
heel Java van beteekenis, en als de inlander er de olie
uit slaat, heeft hij afzet van de koeken (boengkil), die voor
allerlei culturen als mest begeerd worden. Droge gronden
komen meer dan de sawah’s in aanmerking voor bemesting.
Wel kan men mandjes met mest in de waterleidingen
plaatsen en hierdoor de vruchtbaar makende kracht van
het bevloeiingswater versterken, Te bedenken is echter dat
stalmest voor een bevloeid terrein (onder water dus) gebruikt,
veranderingen ondergaat, die de voordeelen dezer
stof in zeer ongunstigen zin wijzigen kunnen.
Hygiene ’). Men verdenkt de n a tte rijstcultuur van schadelijken
invloed op de volksgezondheid, in dien zin, dat zij
bijdraagt tot de verspreiding van moeraskoorts (malaria).
De malaria wordt veroorzaakt door een ziektekiem, een
parasiet, welke to t huisvesting en vermenigvuldiging afwisselend
het lichaam van den mensch en dat van den ano-
pheles-muskiet noodig heeft.
Het ligt voor de hand, dat aangelegde moerassen, zooals
natte rijstvelden, broedplaatsen kunnen worden voor anophe-
les-muskieten. Nu is het merkwaardig, dat althans op Java,
als regel anopheles-broedplaatsen niet worden gevonden op
rijstvelden, van het oogenblik af dat zij in bewerking
genomen, onder water worden gezet en gelaten ; d. i. dus
ook tijdens den groei van het gewas. In de kweekbeddingen
van waaruit de zaailingen in de gereed gemaakte velden
worden overgeplant, vindt men ze evenwel vrij constant.
Doch vooral na den oogst komen zij veelvuldig voor,
nadat het vee in het veld is gejaagd, om de stoppels
a f te weiden. In dien tijd treden dan ook de meeste
koortsen onder de bevolking op; de inlanders schrijven
1) Dit artikel is geschreven door den heer Dr. W. T. de Vogel.
deze koortsen toe aan de jonge rijst, waarmee zij zich
dan voeden.
Eene verklaring dezer verschijnselen is te vinden in de
omstandigheid, dat de aanwezigheid van kleine visch
de natte rijstvelden rein houdt van muskietenlarven.
Wanneer de velden blank staan is deze kleine visch
in staat, zelfs tusschen de uitgestoelde halmen door te
zwemmen om haar prooi op te sporen. In de kweekbeddingen
daarentegen kunnen de muskietenlarven in alle
veiligheid tieren, daar de zaailingen zoo dicht op elkaar
staan, dat ook de kleinste visch niet in staa t is, zich er
tusschen te bewegen.
De kweekbeddingen beslaan slechts een klein oppervlak.
Het zou daarom practisch niet onmogelijk zijn deze broedplaatsen
op te ruimen door aan het water der beddingen
larvendoodende middelen toe te voegen. Teer en petroleum,
die de plant zelf zouden kunnen schaden, komen daarvoor
niet in aanmerking. Men zou plantaardige insectendoodende
middelen moeten toepassen, of een proef kunnen nemen
o. a. met kalk of kopersulfaat.
Tijdens en na den oogst wordt de wateraanvoer u it de lei-
dingen naar de rijstvelden afgesloten, door de aanvoeropenin-
gen af te dämmen. Deze dämmen sluiten de visch volkomen
buiten, zij geven echter een onvolkomen afsluiting voor
water. Dit blijft min of meer door den dam heensiepelen
en houdt den grond van het geoogste rijstveld drassig.
Hier en daar ontstaan kleine geisoleerde plasjes, het vee
tra p t tallooze gaten in den weeken bodem, waaruit water
opwelt, en een menigte broedplaatsen ontstaan, die de
volksgezondheid schaden. Een volkomen afsluiting van den
watertoevoer, en waar zulks niet mogelijk is, een kleine
afvoergeul door het terrein, zijn maatregelen, welke den
toestand veel verbeteren kunnen.