
Midage of Middag, bl. 816, 880, 532*
Middellijn eener munt, bl. 100.
Middelnederlmdsche Geographie {Handboek
der). Zie B e rg h (Mr. L . P h . C . v an d en ).
Middelzee, bl'. 18.
Midlum? (Munt van), bl. 55.
Midningi, thans M id hm ? bl. 55.
M ie r is (P. v an) , Bissehoppelijke munten,
bl. 4 6 8 , 486; Historie der Nederlandsche
Vor sten, bl. 138, 626; Gharterboek, bl.
5 1 , 282, 602, 6 2 2 , 628, 625.
Mijnen, bl. 266.
M ijten , bl. 177.
Mildnum, bl. 55.
Miles de Kovorde, bl. 579.
M ilites, muntnaam, bl. 283.
Milrez of Millerees, bl. 263.
Mimigardevord, bl. 556; Mùmigerdesford,
bl. 822.
Ministeriales, dienstmannen, bl. 579.
Miten vlaems, bl. 136.
Mitelìstenheim of Middelstum, bl. 318.
M gckema (G e r b r a n i>), Priesch Edelman,
bl. 144.
Madder (Met) werpen, bl. 386.
Moderatie op de munt, bl. 239, 241.
Moerassige landstreeh in 1106 door Neder-
landers bebouwbaar gemaakt, bl. 326.
Moeije, bl. 181.
M o ll (W.), Johannes Brugman, bl. 886.
M olhtjysen (P. C.), bl. 47.
Molquerum, bl. 621.
K O D V # &c., opschrift op
eene munt, bl. 154.
m o r a e n r a r o v t e m g r o r i g © ! * -
B I B , opschrift op eene munt, bl. 468.
m o R s r c r a m i $ o v o r d g r s i s , opschrift
eener munt, bl. 596.
ÌRORGWK GROXHXK3G, opschrift op
- eene munt, bl. 449.
Monniken op het eiland Marken verdronken,
bl. 609.
Monnoyes du Hainaut. Zie C h a lo n .
Monographie (Eene) der Nederlandsche Her-
togen en Graven wenschelijk, bl. 6.
Monumenta. Zie D r ie s s en .
Moord en plundering (Veertig dagen), bl. 803.
Moravie (Wapen van het Hertogdom), bl.
iss*
M o re l P a t io (De Numismaticus A.), bl. 80.
Mö s e r , Osnäbrückische Geschichte, bl. 11.
Mud körnt van modius, bl.. 808.
M tjmminck (H.), Goudsmid en Muntgraveur,
bl. 521.
Munnikezijl, van waar deze naam, bl. 842.
Munster (Bisschop van.), bl. 406, 4 4 6 ,5 5 6 ,
5 6 6 , 571, 578.
Munstersche mimten, bl. 288 , 284.
Munt (Oudste) van Friesland, bl. 8 ; — te
Groningen, bl. 686; i | | i n bezit der Utrecht-
sche Bisschoppen, bl. 568; regt tot het slaan
van ||§ , M. 9.
Muntbrief, bl. 525.
Munt te Staveren, bl. 282.
Munten (Romeinsche), bl. 4; tot klompen of
staafjes versmolten, bl. 5; in Groningen
gevonden, bl. 296; in Drenthe, bl. 540.
Munten der Pranken in Priesland in gebruik,
bl. 5 ; munten van P e p i jn , aldaar; van
K a r e l den Grooten, aldaar.
Munten van JBraband en Limbwrg, bl. 64,
107, 1 1 1 , 113, 128, 206, 247, 249,
2 5 7 , 2.70, 276, 283, 530, 5 3 6 , 537.
Munten der Graven en Hertogen van Gelderland,
bl. 1 1 1 , 128, 2 4 9 , 2 5 7 , 270,
275, 276, 330, 893, 527, 537.
Mmten der Heeren en Steden van Gelderland,
bl. 116, 155, 242, 243, 244,
2 4 5 , 247, 255, 266, 286, 527, 537.
Munten der Heeren en Steden van Overijs-
sel, bl. 2 0 , 105, 132 , 244 , 257 , 276,
282, 2 9 0 , 308, SSO, 836, 393, 4 0 1 ,
4 0 8 , 4 0 4 , 407, 5 0 2 , 517, 530, 536,
53 7 , 5 9 3 , 5 9 5 , 599, 648.
Munten van Holland en Zeeland, bl. 266,
282, 5 2 5 , 603, 6 0 5 , 646.
Mumten der Bisschoppen, vm den Heer en
de Stad Utrecht, bl. 330 noot,. 582, 638.
Muntenburg (Huis), bl. 150.
Muntgeld, bl. 617.
Munt- en Pemingboek. Zie P l a n t i jn .
Muntere (Straffen van valsche), bl. 636 noot.
Muntijzers, bl. 149.
Muntknechten, bl. 189.
Muntmeester, bl. 70; Muntmeesters (Prie-
sche), bl, 14.
Muntmcestersteeken-, bl. -467.
Muntordonwamtien en Munirekening en der
Priesche steden verloren, bi. 128.
Muntovereenkom8t tusschen Deventer, Kämpen,
Zwolle /en Groningen, bl. 482.
Muntstempeds, bl, 592.
Muntverbond tusschen Deventer, Kämpen,
Zwolle en Groningen, bl. 480.
Muntverzameling van het Priesch Genoot-
schap, bl. 86; — der iLeidsche Mooge-
school. Zie Hoogeschool.
Museum van Vaderlandsche Gudheden (Ver-
geefsche pogingen van den Schiijver to t
daarstelling van -een)-, bl. 260.
ft.
Namen (Graaf van), bl, :70.
Namptieren\ M. 268.
Napjus (E.), Kronijk van de >Stad Sneek,
bl. 114.
Navorscher '{De), bl. 288.
Nederlanden {Groningen komt in 1594 under
de ‘V’&reenigdé) -, bl. 295.
Neder-Lotharingen, een der drie hoofdafdee*
tragen van Nederland\, bl. 8»
Nesserlamd -(Eiland) -bij Fmden, bl. 368.
Nijekamer (Matthaeus)-, Muntmeester, bl.
132.
N ije pewninghen, bl. 284.
N ijh o p f (De Bijdragen van Dr*), bl. 266.
Nijmegen (Sneeker munt gevonden te)-, bl.
115; — , muntplaats, bl. 30; spreuk op
munten van — , bl. 155 ; daalders van die
stad, bl. 2 3 8 , 538-, 627.
Nimbussen (Arend met), bl. 134.
Nobel*, bl, 616.
Noodkreet of noodgeschrei, bl. 359, 884.
Noodouren, bl. 359.
Noord-Nrdbandsch Genootsehap (Verzameling
van het), bl. 471.
Noordenveld (Dingspil), b l. 555.
N o o rd ew ie r , Nederlandsohe Reqtsoudheden,
bl. 72.
Noordlu/ren (Hunnebed te ), bl. 297; het
dorp — , bl. 888.
Noormannen, bl. 804, 3 1 9 , 823, 327, 328,
3 5 9 , 8 7 1 , 385, 557; verwoesten Groningen
-, aldaar ; schatting der Friezen aan de — ,
bl. 7.
Noorwegen, bl. 332.
N oot (Verzameling van den Kolonel), bl.
4 5 5 , 4 7 1 , 508-, 514.
Northawalda of Noord/wolde, bl. 334.
Nwmermr in Friesland (SehijnbaaT gebrek
aan), bl. 68.
Numismatische Bruchstücke. Zie E r b s t e in .
Numismatische Zeitung, Zie ¡Le it zm a n n .
O.
Obergum (Het dorp) met Winsum en Farm-
sum to t den grond toe verwoest„ bl. 442.
Obölen, bl. ,188 noot', Hollandsche J|$* bl.
70.
Ocoo Sca/rlenßs of van Schorl, bl. 4 3 , 616.
Oceanus Germanicus of Noordzee, bl. 299.
O cko t e n B r o e k e , bl. 897, 619, 620.
Od il b a l d (De Utrechtscbe Bisschop), bl.
338 noot.
Oer (De torens van ’t kasteel van Koevorden
bestonden grootendeels u it), bl. 572.
Oertkens. Zie Ächtyenmennenkes.
Oevereemden (Gulden van), bl. 209.
Ogiven of dubbele bogen, bl. 187.
Oisterdach oder Paeschdag, bl. 146.
Oistersche en Duytsche landen, bl. 247.
Oldambt (Het zoogenoemde), bl. 3 1 4 , 342,
3 4 4 , 362, 365., 369, 376,, 888, 889; het
Klei-Oldambt, bL 8 5 3 ,4 0 7 ; het Wold-Old-
ambt, bl. 358.
Oldeboom, bl. 59.
Oldehove (Kerk van) te Leenwarden, bl. 51;
het dorp — , bl. 315.
Olde jagers, Groningsche muntsoort, bl.
464.
Oldenburg., bl. 83 ; het -Keulsche gewigt nog
in gebruik in het Groothertögdom— , bl.
476.
Oldenklooster, bl. 388.
Oldenzaal, bl. 586.