
' M i í h í
Yi H *! iüí
:'ri ! Jí YÍr
¿ f e felá
-fe ¡ é p
T' ' ■' |i“'ï
■life' ■'.-.. (kfe
fe' -í■iriY
78
der plant-groeven of rijen, opdat er tijdens den Westmoeson
geen overlast van water worde ondervonden.
Algemeen gebruikelijk is daarbij het aanaarden van het
riet, dat, niet onvoorwaardelijk noodig, meestal overdreven
wordt en waarlijk niet beletten kan of zal, dat het rie t gaat
legeren, indien het te hoog pn zwaar opseliiet en zijn wortels
niet diep in den bodem doordringen konden.
Aangezien de stekken na den Westmoeson worden uitgelegd,
kan het bij feile droogte geboden zijn ze te begieten.
Ook dit begieten of besproeien (irrigeeren) wordt dikwijls
overdreven en zal dan kwalijk het flink diep wortelen der
planten bevorderen. Op goede en diep bewerkte gronden kan
het jong gewas heel wat droogte doorstaan en verdient kwistig
toevoeren van w ater geen aanbeveling.
Rietaanplantingen vorderen gestadige bewaking, tegen beschadiging
door wilde dieren en het dorpsvee, tegen sterke
winden, brandgevaar en diefstal. Het rie t sta at in de lage
landen 10—12, in de hoogere streken veel langer te velde,
vóórdat het zijn vollen wasdom bereikt. Het is van hoog b e lang,
dat de voor zijn teelt bestemde gronden tijdig bewerkt
worden en hiervoor dus beschikbaar komen.
In de gouvernements-landen moeten de gronden, op enkele
uitzonderingen na, door de fabrikanten van de bevolking ge-
huurd worden. De h u u r en verhuur zijn aan een verordemng
gebonden; partijen zijn dus niet geheel vrij en hierin ligt een
bezwaar, dat voor vele belanghebbenden tot een grief werd.
Konden deze vele ja ren achtereen over gronden beschikken,
zij zouden er belang bij hebben het noodige en mogelijke te r
hunner verbetering te verrichten, o.m. zouden een rationeele
vruchtopvolging en doelmatige bemesting in toepassing kunnen
komen en zou men ontlast worden van de nu jaarlijks
keerende zorgen voor tijdige inhuring.
Het wilde mij altijd voorkomen, dat, terwijl het cu ltu u rstelsel
ju is t niet ernstig bedacht bleef op de eerbiediging van
de individueele vrijheid en de bezittingen der inlandsche bevolking,
de wetgever tegenover de vrije nijverheid zijn zorgen
wel w at ver drijft, in de meening, althans met de bedoeling, de
belangen van partijen daardoor te bevorderen. Zeer zeker zijn
door de z.g. gestadige vaderlijke zorgen van het Gouvernement
voor den inlander, de kansen van zelfstandige ontwikkeling
niet groot geweest, en is daarbij niet overwogen, dat men ook
door schade en schände wijs of verständig leert worden. H e tis
intusschen hier de plaats niet, over de mogelijke en wensche-
lijke veranderingen in de vigeerende verordening te spreken.
Niet onbesproken mag hier daarentegen de z,g. „tweede
snit” (ratoen, paparan) blijven. Als men het rijpe riet niet
u itg ra aft maar boven den grond kapt, kan zich u it de in den
grond blijvende wortels (dongkëlan) een nieuw gewas ontwikkelen,
en ZOO is men in sta a t een 2en snit te winnen, ja,
zelfs jaren achtereen van ’t zelfde veld te oogsten. Verlangt
men echter ook dan nog goede oogsten, dan mag men den
bodem en ’t plantsoen de noodige verzorging niet onthouden.
Nadat het riet gesneden (gekapt) is, verbrandt men de op
het veld verspreide droge bladeren (dadoek), w erkt daarna
den bodem flink om en voert naa r behoefte mest aan, die
met de asch der bladeren in de bouwkruin wordt gemengd.
Voor beschadiging der wortels behoeft men niet ängstig te
vreezen; de wortels van het riet vormen op zekere diepte een
dicht net, en de beleediging daarvan tusschen de plantrijen,
zal het weder uitbotten der hoofdwortels of stronken niet
schaden. Het behoeft nauwelijks gezegd, dat het ontwikkelend
plantsoen verder dezelfde zorgen vraagt als de oorspronkelijke
aanplant. Zelfs op Java zijn enkele voorbeelden, dat men to t
20 snitten van een tu in won en tweede plantsoenen hebben
we waargenomen, die van de beste oorspronkelijke niet te
onderscheiden waren. Natuurlijk zullen enkele plantstoelen de
uitbotting schuldig kunnen blijven en heeft men daarvoor dan
in te boeten (soelaman, van njoelan, d.i. iets nieuws tusschen
iets ouds inwerken).
Aanhouding van 2en snit behoorde intusschen op Java tot