
 
        
         
		tens  Raadsordonnantie  van  1701,  ook  voor  het  ¡silver,  alleen  het  Troys  of  
 stoaer  gewkkte  gebruiken;  zie  Mr.  h .  o.  f e ith   Jr.,  de  Gildas  Groninganis,  
 p.  264. 
 Hoe veel voordeel,  om  dit  bij  deze  gelegenheid maar  af te  handelen,  bet  regt  
 op  de  munt  (de  sleeschaf)  jaarlijks  aan  de  stad Groningen  opbragt,  is moeijelijk  
 na  te  gaan;  Men  kan  het  misschien  eenigzins  begrooten  naar  de  som, welke  
 de  stad  in  1606  en  vervolgens  voor  het  stilstaan  van  hare  Rijksmunt  van  de  
 Generaliteit  bedong. 
 Bl.  478,  reg .  5  van  b o v e n ,  s ta a t:  dubbelde  vleemche,  le e s,  in   verband  met  
 h e t  op  de  vorige  bladzijde  aan  h e t  einde  medegedeelde,  en  lettende  op  wichers  
 bl.  194:  vleemche  met  de  corte  cruce. 
 Aldaar,  reg.  13  van on der,  staat:  enkele  vleemche,  voeg  bij:  o f met de  lange  
 ■cruce.  Zie  w ic h e r s ,  bl.  94. 
 Bl.  520.  Op  het  jaar  1566  komt  het  volgende  stuk  voor: 
 1566.  29  Junij. 
 Register  van  het  Archief nr.  37. 
 Borgemeesteren  ende  Raedt  ordonneert  dat  men  midier  wijle,  dat de  Raedt seeckerheijt  
 van  Amsterdam  overcomen  de  drie  Daleren,  als  Embder, Hoerner  ende  Nimweger Daler 
 voor  29  st.  Brab.  ontfangen  sal.  Ende  hebben  daerop  Johan Egberts  affgeveerdiget  als 
 eener  uijt  de  Swoorne  Meente.  Actum  den  xxix  Junij  1566. 
 Naar  een  afschrift  uit  het  begin  der  17e  eeuw  in  het  Archief  
 van  Groningen. 
 Op  de  volgende  datums  wordt  in  een  afschrift  uit de  17e  eeuw  in  het 
 Archief gevonden  het  stuk,  dat  hier onder  staat: 
 1567.  18  Junij,  en  1568.  9  Januarij. 
 Register  van  het  Archief  nr.  31,  en  1568  nr.  43. 
 Borgemeesteren  ende Raedt  laten weten  dat  om  tho  verhoeden  ende  beletten  het  bedroch,  
 misbruijck  ende verscheijdentheijt,  oock valsieijt  i/nder munte  des  goldes  beijde  silver  ende  
 gout bij  Conmckl.  mat  de gemeene welvaert  tho  goede  geconsenteert  ende mede  belevet  is,  
 zodme  Ordonnmtie  als  deshalven  op  den jüngsten Rijcxdach  binnen Auspurch  entsloten,  
 tho  verstände  dat Coninckl.  ma4 eenen  golden  penninck  vp  xxix Brab.  st.  nae  de  evaluatie 
 van Anno  20  ende  eenen  silveren vp  xxviu  Brab.  st.  hebben  doen  slaen  ende munte laten,  
 daer  S*  An drees  Beeide  ofte  een  Bourgonnisch  Cruce  opder  ener  ende de.wapenen van  Cü  
 Mat  opder  andere  zijde  staen,  gelijck  in  alloij  ende  gewichte  mit  de duijtsche  soo  oock  
 naede  gemelte Ordonnantie  al geslagen  sindt,  Ende  sal  den  silveren  penninck,  de  daler  van  
 Bourgongien,  ende  de  golde  een  golt  gl.  van  Bourgondien  geheeten  worden.  —  Des  sal  
 deselve  daler  noch  voor  dese  tijt  xxxn  ende  gedachte  golden  gl.  xxxim  Brab.  st.  (woe  
 oock  gelickfals  de  bemelte  duijtsche D.  penning)  gelden  oock  daervoor  entfangen  ende uijt-  
 geven  worde  mede  zullen  de  enckel golden Realen  ende Philips  Daleren  noch  op  xxxv  st.  
 Brab.  staende  blijven,  woe  wal  de meer  vp  xxx  naede  voorss.  valuatie  geslagen  zijn  de  
 halve  ende  andere  deelen  van  dese  voorss.  penningen  nae  advenant  allent  bij  tolerantie,  
 sampt pene  rede  ende  Conditien,  breder inden  Placcate  verhaelt  ende  bes  anders  bij  hooch-  
 ged8  Co® Mat  daerinne  versien  ende  geordonneert  zijn  zal. 
 Alsus  allenthalven  in  openbaere  plaetze  aen  ende  vpgeslagen  dat  
 ut  infra  versa  pagina  den  xvnin  Junij  1567. 
 Anderwerff  opgeslagen  den  9  Januarij  1568. 
 Ten  slotte  laten  wij  hier  nog  volgen  eene  ons  later  in  de  handen  gekomen  
 muntberekening: 
 Steerling  quid  sit. 
 Steerlinck,  i   ®  sterlingorü  valet  xvm  solidos,  vnus  solidus,  vi  st.,  hec  descriptio  
 libre  sterlingorü  videtur  propria  esse,  marce  sterlingorü,  nam  xvm  hi  solidi  fflandrici  
 redacti  in  solidos  sterlingorü,  faciunt  x i i ,  qui  valor  veterib.  proprijs  marce  sterlingorü  
 fuisse  constat,  Idque  docent  IbSnitarü  Ire,  Ex  quo insuper  colligitur in nouenario solidorü  
 numero  in  se  libram  bisq.  nouem  in  librS  sterlingorü  cüstitutio,  que  octodecim  item  solidos  
 sterlingorü  faciunt  si  ad  MarcS  sterlingorü  refer Stur,  MarcS  int.  vtriusq.  valore  
 inter  mediam  intercurrere.  Ita  ut  se  libra  quarta  melior  sit,  libra  vero  tertia  inferior.  
 Atque  hec  veterum  iusta  supputatio  videtur  fuisse  quo  temporis  decursu  increscente  auri  
 argentiq.  valore  inmutata  e  in  hanc  rationem,  qua  hoc modo  tenet  etas. 
 I  punt  s t e r l i n g   xvm  S c h i l l i n g e   s t e r l i n c x . 
 i  p u n t   s t e r l i n g   ix  S c h i l l i n g e   s t e r l i c x . 
 i   marck  s t e r l i n g   x i i   S c h i l l i n g e   s t e r l i n g . 
 I  peninck  sterlincx  I  blancke  brab. 
 i  stoter  sterling  im   peninge m   st.  brab. 
 I  schillinck  sterling  m   stoter  ix  st.  brab.