
 
        
         
		schall  Begher  na  daruffle  jn  fruntliker  touorsicht,  nach vnsem  vordrage  vnse  gelt  ock mit  
 Juw  ginge, vnd  apenbar  vor  desi  volcke so  gud  wurde  offghekundigeth  Als  de  sullite  vnse  
 muntemester  dat  wil nabringhë  Darome  don  gy  vns  gudes  ghenoohtes  vnd willë,  so  wi  en  
 sodann Vffle Juw  stedes jn  gunste  vnd  fruntsehupp  to  rekennëde  frnntlich  syn  Datum  am  
 Donïïdage  vor  Martini  Anno  xv°tertio  vnd  vnsern  pitzer, 
 (Yan  buiten  op  dezen  brief:)  Denn  Ersamenn  vnnd Vorsichtigen  
 BorgemesterH  vnd  Kadtmañen  der  stadt Gronïgen vnsen bsun-  
 derñ  gudë  gunstighern. 
 Naar  den  oorspronkelijken  brief  in  het  Archief  der  stad  Groningen. 
 Thans  gaan  wij  over  tot  de  zuiver  koperen  munteli  van  Groningen.  Deze  
 munten,  waaromtrent  men,  althans  voor  zoo  verre  wij  konden  nasporen,  in  
 de  overgeblevene  Charters  niets  opgeteekend  vindt,  worden  doorgaans  in  zeer  
 siechten  Staat  en  ruw  afgestempeld,  en  daardoor onduidelijk, aangetroffen.  Hare  
 naam  en waarde  scbijnt mede niet  bekend  te  zijn.  Professor- l a   f a i l l e   meent,  
 dat  het  oordjes  en  halve  dito  of  hellers  waren. 
 N°  113  bevat op  de  vz. bet  stedelijke  wapen  binnen  eenen parelkrans.  Het  
 omschrift  is: 
 ift  m o ß e r o ü  • G R O ß ic a n 
 Op  de  kz.  bevindt  zieh  een  versierd  kruis ;  in  den  rand  is  alleen  zigtbaar : 
 2512.................... III. 
 Waarschijnlijk  a n n o   G2GGGGGIIII. 
 K.  weegt  0,6  w.  en  is  van  Zs ,  daar wij  het  stuk  alleen  ontmoetten  in  de  
 Verzameling  van  Professor  l a   f a i l l e   te  Groningen. 
 N”  114  heeft weder op  de  vz.  bet  stedebjke  wapen  binnen  eenen  parelcirkel,  
 en  daarom  bet  omschrift: >£.  JI20I2 * GROHIG0Ï2SIS. 
 Het  omament  op  de  kz.  is  van  eene  eenigzins  andere  gedaante  dan  op die  
 van  N”  113.  Van  het  omschrift  is  alleen  zigtbaar: 
 HO  »OMI 
 K.  weegt  1,4 w.  en  is van  Z®,  daar wij  ook  dit  stuk  alleen  aantroffen  in  de  
 Penningkas  van  Professor  l a   f a i l l e . 
 N'  115,  waarschijnlijk  in  waarde  de  helft  der beide  vorige nummers,  heeft 
 op  de  vz.,  rondom  bet  stedelijke  wapenschild  binnen  eenen  parelkrans,  het  
 omschrift : 
 OHEG25 
 waarschijnlijk  aan  te  vullen  tot  GROHEG2S,  eene  ongewone  spelling  van  
 GROI2II2G2S. 
 Op  de  kz.  ziet men  vier kleine  sterren  tusschen  de  beenen  van  het  versierde  
 kruis,  doch  volstrekt  geen  omschrift  te  dier  plaatse. 
 K.  Gewigt  0,8  w.  Z5.'  Eigendom  van  den  Schrijver  dezes  werks. 
 N°  116  is  ons  alleen  bekend  door eene ons welwillend toegezondene teekening.  
 Vz.  rondom  het  wapen: 
 >£  MOHE  HO. 
 Kz.  Geen  omschrift  zigtbaar. 
 K.  Was  vroeger  het  eigendom  van  Professor  b a a b t   d e   l a   f a i l l e . 
 N*  117,  van  allerruwsten  arbeid,  heeft  noch op  voor-  noch  op  keerzijde eenig  
 leesbaar  omschrift.  Het  kruis  op  de kz.  wijst  ons misschiên  op  de  alleroudste  
 typb  of  ook  misschien  op  bet  werk  van  eenen valschen  munter. 
 K.  weegt  1,1  w.  en  is  van  Zs ;  wij  ontmoetten  het stuk  alleen in  de  Verzameling  
 van  Professor  b a a k t   d e   l a   f a i l l e   te  Groningen. 
 Op  onzen  togt naar  de Provinciën  Groningen,  Drenthe  en  Priesland  in  Julij  
 1854 mogten wij  nog  eenige  afwijkende  koperen  oorden  en  halve  oorden  (?) van  
 Groningen  ontdekken.  Wij  deelden  ze  mede  in  ons  Supplement  op  Pl.  XX,  
 onder N°  29—34.  Daarvan  komen  hier  in  aanmerking  de N*  29  en  30.  Op  
 de  eerste  is  van  het  omschrift  nog  zigtbaar: 
 GROI2II2GS  
 op  de  laatste:  GROHIEI2. 
 Zij  zijn  beide  van  rood  koper  en  bevinden  zieh  in onze  eigene Verzameling. 
 N"  118  heeft  tot  omschrift  rondom  het Groninger  stadswapen,  na  een  roosje:  
 SI20I2GOT25 * GROI2I 
 Op  de  kz.  ziet  men  alleen  rondom  het  versierde  kruis: 
 7512. 
 K.  weegt  0,6  w.  en  is  van  Z4,  daar  wij  er  drie  exemplaren  van kennen,  het  
 eerste  in  de  Verzameling  van Mr.  a .   o d d em an  te Groningen,  het  andere  in  die 
 64