
De gouw Fivelgo lag ten oosten van Hunsingo, en ontleende hären näam van
de voormalige rivier de Fivel, die dit landschap doorstroomde. Het sehijnt wel,
dat Fivilgo oudtijds ook het zoogenoemde Oldambt bevatte, althans in het
Kerkregister der 15e eeuw, door l e d e b ü r medegedeeld, worden alle in die
streek gelegene gemeenten met de oostelijke van Fivelgo onder eene Proostdij
gerekend; overigens komt het Oldambt in andere oude stukken reeds afzon-
derlijk voor. Door de inbraak van den Dollart in 1277 zijn hier verscheidene
dorpen verloren gegaan (zie a c k e r s t r a t i n g h , Äloude S ta a t, I I , 2 , bl. 132).
Fivelgo komt, gelijk wij gezien hebben, meestal te zamen met Hunsingo in
de gedenkstukken der 9e en 10® eeuwen voor, en vormde een Graafschap op
zieh zelf, dat echter vermoedelijk door den zelfden Graaf bestuurd werd, die
over Hunsingo regeerde.
De hoofdplaats dezer gouw sehijnt, volgens v. d . b e r g h , voor of in 1057
geweest te zijn de villa Gerlemswerl, thans Garrelsweer (1), waar toen door den
Keizer de inrigting eener markt met munt en toi vergund werd. Omstreeks
den zelfden tijd vinden wij nog eenige plaatsen in pago Fimlga opgenoemd,
namelijk Lasdorpe, thans Losdorp, WaAtnum of WahtAum, dat vrij zeker Watum
zal geweest zijn, oudtijds een Kerkdorp, waarvan Hoog Watum aan de Berns
nog overig, Faecamm, misschien later verdronken, en Ostwerdi, waardoor men
vermoedelijk Oosterwijtwerd (volgens s t r a t i n g h , I I , 2 , bl. 131, 0.ostermenm)
verstaan moet. De overige dorpen dezer gouw komeu, zegt v a n d e n b e r g h ,
eerst later voor (2).
(1) Volgens a c k e r s t r a t in g h , a. w. bl. 131, misschien liever Garreweer dan Garrels-
weer, omdat op de munten eer Garreweer dan Garrelsweer uitgedrukt Staat; de eerstge-
noemde plaats, thans een gebucht, sehijnt ook vroeger een kerkdorp geweest te zijn. Het
is echter van deze zoowel als van gene plaats onbekend of zij de hoofdplaats van Five-
lingo geweest is. Als zoodanig komt, schoon ook eerst later, voor Appmgedam, onder welke
gemeente nn Garreweer behoort, en Loppersum als hoofdplaats van een amht en proostdij,
nu van de gemeente van dien naam, waartoe behoort Garrelsweer. Äloude Staat, II, II ,
bl 130.
(2) Allerbelangrijkst is het om verder over Fivelgo het aangebaalde werk van Dr. s t r a t
i n g h , bl. 129—186, na te lezen.
Hugmerchi, Ilumerche of Humerke was de derde westelijke der tusschen
Berns en. Lauwers gelegene gouwen of graafsehappen, zoo ajs dit gewest met
de overigen, die het tegenwoordig gewest Groningen uitmaken, in de vermelde
stukken der 9“ en 10® eeuwen voorkomt, en ook nog afzonderlijk in
eenen brief van 855 genoemd wordt. Het lag ten westen en zuiden van
Hunsingo , en werd hier daarvan door de Hunze gescheiden; ten westen grensde
het aan Oostergo, en ten zuiden aan de gouw Thrianta. Het moet toen uitge-
strekter geweest zijn dan later, daar de Grietenij AcAt-Kerspelen, in Friesland
en over de Lauwers gelegen, :er onder behoord heeft, zoowel als Langewold, en
Fredewold, die vervolgens met het eigenlijke of bijzonder HumBterland zoo vele
afzonderlijke landschappen of districten uitmaakten, doch deze komen .in geene
stukken der 108 of l l 8 eeuw. voor, en in het door l e d e b u r uitgegevene. Register
der 158 eeuw worden onder de proostdij van Humsterland (praepositura Hum-
mercemis) ook al de voornoemde landschapjes medegerekend, en, zoo als L e d e b
u r opmerkt, op den Upstalboomschen landdag van 1361 komen zij mede
onder dien algemeenen naam voor. Zij vormden, na de scheiding van Acht-
kerspelen en de bijvoeging van Middag, vroeger een deel van Hunsingo, het
latere Westerhma/rtier, of h e t: zoogenoemde derde deel dar Ommelanden, waarvan
Hunsingo en Fivelingo de beide andere kwartieren uitmaakten.
De naam Hugmerchi, later Humersterland, en bij zamentrekking Humsterland,
sehijnt oorspronkelijk wel een plaats-, of districts-, geen gouwnaam (1), maar
later op het geheele landschap toegepast te zijn; immers wordt in voormeld Register
het dorp Oidehove antiqua erntis alias Hvmmerze geheeten, zoodat misschien
deze plaats den naam aan de geheele gouw gegeven heeft en voor de
hoofdplaats daarvan gehouden wordt, : ofschoon men er geene melding van toi,
geregtyi mun't of markt aantreft. Waarsishijnlijk komt het reeds in het leven
van Willehadus onder den naam van locus Iimnarcha voor, hoewel het wpord
laom ook wel eens van een landscAap gebrüikt wordt.
Buiten dit dorp worden nog de volgende plaatsen in deze gouw opgegeven,
(1) De naam s e h i j n t te beteekenen üe mark van Hug, dat een sterke1,■ gelijk Hugo een
zwakke vorm i s ; zie v. D. b e r g h ; s t r a t in g h geeft eene andere aüeiding, bl. 113 noot.