
 
        
         
		ende  Welgeboren  Heeren  Georgen  Schenck,  Tryheeie  tot  Tautenburgh  &c.  Roomscher  
 Keyserlycker  Mayesteyts  Stadthaider  Gpnerael  in  Trieslant,  by  denzeluem witte van  desen  
 daer  toe  gecommitteert.  Actum  Leeuwaerden. 
 Hit  het  1 ^   Privilegie-Boek  !sHofs  van  Triesland,  fo).  287  verso. 
 Op  bladz.  524  laat  s c h w a b t z e n b e r g   in  zijn  Charterboek  volgen  de. 
 Commissie,  gegeven  by  Keizer  Karel  aan  Jan  Rattaller,  Raad  en  
 Rentenwester  Generaal  in  Triesland,  als  Wardein m  de Munte  
 aldaar  voor  drie  jaaren. 
 Den  4  May  1527. 
 Kaerle  _   doen  te  wetene:  Dat  in  consideraeie  van  den  goeden  ende  genamen  diensten,  
 ■die  onsen  lieuen  ende  getrouwen  Raidt  ende  Rentmeester  Generaei  in  Trieslant,  Jan  
 Rattaller,  ons  oner  langen  tyt  gedaen  heeft,  ende  om ft  goede  rapport  ende  aenbringen  
 ons  gedaen  van  zynen  Perzopn,  ende van  zynder  nutheyt  ende  bequaemheyt,  wy  denseluen  
 volcommelyck  betrouwende  synder  rechtuaerdicbeyt  ende  goede  ernsticbeyt,  by  adnys,  eerst  
 van  onsen  lieuen  ende  getrouwen,  den  Generaei Meesters  yan  onse munte,  ende  voerfs  yan  
 den  Hoofft  ende  Tresorier  Generad  yan  onse  Demainen  ende  Knancien,  geojjdonneetf  ende  
 gecommitteert  hebben,  ordonneren  ende  commiteren mits  desen  onsen  bneff  mt  officie  van  
 Wardeinschap van  onse munte  in  Trieslant,  tot  Leeuwaerden .gestalt, hem  geuende  volcomp  
 men macht,  auotoriteyt  ende  sunderlinge  benell,  ft  seine  officie  te  houden,  bewaren  ende  
 bedienen,  ons  recht  ende  hoecheyt  te voirderen,  bewaren  ende  onderhöuden,  ende  voirts  te  
 doene  al  ’t  gene  des  een  goede  ende  getrouwe  Wardeyn. voirscreuen,  schuldich  is  ende  
 behoert  te  doene,  totten  wedden  van  hondert  ponden,  van  viertich  groten  onser Tlaemspher  
 munte ’t  pondt,  'sjaers,  dry.jaeren  lanck  geduerende  alleenlyck,  die  ingaen  ende  beginnen  
 zullen  ten  dage  van  der  eerste  deliurantie,  die men in  deselue munte  doen  sal  van.eemge  
 gemunte  penningen,  het  zy  van  goude  off van  ziluere;  daer  aff wy  willen  dat  hy  betaelt  
 zy  by  handen  yan  onsen  Meester  particulier  van  onse munte  van  Tneslandt,  jegewoirdich  
 ende  toecomende,  ende  van  de  penningen  van  zynen  ontfange,  commende  van  onse  heer-  
 lycke  recht  ende  prouffyte,  ende andere  rechten,  eeren,  vriheyden,  nutscappen,  prouffyten  
 ende  vernähen,  als  daer  toe  staen  ende  behoeren,  waer  up  de  voonri»  Jan  Rattaller gehenden  
 wordt,  den  behoerlycken  eedt  te  doene  in  handen  van  onsen  heuen  ende  getrouwen  
 Raedt,  Camerlinck  ende  Gouuemeur  van  Trieslant,  Heeren  Jorys  Schenck,  Heere  van  
 Tautenbergh,  die  wy  daer  toe  committeren,  ende  beuelen  dat  den  eedt  by  hem  ontfangen 
 van  den  voirnde  Jan  Rattaller,  hy  hem  stelle ende  sette,  van  onse  wegen,  in  de  possessie  
 ende  gebruyckenisse  van  de  voorsz.  officie  van  Wardeinscap  onser  voorsz.  munte  van Vries-  
 lant,  ende  van  dien,  mitsgaders  van  de  richten,  eeren,  vryheden,  nutscappen, prouffyten  
 ende  veruallen  voirsz.  hy  ende  alle  andere  onse  Rechteren,  Justicieren,  Officieren  ende  
 Ondersaten,  wien  dit  aengaen  mach,  doen,  laten  endegedogen,  den  voimd©  Jan  Rattaller  
 rustelyck  ende  vredelyck genyeteh ende gebruycken, cesserende alle beletten ende wederseggen  
 ter  contrarien:  Öntbieden  voofts  onsen  particulier Meester  van  onse  voorsz. munte in  Vries-  
 lanf, jegewoerdich  ende  toecommende,  dat  hy  van  de penningen  van  synen  ontfange,  commende  
 van  onse  heerlycke  rechte  ende, prouffyte,  voortaen  alle j are,  de  voorsz.  drye  jaren  
 geduerende,  uitreycke  ende  betaele  den  voorsz.  Jan  Rattalder  off zynen  zekere  Bode  voer  
 hem,  de  voorsz.  hondert  ponden  munte  als  bouen,  ende  ouerbringende  dese  onse  brief,  
 vidimus  off copie  autentyck  van  dien,  voir  een  ende  d’eerste  reyse,  ende  soo  menichwerf  
 als  *t  van  node  wesen  sal,  quitancie  van  den  voomde  Jan  Rattaller,  daer  op  dienende  alleenlyck, 
  Wy  willen  alle  *t  güendt  des  hem  betaelt  sal  wesen  ter  causen  voorsz.  geleden  
 ende  gepasseert  zyn  int  uitgeuen  der  rekening,  ende  afgecort  van  den  penningen  ons  
 voorsz.  Meester  particulier  van  onse munte  in  Vrieslant,  jegewoerdich  ende  toecommende,  
 dient  behoeren  sal,  by  onsen  lieuen  ende  getrouwen,  die  Luyden  van  onse  Rekeningen  in  
 Hollänt,  denwelcken wy  beuelen  by  desen,  dat  alsoo  te  doene  sonder  swaricheyt,  want ons  
 also  gelieft.  Des  t’orconden  hebben  wy  onsen  zegel  hier  aen  doen  hangen.  Gegeuen  in  
 onse  stadt  van Mechelen  den m j  dach  van Meye,  int jaer  ons  Heeren  duysent  vyfhondert  
 ende  seuen  en  twintich;  ende  enz.  enz. 
 Uit  het  Iste  Privilegie-Boek  ’s Hofs  van  Vriesland,  fol.  388  verso. 
 Als  een  gevolg  op  de  hiervoor  vermelde  aanstellingen  van  eenen  Meester  
 Particulier  en  eenen Waardein,  werd mede,  en  ook voor den tijd van drie jaren,  
 op meergemelden  vierden  dag  van Mei  1537  een  Assayeur Particulier aangesteld  
 in  den  persoon  van  Jan  Jansz.  Goudsmit. 
 In  het  stuk,  dat  bijna gelijkluidend  is  met  de  zoo  even medegedeelde aanstel-  
 ling  van  Jan  Rattaller  tot Waardein,  wordt  ’s mans  beroepsnaam,  waarschijnlijk  
 door  slordigheid,  Goudsmet  gespeld.  Verder  luidt  die  aanstelling  even  eens.  
 Alleen  is  de  bezoldiging  op  //twee  en  vyftich  ponden//  bepaald.  Men  zie  het  
 stuk  bij  s c h w a r t z e n b e r g ,   I I ,  bl.  525,  526.  Op  laatstgemelde  bladzijde  be-  
 gint  ook  de  Commissie,  gegeven  bij  Keizer Karel,  aan  Jacob  Ysbrantsz.  Goud