
Z.
Zassen (Hertog van), bl. 189.
Zeden (De Kruistogten nadeelig voor de goe-
de), bl. 836.
Zeedijken (Bepalingen tot herstel der Frie-
sche), bl. 142; zie verder bl. 158, 8 8 9 ,
3 4 0 , 841, ook in de noot, 842.
Zeeland op munten, bl. 98, 94.
Zeelmden (Friesche), bl. 8 5 9 , 561.
Zeerooverij en handel vereenigd, bl. 803.
Zeeroovers verwoesten Staveren, bl. 19, 88
noot, 887, 400; — in het kasteel Farm-
sum, bl. 889; — te Fesumerzijl, bl.
618.
Zegel (Het) van den Prefect E g bert gaf
misschien oorsprong aan het wapen van
Groningen, bl. 448, 689; zegel van Bols-
ward, bl. 67.
Zegsmannen, bl. 398; zegslieden, bl. 401.
Zeitschrift fiir Miinz•, Siegel- und TV%p-
penkunde, bl. 4 0 , 97.
Zelwaerden of Selwerd, bl. 633.
Zee of zeven munters te Leeuwarden, bl;
102.
Zevenwolden of zeven wovden, bl. 125, 186,
359, 407; zegel van dit Gewest, bl.
125.
Ziel eener munt (IJzeren), bl. 479.
Zierik (Bisschop Ja n van), bl. 586.
Zijlr en dijkregters, bl. 820.
Zijlvestenijen, bl. 366, 367.
Zil/oer (Biikans geheel gebrek aan) in Friesland:,
.bl. 122.
Zilveren Reaal of Philipsdaler, bl. 257.
Zoen, d .'i. vrede, bl. 400.
Zoengeld, bl. 87.
Zomerdijken, bl. 340.
Zout (Oudste wijze der bereiding van) bij
ons te lande, bl. 817.
Zuidbroek, bl. 383, 403.
Zuidenveld (Dingspil), bl. 555.
Zuiderzee (Inbraak in de), bl. 860; roove-
rijen op de — bl. 4 0 4 , 608.
Zuidlaren, bl. 856, 555 noot.
Zuidwolde, bl. 332, 555, 585.
Zuiveringseed, bl. 882.
Zurich (Friesche mnnt aan deze stad toege-
schreven), bl. 8 0 , 88, 34.
Zutphen (Muntje van), bl. 155.
Z w a n e k e (Zekere) van eigenhoorigheid ont-
heven, bl. 587.
Zwarte hoop, bl. 118.
Znoarte stuiver, bl. 110.
Zwa/rte water (Het), bl. 554.
Ziweden (Dalers van), bl. 232.
Z w e d e r van Rechteren, geheeten van Heec-
keren, _bl. 591.
Zuoin, bl. 7.
Zwitserland (Daalders van), bl. 282.
Zwolle (Oudste munt van) met een jaartal,
bl. 98; deze stad sluit een muntverbond
met Groningen, Deventer en Kampen,
bl. 4 7 4 , 486.
TOEYOEGSEL TOT DE YERBETERINGEH.
Op bl. 1 deelden. wij de meening van Mr. l. ph. c. van den bergh mede, dat er nog
veel, ter opheldering van Frieslands Geschiedenis dienstig, «in dbnkere hoeken schuilt.»
Men voege daarachter als onze meening:
Toch niet in Friesland zelf, want de vreesselijke woede der Schieringers en Vetkoopers,
die zoo lang aanhield en bijna al wat vernielbaar was vermeide, gepaard met latere ver-
woestende branden en oorlogen, alsmede de onyerscbilligheid der menschen, hebben bijkans
alles van v<5<5r den aanvang der 16e eeuw, en hoe veel niet uit die eeuw, verloren
doen gaan.
Op bl. 14 is melding gemaakt van Agrippijnsche, d. i. Keulsche penningen. Onder-
scheidene munten dier stad droegen oudtijds het opschrift Agrippina. Zie cappe , Be schreibung
der Cölnischen'Münzen des Mittelalters, Dresden 1853, een Deel 8°, met
15 platen.
Op bl. 69 spreken wij van de munten van Dirk Y I, als bij alkemade afgebeeld; wij
vergisten ons. Alkemade geeft het eerst die van Floris I I I . De hier bedoelde munten
zullen dus waarschijnlijk Friesche Bruno- of Egbert-denarien geweest zijn.
Op bl. 445 staat Turonus civis.
L e blanc wil civitas, verkort civis, en dan is het: de stad Tours.
Op bl. 588 in de noot staat: Sterlingen, voeg bij:
Wij hebben -echter later een .Utrechtschen Sterling van Bisschop Dirk van der Aare
(1198—1212) in afdruk uit St. Petersburg ontvangen.
Op bl. 645 staat: 1 2X 1 2 , lees: 20X12.