
maels geleyt de fondamenten van desen stadt, ghelijck de situatie van dien
noch uitwijst : want op het zuyd-oosten, daer de straten ghenaemt die Pol-
straet, Hooghstraet, Sand ende Dijck, veel hoogher ligghen als de andere
straten van de. stadt, dewelcke tot na den grooten kercke op het waterpas
afghemeten-zijn, onghelooflijck leger bevonden werden.«' .
Ook het eerste gedeelte van beide namen kwam in vroeger tijden meer over-
eèn. W in s em iu s toch verhaalt ,1. 1., dat er in zijnen tijd ( 1 6 2 2 ) nog de afdruk
van een oud zegel voorhanden ' was, hetwelk tot omschrift had : Sigillum (1)
Burgensium de b o d e l s v e r t , en dat het groóte stads geheim zegel tot omschrift
had: Sigillum Oivium d e -Bodelswart ( 2 ) . Schotanus ( 3 ) , u b b o em m iu s ( 4 ) ,
m e n s o AiiTiNG (5 ) , de Schrijvers der Oudheden en Gestickten van Vriesland (6),
die van den Tegenwoordigen Staat van Friesland (7), enz. ontleenen het eerste
gedeelte van den naam Bols, Bodels van zekeren b o d e l , wij zouden nu zeggen
BOELB, den stichter, of heersehap, dier plaats. Wanneer zulks' plaats vond,
(1) Hoe dit zegel, of het volgende,. er uitgezien heeft, kan men opmaken nit een nog
voorhanden zegel van het jaar 1640, eene kennelijke navolging van een middeleeuwsch
zegel van Bolsward. Het stelt den H. Martinus voor, hoe hij, te paard zittende, ten be-
hoeve van eenen nederknielenden bedelaar, een stuk van zijnen mantel snijdt. St. Maarten,
aan wien de boofdkerk was gewijd, was de Beschermheilige. van Bolsward. De meeste
St. Maarten-kerken in ons. vaderland zijn zeer oud en in de eerste tijden van de invoering
des Christendoms gestiebt. De scbok hiertoe ■ ging toch van Utrecht, als Bissohopszetel,
nit, hetwelk nog de afgesneden slip des witten mantels van St. Maarten als wapen voert.
(2) «Wij steden a ls Bodelswert.» Charter van 1423 bij sc h o t anus , in tablino
p. 77. « Prater albeeTus , vice-Gardianns I'ralrum Minorum Gonyentus Bòdilswerdàensis.r
Testamentuni anni 1407, ibid. p. 69. Zie Tegeiiwooräige Staat va/n Friesland, D. IH ,
bl. 183k Nog zegt men Boolsert, en schrijft in !de landtaal Boalmert.
(3) Beschrijving (1664) Bolswerdt, p. 233-: «’t Gaet.vaster dat de naem so veel be-
teeckent als B odeles—weerdt.> De munt van Egbert l ï i N" 16 8 , Vrije Fries, V I, 2 5 ,
heeft BodUswert. .
(4) Be Frisia, Lugd. Bat. 1626, p. 55: «Non s. Bodel, qua olim profondum maris
ant flnvii significatami fnit [zie FuiìMcnn Annales Frisi a 0 , I , p. 201] sed a Bolone ant
Bodelone, ut,vetustas locnta est, conditore, ant loci istius quondam domino.
(5) Notitia Germamae Inferioris, Part. I I , p. 26. (6) D. I I , bl. 10.
(7) D. I l l , bl. 188: «Van zekeren bodelo, bij verkorting boele, die waarschijnlijk
op. het hoogste gedeelte der stad eene stins gebouwd heeft.» •
vindt men niet vermeld, en -indien werkelijk, op deze wijze, Bolsward aan zijnen
naam kwam, dan kon ook hiervan, als eerst allengskens geschiedende, geene
zekere dagteekening worden opgegeven.
Er is ¿venwel eene opteekening van occö van Schärl, die een bepaald jaar
voor de stichting van Bolsward on tévens eene andere naamsafleiding aangeeft:
«Anno 713,» luidt het aldaar (1), «bouwede b o i sw y n a , Coninc Radbodus
[des eersten] dochtcr, ende naegheláten huysvrouwe van h a e i a l t (een Deen),
een cleyn stedeken, een half uure: gäens vant- beginsel des Middelzees, ende
noemdese nae h'aer selven Boiswert: want de Oóninck haer daer een schoon
lusthuys gegeven hadde , oinme te woonen';. . . . ende het Wörde metter tijt een
zeer rieeraehtieh stedeken: want dl het'laridl opt west nah den Middelzee haer
goeden daer henen vóerden, van waefse: vboft^ nae die hooftstadt Stavoren-ge-
schicket worden; die Denen ende- Noormannen hebbent namaels ghedestrueert;
doch ist veel schoonder weder opghebout.u Deze aanteekening -bij occo van
Scharl is op goede' gronden verdédigd ( 2 ) , térwijl wij, hoe het hier dan ook
mede zijn mogé, met winseímiús zeggen': «’t- is ; in allenghevälle, éen seer olden
stadt, ende voor etlgche hondert jaren getimmert.u Wij vinden hiervan eene
bevestiging in de door ons opgespoorde munten.«
Tot dus verre de Heer d ir k s ; beschouwen wij thans de drie door ons afge-
beeldé munten eenigzins van riaderbij:
Het zijn denafien, even als de vroeger afgébeelde van Dokkum en Staveren.
Zij hebben de zelfde type van het hoofd des Kéizers, met den kriiisstaf vóór
hetzelve op de voorzijde, en den naäm van BRVN fussehen twee parelhjnen op
de keerzijde. Het omschrift van Ѱ 1 is :
(1) Ocoo Scharlensis, Chronische van Yrieslant, Leeuwarden 1597, p. 1 4 .. Volgens
het opschrift op het stadhnis te Bolsward zoude men bet jaartal op 715 moeten stellen.
Zie Tégenwoórdige Staat, enz., I I I , bl. 1 8 2 , a.
(2) Door Mr. n. pockema, Schetsen von de Friesche GesMédénis, X, bl. 19 9 , 200,
voomamélijk op grond van den naam b o e ltje ,. b o e l, b od e l, vobr vrónwen, en de günstige
ligging der stad aan een veel bezocht vaafwater, waardoor Bolsward, in 1422 , eene
hanzéstad werd. Reeds in 1880 hielden zifeh Hamburgsehe kooplieden aldaar op. Beeg,
de Niederlanden en Het Hanseverbond, bl. 140. Zie oók Mr. J. h . beuckee andeeae ,
in zijne Verhandeling: de origine juris municipalis Frisici, p. 444 seq.