
executie doen sal, ende die seine peynen ende boeten willen wi, ende ordonneren terstont
geexecuteert te worden preoiselyc, niet tegenstaende opposicie of appellacie gedaen of te doene.
Ende of yemant van der Ouertreders van der voorsz. ordonnancie appelleerden van der
executie van denseluen peynen, oft henluyden opposeerden, in dien geualle wi ordonneren
den Hoofden, Presidenten ende Luyden van onsen secreten ende grooten Raden, ende v
Stadthaider, President ende Luyden van onsen Rade in Vrieslant, ende allen Officieren
ende Luyden van der Wetten van onsen voorsz. Landen, ende andere diet aengaen sal
moghen, ende elcken van hen bisondere, dat si den Supplianten niet en accorderen oft
verleenen brieuen van relieuemente, noch andere prouisie, inhoudende clausule van inhibicie.
Ende ten eynde dat van dezer onser voorsz. ordonnancie niemant ignorancie en preten -
dere, wi willen dat die selue ordonnancie gepubliceerfc ende wtgeroepen si, ouer ende in
alle onsen landen van Vrieslant', daer men gewoonlic is wtroepinge ende publicatie te doen,
den xv dach van der naestcomende maent van Nouembre, ende voort van ses maenden te
ses maenden, sonder interruptie, tot dat by ons anders däer op geordonneert sal wesen,
ende dat die copie van desen, in leeselycke letteren, gehecht ende genagelt sullen worden
aen die poorten van der voorsz. Steden ende anderen Plecken, ende van der Kercken van
den voorsz. Lande, ende dat ooc die copien van der instructien, die de Generaeis gegeuen
hebben oft geuen sullen den Wisselaers, geordonneert in den voorsz. Landen, in.goede
letteren als bouen,- ooc gehecht worden omtrent den Plecken daer die voorsz. Wisselaers
hen houden sullen, blyvende onse ordonnancie van den jaere vyfthien hondert ende xx, op
t stuck van der munten, hier voren verclaert, in alle-sine pointen ende articulen, soo
verre die bi dese teghenwoordige ordonnancie niet expresselyck ghederogeert en si, in
zyn geheel.
Ontbieden v daeromme ende beuelen zeer scerpelic, ordonneren en committeren bi desen,
dat ghi onse. voorsz. tegenwoordige ordonnancie doet wtroepen ende condigen, op den voorsz.
xv dach der naesteomender maent van Nouembre, ouer alle de Plecken van onsen voorsz.
Lande van Vrieslant, daer men- gewoonlyc is publicacie ende wtroepinge te doen, ende die
selue in alle sine pointen ende articulen, ende ordonnancie van den jaere vyfthien hondert
ende xx, in de pointen ende articulen, totten welcken bi desen niet expresselyck gedero-
geert en si als voorsz. is, onderhout, achteruolcht, obserueert ende bewaert, ende doet
onderhouden, obserueren, achteruolgen ende bewaeren seer scerpelick ende onuerbrekelic >
in der manieren voorsz. procederende ende doen procederen tegens die Ouertreders van der
voorsz. ordonnancie, by executie van den penen ende boeten däer toe gestelt, realyc ende
by feyte sonder vertrecke, verdrach oft dissimulatie, ende niet tegenstaende oppositie oft
appellatie gedaen ofte doene als voren, ’ ende van des also te doene met al datter aen
cleeft, gheuen wy v ende uwen Substituten ende Gecommitteerden volcomen macht, aucto-
riteyt ende Sonderlinge beuel by desen, ende bi deselue zeer expresselyck beuelen ende
ordonneren allen onsen Justicieren, Officieren ende ondersaten, dient aengaen oft aenroeren
sal mögen, hären Stadthoudere ende eenen yegelyc van hen bisondere, so hen toebehooren
sal, dat si v Luyden ende uwen voorsz. Substituten ende Gecommitteerden, dit doende
ernstelyc verstaen ende obedieren, want ons also gelieft. Gegeuen in onse stadt van Bruessel
ohder onsen contreseghel hier op gedruckt in placcaete , den seuensten dach van Octobre,
int jare m .ccooo.x x x i (ondergeschreuen). By den Keyser in sinen Rade (ende geteykent
by den Secretarys) L. Dublioul.
Ghecollationeert teghens d originale ende concorderen. By my
(getekend)
S. BAUWETTEN.'
Uit het gedrukte Plakaat, in het l 8*® Leeuwarder Placaat-Boek, en een
oud afschrift ter Secretarie van Eranequeradeel.
Het stuk is door ons ontleend aan s c h w a r t z e n b e r g ’s Groot Placaat- en
CharterhoeJc van Vriesland, D. II (1773), bl. 588—594.
In een placaat van 23 Augusty 1536, mede te vinden bij zoo even gemelden
s c h w a r t z e n b e r g , bl. 687, vermeldt de hooge Overheid in Friesland (die zulks
uitdrukt door de woorden: By den Keyser) , dat sedert eenigen tijd in de
Landsmunten, bij gebrek aan muntmateriaal, geene geldstukken geslagen waren
geworden , en tracht zij den aanvoer van dat muntmateriaal bevorderlijk te zijn ;
doch hooren wij liever wat zij zelve zegt:
By den Keyser:
Onsen lieuen besunderen Ouderman, Burgemeesteren, Scepenen ende Raiden der stadt
Eranicker, saluyt: Alsoo t onser kennisse gecomen is , dat binnen zeeckeren tyt herwairts,
onse Muntmeesters nyet en hebben gemunten de gouden ende silueren penningen van onsen
slaige, by gebreecke van cendreen van finen siluere ende andere materiael stoffen, myts
dat deselue gevuert ende gebrocht worden in de munten van de Princen onse Naegebueren,
die daer aff doen slaen ende munten penningen van harden alloye, ende deselae' seynden
m onsen Landen, aldair men die uytgeeft ende besteet te hoogeren pryse dan sy weerdich
syn, in miuderthede van onse hoocheyt, heerlicheyt ende auctoriteyt, in verachtinge van
onsen ordonnantien, ende ten grooten schaide, Verliese fende intereste van onsen ondersaten ;