
 
        
         
		bevorderd  door  aflaat,  alsmede  door  het  vooruitzigt  der  lijfeigenen,  om  door  het  
 deeinemen  aan  de  kruistogten  hnnne  vrijheid  te  verwervcn. 
 De  nadeebge  gevolgen  der  kruistogten  waren  de  ontvolking  van  het  land ,  
 waardoor  aan  den  landbouwv en-andere - takken  van  nijverheid  de  werktuigen  
 werden  onttrokken,  iets wat  verwaarlozing  en  aebteruitgang ten gevolge  had, ..Op  
 de  goede  zeden  werkten  ze  tevens  nadeelig,  niet .  alleen  wegensde  gemeng.de  
 togten  van-mannen  en: vrouwen;  maar  ook  de.  voorbeelden  van  roof en  plundering, 
   door  de  krnisvaarders  zoo  dikwijls.op  hunne  togten  gegeven,  vonden maar  
 al  te  veel  navolging,  en  ondermijnden  den  .eerbied  voor  ’t   regt  van  eigendom. 
 De  voordeelige  gevolgeU, det  kruistogten  waren  de  bevordering,  van; Wéten-  
 schappen,  kunsten  en  handwerken  in  de  toen  nog  minder  besohaafde  landen  
 der  kruisvaarders.  Zij  bevorderden  onmiddelijk  de Aardrijks-  nn  Zoevaartkunde;  
 middebjk  vele  andere  wetenschappen,  alsmede . kunsten  en  handwerken.  Het  
 schijnt,  dat men  daartoe  onder  anderen  ook  de. belangrijke  uitvinding  of althans  
 invoèring  van  den  windmolen  mag  rekenen.  Deze  uitvinding  moest  ook  voor  
 Groningen  van  -zeer:veel  belang  zijn,  omdat-de  vlakke  ligging  de  aanwending  
 van  watermolens  niet  toelaat.  Vóór.de  uitvinding.van,den  water-,  of windmolen  
 was  er  doorgaans.eén  persoon  voor  elk  huisgezin  noodig,  om  het  koren  te   malen. 
   Een  gewpnè  bándmolen  leverde  in  IB  jaar  sléchts  12  mudden meol.  De  
 windmolen  stelde  alzoo. duizende  handen  buiten  deze  ondankbare  dienst,  om  die  
 aan  meer  vruchtgevenden  arbeid  te  knnnen  wijden. 
 Aan  het  woeste  zeerooversleven  werd  mede  door  do' kruistogten  perk  gesteld  
 en  daardoor  de  grondslag  gelegd  voor  een  geregelden  zeehandel.  :. Zulke, rppverg«  
 kasteelen  als  de  sloten  Kuinre  en  Eerde  in  Overijsseli in  deze  dagen,,  althans  
 niet  lang  daama,  waren,  zal  Groningerland  misscbieft rook  wel-aan,  te'iwijzen  
 gehad  hobben  (1). 
 Géheele  familien  stierven  gednrende  de  kruistogten  n it,  en  velen  geraakten  
 door  persoonlijke  of  g e l d e l i j k e   deelneming, - of :  ook  wegens  de  ontvolkipg,,  in  
 verval.  Verkoop,  schenkingen  en  verervingen  bragten  vele  landen  m  i t   bezit  
 der  steden  én  kloosters',  waarvan  sómmige  die  in  kleine  hoevett  aan, pachters 
 (1)  Zie onze  Mwntm der Heeren m Steden  vmDverysfel(Jíneñ-  1854),  blf  7a,fnfi49. 
 uitgaven.  De  deelneming  der  slaven  aan  de  kruistogten  maakte  hen  v rij,  zoo  
 dat  deze  vrijgelatenen,  die  vroëger  als  lijfeigenen  onbezorgd  waren  voor  bet  
 levensonderboud,  maar  dan  ook  voor  den  heer  moesten  werken,  thans  door  den  
 arbeid  den  kost  moesten  zoeken,  en  alzoo  krachtens  overeenkomat  zieh  bij  de  
 landbezitters  verburen.  De  binnenlandsche  handel,  door  ’t   verbeteren  van  de  
 landhuishonding  en  ’t   verkrijgen  van  de  vrijheid  door  duizenden,  toegenomen,  
 deed  hier  en  daar  de  steden  (in  Groningen  echter  slechts  ééne)  opbloeijen,  die  
 dan  weldra  door  voorregten  van  gemeente,  jaarmarkten,  gilden,  enz.  in  w.el-  
 stand  en  magt  aangroeiden.  Vlekken  werden  gemeenten.  De  riddergeest  ont-  
 wikkelde  zieh  kraebtig  en  weldadig,  schoon  die  in  Groningerland  (even  min  als  
 in  Drentbe)  zeer  weinig  schijnt  te  hebben, uitgewerkt.  Inzonderbeid  moest  ook  
 de  onderlinge  wisseling  van  denkbeeiden,  onder  zoo  vele  verschiffende  volken,  
 voor  de  verspreiding  der  besebaving  in  ’t   algemeen nnttig  werken.  De  scheep-  
 vaart,  de  handel,  de  manufacturen  en  handwerken,  de  gerijfelijkheden  des  le-  
 vens,  de  kunsten  en  wetenschappen  werden  er  door  bevorderd.  Onderscheidene  
 boom-  en  veldvruchten  werden  meer  algemeen  verspreid,  van  welke  sommige  
 later  Groningerland  bereikten,  als  daar  zijn:  de  wijnstok,  vijgehoom,  kersen,  
 perziken,  abrikozen,  pruimen,  bessen,  kweeperen  en  kastanjes.  De  boekweit  
 is  eerst  na  de  kruistogten  uit  het  oosten  overgebragt  (1). 
 H e t  zijn  vooral  de  kloosters,  die  in  deze  tijden  de  nijverheid,  landhuishonding, 
   wetenscbappen  en  de  besebaving  in  ’t  algemeen  bebben  aangekweekt  en  
 uitgebrèid.  Even  als  het  Christendom  in  Groningen  u it  zuidelijker  streken werd  
 aangebragt,  even  zoo  werden  zulks  de  kloosters.  Omstreeks  721  was  er  reeds  
 te  'Utrecht: een  klooster  gebonwd  (2) ,  doch  in  Groningen  werd  niet  voor  in  
 de  12e  eeuw  met  bet  eerste  een  aanvang  gemaakt.  In   de  Iaatste  jaren  der  
 12e  en  het  begin  der  13e  eeuw  werden  dan  de  kloosters  te  Aduard,  Heiliger- 
 (1)  Onzes  inziens  hechten  sommigen  nog  verlceerdelijk  aan  de  (immers in  ons  en  veler  
 oog)  fabel  omtrent  de  overzending  dezer  Sarraeeensche  weit  in  een  boeh,  en  dat  van  daar  
 de  naam  boekweit  zoude  komen;  .onzes  inziens  is  het weit,  die  den.vorm  heeft  van  boeke«  
 of  beukenootjes,  en  van  daar  boekweit, 
 ( 2 )   R o i ja a r d s  ,  Geschiedenie  der  invoering  en  veetigmg  van  het Christendom in  Neder,  
 land,  bl.  99,  1 0 0 . 
 43