
32
van een soortgelijk product, d a t in den la a ts ten tijd vaak
eenoemd en als v erste rk en d middel, vooral op lange
L r s c h e n en vermoeiende tochten, aanbevolen w o id t, .
(le Ko la -no o t . ')
H e t is h e t zaad van Co l a a c u m i n a t a , een boom van
A f « a , u l. dezelfde
q f tnm s tia nl. de S t e r c u l i a c e a e . In t vaderiana aei
S a s 5 sinds oude tijden als genotmiddel zeer m eere,
S men heeft daarom beproefd, h aa r ook in Europa mgang
t E “ en vinden. De kola lev e rt sle chts zeer weimg th eo b ro mine
doch veel caffeine (ruim 2%). De smaak is by lange na
n ie t ’zoo aangenaam als van cacao, en er is eigenlyk geen
reden aan d it product andere werkingen toe te schnjven
d fn aan de reeds bekende genotmiddelen dezer g ro ep : koffle
i e e en chocolade, eigen zijn. In h e t Koloniaal Museum i
eene verzameling betreffende kola, m e t de d a a ru it bereide
praeparaten, aanwezig. Op J a v a is in ’s lands
te Buitenzorg de kolaboom proefsgewyze aangeplant. H
verbru k is gering gebleven, al le e st men van kolatablet-
S i ' ! k o l a w | n ” , „kolatine” , enz. in de couranten nog zooveel
wonderen.
M Bii de literatuur-opgave is BOg te vermeldexi dat in de Annales de
I’ln s titu Colonial de Marseille. (1893) een a r tile l voorkomt over Kola,
1 “ Su r les Z « / « A f r i c a i n s an p o in t de vue to ta n jq u e , ckfrnrque
physiologique, thérapeutique, hromatologique, e t pharmacologique, pai
professeur E d u a r d H e c k e l .
V A N I E L J E .
B e s c h r i j T i n g .
De vanielje (afgeleid van h e t spaansch vainilla, verklein-
woord van vaina, scheede, hauw) is de v ru ch t van een
overblijvende Orchidee, de V a n i l l a p l a n i f o l i a , die in de
oorspronkelijke wouden van Mexico te hu is behoort en sinds
lang zoowel in genoemd land als in andere tropische s tr e ken
gekweekt wordt. Als pseudo-parasitische klimplant, m e t
vleezige stengels en bladeren, groene, reuklooze bloemen, hecht
zij zich w aa r zij m a a r k an en voedt zich mede door luchtworteis.
In kassen la a t zich ook ten onzent de vanielje-plant gemakkelijk
kw e ek en ; in F ran k rijk wil men dat zelfs in ’t groot
doen en heeft men van één potplant soms 100 stokjes per
ja a r verkregen.
Er zijn th a n s 50 soorten van het geslacht V a n i l l a behend,
vele, zijn beschreven in ’t kostbare p la atw e rk „Flora
Brasiliensis” (III, 4). Van p rak tisch e beteekenis is bijna
uits lu ite n d de genoemde soort V. p l a n i f o l i a A n d r.
De v ru ch t van V. a r o m a t i c a Sw. gelijkt op deze. doch
is reukloos en d raag t de soort dus een onjulsten naam. Sommige
wilde West-Indische soorten leveren soms meer naar
heliotroop riekende vruchten, die als „Bacove-vanielje, Va-
nillon’s, P ompona’s ” wel in de parfumerie geb ru ik t worden.
In den O.-I. Archipel komen ook wilde vanielje-soorten
voor, m a ar deze leveren geen bruikbaa r product. Op Borneo
vond Teijsmann vruchtdragende planten, welk feit opmer"
k in g verdient in verband m e t hetgeen wij h ie rn a over de
b ev ru ch tin g moeten aanteekenen.
Versehe vanielje heeft de dikte van een pink, is nagenoeg
3