
IETS OVER DE OUDSTE G ESCIIIEDE AIS TAS DREATUE, DAT IS
T A I DE VROEGSTE TIJDEA TOT A A I DEA KOOP VAA IIET
KASTEEEIASGHAP VAA KOEVERDEA DOOR DEA
IJTRECIITSCHEA BISSCUOP, TEA JARE 1305,
TOT IAEEIDIAG VAA DE BESCIIRIJVIAG '
DER ME ATEA VAA DE UEEREA VAA
KOEVERDEA.
EERS TE TIJDVAK.
VAN DE 0UDSTE TIJDEN TOT OP DE KOMST VAN DBENTHE ONDER DE WERELDLIJKE
MAST DES UTRECHTSCHEN BISSOHOPS.
Drenthe’s grond moet, waarschijnlijt reeds vele eeuwen voor den aanvang onzer
Cliristelijke jaartelling, met een groot aantal van die later zoo geheimzinnige
gevaarten bedekt geweest zijn, die thans, onder den naam van Hunnebedden en
grafkelders, nog, ten getale van niet minder dan 50, op zijnen bodem aange-
troffen worden, terwijl men, behalve vele buiten ons land, er nog een te
Noordlaren, in bet tegenwoordige Groningen, kan vinden, en een dito te Rijs
in Gaasterland (Friesland) vemield is. Vele zijn vroeger door de begeerige
mensehenhanden voordeelshalve gesloopt, en aan kerken, zeedijken en wegen
gebezigd geworden (1).
Wij bebben boven onder Friesland reeds met een enkel woord over de Hunnebedden
gesproken. -Uit de voorwerpen, welke daarin gevonden zijn, blijkt,
(1) Zie Dr. i„ j. p. J a n s s e n , Drenthsche Oudleden, Utrecht 1848, bl. 9.