
life !
■■i
voering der tabaksteelt, voorbeeldig gebleken, niet aile land-
schappen en gronden dier ku st mögen voor de teelt en de
vestiging van ondernemingen even geschikt of zelfs geschikt
heeten. Onder de vlag „Deli” is heel wat valsche m unt in
omloop gebracht. Menige onderneming is opgezet, die slechts
wrange vruchten afwierp en maar al te veel en te dikwijls
heeft het te r zake onkundig publiek zich door schoone voor-
spiegelingen to t deelneming laten verlokken, waar men beter
had gedaan zich te voren wat ernstiger te doen voorlichten.
En zoo ook verleiden hooge dividenden velen to t het offeren
van inkoopsprijzen van aandeelen, welke met de intrinsieke
waarden inderdaad weinig rekening houden. W a a r de speculatie
en winzucht aan het woord zijn, blijft gevaar dreigen.
De beste tabaksondernemingen in Deli verliezen haar waarde
zoodra er van tabaksteelt geen sprake meer kan zijn. De
exploitatie der maagdelijke gronden bleef eenzijdig, alleen op
tabak gericht, al beproefde men wel eens ook andere cultures.
Dat deze niet slaagden, kan zeker voor een deel geweten
worden aan bodem en klimaat, meer nog aan economische
toestanden; maar onmiskenbaar is, dat al die andere beproefde
cultures moeielijk de ambitie der planters konden wekken en
gaande honden, waar zelfs haar beste uitkomsten financieel
verre beneden de beloften der tabak blijven moesten.
Wij hadden reeds gelegenheid er op te wijzen. De overvloed
van maagdelijke gronden drong niet dadelijk en al
voortgaande, to t zuinigheid en zorgen voor de toekomst. Gelukkig,
dat de quaestie der herwouding als uitgestreden nu
mag heeten en ook het wetenschappelijk onderzoek to t zijn
recht belooft te komen.
De schaarschte van bevolking belette zeer zeker de schep-
ping van landerijen met vaste opgezetenen en akkers, w aa rvan
door wisseling van vruchten een permanent gebruik g e maakt
kon worden, zoowel te r verhooging van de grondwaarde
en de plaatselijke welvaart als tot sparing van bosschen en
maagdelijke gronden. Niettemin had er meer gedaan kunnen
worden tot den aanleg van rijke erven met vruchtboomen.
De Maleische en Bataksclie krachten, op zich zelve reeds onvoldoende
en daarenboven weinig genegen to t gestadigen
zwaren arheid, werden al spoedig, zooals wij aanteekenden,
vervangen of aangevuld door Chineezen van buiten. Ook
Klingaleezen, Baweanners en Javanen vonden arbeid en heeft
men laatstgenoemden te lang miskend als minder bekwaam
en krachtig, zij mögen het opgeven tegenover de Chineezen,
zij worden toch ook meer en meer gewaardeerd, en van hen
juist mag en moet men voor de toekomst veel verwachten
zoodra zij zich in genoegzaam aantal hebben kunnen vereenigen
onder eigen hoofden en men er meer en meer toe komen
zal, geschikte gezinnen u it de overbevolkte gewesten van Java
te doen vestigen.
Hoe beknopt onze schets ook moge zijn, zij heeft i n ’t licht
kunnen stellen, dat de Oostkust van Sumatra binnen weinige
jaren, dank zij de samenwerking van particulière en bestuurs-
krachten, tot een ontwikkeling is gebracht, waarvan de eerste
ondernemers zelven zich zeker geen voorstelling maakten.
Maar, veel, zeer veel blijft er over te doen, zal niet eenmaal,
als door onvoorziene omstandigheden de tabakscultuur aan
haar nu overwegende beteekenis mocht verliezen, het gansche
land weder even snel achteruitgaan als h et zich ontwikkelde.
Door gestadige uitbreiding en verbetering van gemeenschapsmiddelen,
zoo te water als te land, en door het streven naar
heerschappij over het water, ook ten behoeve van irrigatie,
kan de toekomst gewaarborgd blijven, zelfs wanneer — welk
uitzicht nog verre ligt intusschen — de Deli tabak ergens
elders een overmachtige mededingster gevonden mocht hebben.
De gronden van Sumatra’s 0 . K. zijn volstrekt niet supérieur
aan die op Java en andere eilanden. De reputatie der tabak
is te danken aan samenwerkende krachten en invloeden. Het
streven zij en blijve, deze inta ct te laten en waar reeds noodig,
te herstellen. Overvloed en overdrijving blijven overal en in
alles bedriegelijke en gevaarlijke momenten. W a a r men zijn