
van dieren, zal men m e t den sma ak of de bijzondere eigenschappen
bekend g era ak t zijn. Opmerkelijk mag h e t n ie tte m
in heeten, d a t vele genotmiddelen, als thee, koffle, cacao,
ma té, guaraña, kola, éénzelfde werkzaam beginsel bevatten, of
alth an s een n auw v e rw a n t: Caffeine (= theïne) en theobromine.
P rikke ls schijnen den menschen, in alle graden
van ontwikkeling, een behoefte te zijn. Gelukkig zij, die zieh
a lth a n s tegen ’tm is b ru ik w eten te vrij waren.
Wij moeten ons tevreden stellen m e t de wetenschap,
d a t de th e ep la n t oorspronkelijk in Opper-Indië te h u is behoort
en d a t h e t gebruik van thee, waarschijnlijk to t in
’t begin der 17® eeuw, to t die stre ek , China en Japan, he-
p e rk t bleef. Voorts, dat h e t w aa rschijnlijk de Hollanders
waren, die de th e e n aa r Europa overbrachten, en ook, dat
h u n de eer toekomt, aan h e t monopolie een einde te hebben
g em aakt door de c u ltu u r op Ja v a in te voeren, gelijk zij
ook de ee rsten zijn geweest, die, vroeger reeds (omstreeks
1700), de te e lt van koffle en la te r (1858) die van k in a onder-
namen.
In 1590 publiceerde een Ita lia an sch schrijver, Giovanni
Botero, eene verhandeling, w a a rin hij o. a. mededeelde : „de
„Chineezen bezitten eene p la n t w a a ru it zij een aangenamen
„drank person, dien zij in de p la a ts van wijn d rin k en .” In
h e t la a ts t der 16® eeuw w as h e t a rtik e l th e e in Europa
dus m a a r bij name bekend, en m a ak te men er zieh dan
nog een gebrekkige voorstelling van. Beweerd wordt, d a t de
Hollanders de ee rste partij en th e e inruilden tegen S a 1 i e, die in
zooverre m e t de th e e overe enstemt, dat men er als van deze
een d ran k van bereidt. Moge h e t ons verwonderen, d a t een
heden zoo algemeen verspreid genotmiddel als thee, eeuwen
lang to t China en Jap an bep e rk t kon blijven, men mag
n ie t vergeten, d a t ju is t die tw ee rijken zoolang mogelijk
alle a an rak in g m e t de Westersche volkeren w iste n te weren.
Deed de th e e in ’t begin der 17® eeuw h a a r intrôe in
Europa, nog tegen ’t einde dier eeuw gold zij als een vorste
lijk geschenk. In Brugge’s handboek echter is te lezen, dat
in 1659 koffle, chocolaad en een soort van drank, dien
m e n th e e noemde, in hijna elke s tr a a t van Londen v e rkocht
werden. Ook in de k o rt te voren opgerichte kof-
iiehuizen vond de th e e spoedig h a a r p la a ts en een dei
e e rste verkoopers in Eogeland w as Thomas Garway, wiens
kofflehuis „Garway’s ” te Londen de verzamelplaats werd
van alien, die zieh m e t den handel op h e t Oosten bemoei-
den. Garway verkocht n ie t alleen h e t thee-aftreksel maai
ook de th e e zelve en wel to t 60, la te r to t 50 shillings, h e t
^ Zooals koffle en cacao, zoo ook w ek te de th e e bij h a a r
verschijnen in Europa heel w a t strijd. Een aan ta l vlug-
s c h rifte n tegen h e t gebruik van de th e e zagen h e t hcht.
P a tin noemde de thee „l’im p e rtin en te nouveauté du siècle .
Omstreeks 1670 had de dran k in Holland den spotnaam
„hooiwater”. Best mogelijk, d at de Chineezen n ie t veel
zaaks hadden afgestaan, - zij zijn nooit a fk e en g van
knoeierijen geweest - m a a r ook, d a t men m den beginne
weinig begrip van goed „ th ee ze tten ” had, of wel, de goede
th e e door slechte bewaring lie t bederven.
In tu s s c h en won de thee ook ijverige verdedigers._ In
1644 had de Amsterdamsche burgemeester-anatoom, Nicolaas
Tulp, reeds eene verhandeling te h a re r aanbeveling
geschreven en Cornells Dekker, genaamd B ontekoe, (1645/85)
noemde h a a r „h e t exc ellentste k ru id ; de ma ag kon e r b e s t
e en paa r honderd kopjes d ran k v an v e rd rag e n !” In zijne
P h i l o s o p h i s c h e , m é d i c i n a l e e n c h y m i s c h e w e r k
e n gaf hij eene beschrijving van de th e e : „de coleur
„van de corlen van de th e e moet u y t den groen hlauwen
te ijn en den glans hebben van een kruyd, d a t versch ge-
¡droogd is. De th e e is nooit goed, zoo ze n ie t zeer hard
’,’en droog is, zoodat men ze tu ss ch en de vingeren to t pul-
ver k an wrijven zonder te gevoelen een tayigheid. Dit
’’lu is te rt zoo n auw , d a t de beste th e e bedorven is en zijn