Terpen in Groningen, bl. 296.
Terpennynck of Teerpenning, bl, 3 89.
Ter SchelUng, bl. 89.
Texel, bl. 606, noot.
T habgr (W orp x an ) , bl. 125.
T haborita (P etrus) , Historic van Friesland,
bl. 9 6 , 132; zie verder bl. 645.
Thaler (Over den oorsprong van den) of
Baalder, bl.» 1 24, 133.
T h e d a , Gravin van Oostfriesland, bl. 411.
Theodoricus Fresoniae, D ir k van Eriesland,
naam van den Hollandschen Graaf, bl.
30.
T homas (Zekere Broeder), bl. 71.
T homsen (Yerzameling van den Heer) te
Koppenhagen, bl. 11; eervolle vermelding
van dezen Numismaticus, bl. 17.
Thorn (Munten der Abdis van), bl. 248,
627, 629.
Thv/ri/ngen, bl. 56; wapen van dit Landgraaf-
schap — , bl. 138.
Threant (.Fagus) , bl. 560.
Trenthe. (Fagus), bl. 5 6 0 , noot.
Thuringenses, naam eener muntsoort, bl.
283.
Tiel (Handel van), bl. 3 5 1 , 359.
Tienden, landverdeeling, bl. 5 6 3 , 564.
Tiendregt, b l.'845.
Tienma/n of Becanus, hi. 563, 564.
Tijdschrift voor Oudheid, S tatistiek, enz.
van Utrecht, bl. 109, noot.
Tijdvak (Het dusgenaamde steenen), bl.
297.
T imm (Muntverzameling van G. E.) te Koppenhagen,
bl. #9.
Titenburg, bl. 327.
Tjaarda-huis op Binsmageest, bl. 146.
Tjonger (De) of Kuinder, bl. 554.
Tochingen (Fagus), bl. 37.
Tockimgen, oude naam van Dokkum, bl. 19.
Toewegen van munt, bl. 446.
Tol, bl. 8 0 4 , 5 6 8 , 617; Tollen te water en
te lande, bl, 14.
Tongeren (Muntverzameling te) , bl. 110.
Toren (Met Hellers betaalde men de werk-
lieden van den Groninger), bl. 458.
Toren van Workum, vroeger een baak, af-
gebroken, bl. 118.
Torens (Zes steenen) om de grachten van
Groningen gebouwd, bl. 382.
Tomsche of Toumooisen, bl. 281, 481.