
 
        
         
		l a   f a i l l e   te  Groningen,  en  eindelijk  een  in  de  Verzameling  van  den Heer  
 J.  A.  S t r i c k e r   te  ’s Gravenhage. 
 N" 46  is  eene mede  zeldzame munt,  een  halve  braspenning of enkele jager. 
 Type  en  omschrjften  zijn  volkomen  de  zejfde  als  van  de  vorige munt.  Zij  
 draagt  dus  ook  het  jaartal 
 ]  i i i j  ececeteci 
 Zij  weegt  1  w.  en  is  van  Zs ,  daar  ze  ons  nimmer  anders  voorkwam  dan  in  
 de  Verzamelingen  van  Mr.  w.  h .   c o s t   j o r d e n s   te  Deventer  en  den  Heer  
 f .   d e   W i t t   te  Groningen. 
 N’  47  biedt  ons  een  jager  van  andere  type  aan;  de  dubbele  arend  toch,  
 thans  van  veel  grooteren  vorm,  heeft  het  schuins  geplaatste  stedebjke wapen-  
 scbild  tusschen  de  pooten;  het  een  en  ander  grootendeels  omgeven  door  een  
 parelcirkel.  Het  omschrift  is : 
 ►J<  SROBSW77 ° ROV77 . GRORIGSBSIS S 
 Op  de  kz.  vertoont  zieh  een  aan de  binnenzijden  door  fraaije lijnen  zeer  ver-  
 sierd,  gevoet  kruis,  dat  het  veld  der  munt  in  vier  gelijke  deelen  scheidt,  In  
 het  hart  des  kruises  vertoont  zieh  de  letter 
 <3. 
 In  den  rand  staat,  tusschen  de  beenen  des  kruises,  het  omschrift; 
 • k b b o  o  |  DOffiiB  |  • sit • ecccetec s  I  üini s 
 Z.  (doch  van  veel minder  gehalte  dan  van  de  drie  vorige  munten),  eigenlijk  
 Z.  B.,  weegt  0,29 w.  en  is  van  Z5,  daar wij  deze  muntsoort  alleen  vonden  in  
 de  Verzamelingen  der  Heeren  Mr.  j .   H.  q u i n t u s   en  Mr.  c .   a .  b e r c h d y s   te  
 Groningen,  alsmede  in  die  van  den  Heer  o.  k e e r   te Amsterdam.  Het  schijnt  
 dat  de  traspenningen,  boven  vermeld,  nu  vervangen  werden  door  deze  olde  
 jagers,  waaromtrent  wij  lezen  in  het  böven  aangehaalde  HS.  op  het  Archief  
 te  Groningen: 
 In  den iare ona here  dnsent veer hondert veer vn vyftich, Doe leet die atadt slaen vS munten  
 twalff olde  iagers  vp  enen  golden  gulden  van  gewichte,  En  den  iager  en  stnner sollen  gaen  
 hen  datme  taeatich  scrift,  en  voert  an  datme  lxxiii  scrift  dat iaer  al heel wth,,van  ener  
 weerde,  en  al  effen  guedt.  Item  daer  sinne  sommijge  vliegers,  die  vliegers die  van  liiiie s  
 Ixxiij  geslagen  sint,  die sinne al effen guedt, en sint ook xxiiii vp ene golden gl. vä gewichte. 
 De  halve  dezer  munt,  waarschijnlijk  vlieger  geheeten,  deelen  wij  op  onze  
 eerste  Supplementplaat  (XIX)  onder NJ  21  mede.  Wij  ontdekten  die  te  laat.  
 Zij  bevindt  zieh  in de  Verzameling  des  Heeren  S t r i c k e r   te • ’s Gravenhage. 
 Zij  heeft  op  de vz.  het wapenschild  der  stad Groningen  in eene  andere  rigting  
 dan  op  de  heele  geplaatst.  Het  omschrift  der  yz.  luidt: 
 >i<  iBORSTT? • GROKIGSRSIS.  
 en  dat  der  kz.  (op welke  zieh geen  letter  G,  maar wel  een  groote  punt  in  het  
 hart  des  kruises  vertoont): 
 TSßDO  ° D o m .  |  sii ° a e c a a  •  |  min. 
 Z.  B. weegt  1,3  w.  en  is  van  Z5-  Eigendom  als voren. 
 N"  48 heeft  in  type  en  omschrift  volkomen  de zelfde  voorzijde  als  de  zoo 
 even  beschrevene  munt. 
 De  type  der  kz. is ook  de  zelfde, maar  het  opschrift luidt: 
 2SKß  |  o  • .m § ec  |  ecetccii  |  im  ° 
 Z.  B.  weegt  1,6  w. Zs.  Eigendom  van Mr.  j.  h.  q u i n t ü s   te  Groningen. 
 N"  49,  een  dubbele jager,  verschilt  daarin  van  de boven  beschrevene  typen 
 der  jaren  1437  en  1439,  dat  de  koppen,  halzen  en  vleugels  van  den  dubbelen  
 arend  thans  op  andere wijze  afgebeeld  zijn;  ook  dat  het wapenschild  niet horizontaal  
 onder  des  arends  pooten,  maar  in  eene  schuinsche  rigting Staat.  Op  
 de  kz.  deelt  thans ook  een  groot  gevoet  kruis  het  veld  der  munt  in  vier gelijke  
 deelen,  doch  er  bevinden  zieh  echter  vier  sterren  tusschen  de  beenen  van  dat  
 kruis,  door  eenen  parelcirkel  van  de  twee  rijen  omschriften  afgesloten.  De  
 binnenste  rij  luidt: 
 ts'do   |  dr i'  | m i  ecec  |  erairv. 
 De  buitenste  (te  beginnen  van  de  linkerzijde  der  munt  van  boven): 
 bgrsdi  |  Grov j siw   |  ROiuan  |  aoiRim. 
 Z. weegt  2,5 w.  Z4,  ons  voorgekomen  in  de  Verzameling  van  het  Eriesch  
 Genootschap  te  Leeuwarden,  in  die  van Professor  l a   f a i l l e   te  Groningen,  en  
 in  die  van  den  Heer  j .  a .   s t r i o k e r   te  ’s  Gravenhage. 
 N’  50,  een  stuiver of jager,  heeft  de  gewone  type  dier muntsoort,  den  dubbelen  
 arend  van  zeer  grooten  vorm  met  het  mede  grootere  stedelijke  wapenschild  
 tusschen  de  pooten ,  welk  schild zieh  tot aan  den rand der munt uitstrekt. 
 59