ende Heerlicheden, te dien heynde dat een ieghelyok hem daer nae mach weten te reguleren.
In den eersten, den leal van fynen goude, van den nienwen slage, van den munten
onsets voirscreuen Heeren des Keysets, Tan x l v i int tioysohe marck, moet weghen, dtie
inghelsche, een vietlinck, een tioyken, een deuseken, ende een aseken.
Den halven gouden real , enz. enz.
Het lust ons niet dit alles weder over te nemen; het blijkt daaruit, dat
Friesland geene -eigen munt sloeg, eigenlijk dat er te Leeuwaxden, niet, even
als in de meeste andere Gewesten van Nederland, munten geslagen werden op
den door den Keizer verordenden Stempel.
Aan het slot van het Billet leest men nog:
«Ende te dien heynde dat een ighelyck hem mag wachten van schade es expresselick
«verboden van weghen onsers voirschreuen Heeren des Keysers, dat niemant, van wat state
«of condicie hy zy, hem niet en veruorde tontfanghen, besteden, bieden, ofbegheuen,
«wien dat het zy, den voiren gheualneerde gonden penninghen, te ligt wesende meer dan
«die gheconsenteerde remedie van een denseken op elck stnck, noch oick tot hogheren
«pryse dan die ordonnantie van der munten begripen, noch die penninghen verclaert voor
«billion, tot wat pryse dat het zy, op te peynen van den confiscation ende amenden ge-
«specificeert by den voirghenomden ordonnancien. Cfirconde d handteycken van den eenen
«van den voirscreuen Generaeis hier onder gestalt, by ordonnantie als bouen, den xx» dach
«van Octobri, int jaer ons Heeren xv® xxx.
(getekent) PAPEUELT.»
TJit het Ist® Leeuwarder Placaat-Boek, N° 10.
De onrustige tijden en het niet kennen der later ontdekte juiste beginselen
eener gezonde staatshuishoudkunde, gaven aanleiding tot de afkondiging, op 7
October 1531, van het volgende:
Placaat, dat alle Goud- en Zilvergeld zal conrs en loop hebben, op
znlken gewigt en prys als hier inne specifics verklaard word.
Dat de Wisselaars het Bfflioen znllen inwisselen en in de Munt
overbrengen. Dat men niet meer by ponden Tlaems of Brabands
zal rekenen, maar alles by Garoli-guldens. Dat men geen Billioen
nog geen ligt geld of goed geld tot hoger prys zal mögen uit-
geven; en dat alle Wethouders, Officieren en Magistraten, sampt
Ontvangers en. andere, deezen specialijk zullen moeten bezweeren.
By den Keyser.
Onsen Stadthoüder, President ende Luyden van onsen Rade in Vrieslandt, saluyt ende
dilectie: Also zichtent onser wedercoemste in onsen Landen van harwaerts ouer, t onser
kennisse ghecomen si, dat dordonnancie op t stuck van onser munte, van den thienden
in Decembre, van den jare sessentwintich laestleden, te begbinnen ende inghegaen zynde
den eersten dach van der maent van Maerte, als doen eerst comende int selue jaere, welcke
ordonnancie wy ghehadt t aduys van den Staeten ende van groote menichte notable ende
goede Persoonen van onsen Landen, expert, ende hen kennende op t stuck van der munten,
van den Ghenerael-Meesters van denseluen munten, van den Luyden van onsen Raden
ende van onser Rekeninghen, na vele ende diuersche coinmunicatie hier op gehouden
metten Ridderen van’ onser Oerdenen, van den Hoofden ende Luyden van onsen secreten
Rade, ende van onser Einancie, by groote ende rype deliberatie van saliger gedachten, onse
zeer lieue ende zeer beminde Vrouwe ende Moeye, die Ertshertoginne van Oistryck &c. als
doe voor ons Regente in onsen voorsz. Landen, die God ontfermhertich si, om die meeste
weluaert, vtiliteyt, commoditeyt ende profyt van der gemeyne weluaert van onsen voorsz.
Landen ende Ondersaten, wy geconcludeert ende gemaect hadden, ende die selue als doen,
ende zydert tot diuerschen reysen ouer al onsen voorsz. Landen doen publiceren, niet ge-
obserueert ende onderhouden en wort, maer dat diuersche penningen van goude ende sil-
ueren, bi der vootsz. ordonnancie verclaert billon, gebrocht worden in denseluen onsen
Landen, ende dat die penningen van goude ende siluere van onser munte, ende van andere
Princen, bi derseluer ordonnancie geualueert, hebbende haer gewichte, bestaet ende wtge-
gheuen worden als men noch doet, sonder die selue te wegen, ende tot vele hoogheren
ende meerderen pryse dan die gheeualueert zyn, ende dat die goede penninghe, goude ende
siluere van onser munte, ende andere Princen, by onser voorsz. ordonnancie gheevalueert,
hebbende haer gewichte, getransporteert worden in vremden Landen, ende dat wt denseluen
vremden Landen penningen van eleynder weerde gebrocht worden in onsen voorsz. Landen ,
by Lieden, soeckende haer eyghen profyt, ende die selue aldaer begeuen, tot grooten schade
ende intereste van onsen voorsz. Landen ende Ondersaten, ende van der gemeyne weluaert
van dien, die welcke meestendeel hangt ende consisteert op t stuck ende geregeltheyt van
der munte, ende ööc tot preiudicie van onser hoocheit, auctoriteyt, heerlicheyt ende ge-
hoorsaemheyt, ende in verachtinge van onse ordonnancie, des ons niet te lyden en staet,
25* ■