
J 'iîi
Û li
voer van riet in den molen, gaven er aanleiding toe. Die de
aanbeveling niet te r harte namen, zouden hunne aanspraken
op bestuurshulp verbeuren. Sommige fabrikanten voerden de
z. g. ketting-tafel in en roemden de daaraan verbonden voordeelen,
zoowel door besparing van handenarbeid als door
verminderd gevaar en een regelmatiger aan- en doorvoer
van het riet.
Laat ons hier te r loops aanteekenen, dat een zuivere, zoo
volledig mogelijke persing, zeer afhankelijk is van een
regelmatig persen, met flinke, constante kracht, liefst vier
atmospheren druk, zoodat machinisten en stokers daarop
voortdurend te letten hebben. Bij onregelmatig persen met
onvoldoende kracht, hoopt zich het gekneusd riet allicht
boven den ampas-stooter op, wordt er niet meer volkomen
geplet en vloeien de sappen in verkeerde richting. De u it
den molen tredende ampas moet droog, niet vochtig, voelen.
Met de verbetering der persen (men heeft zelfs molens met
vijf, ja zes, in stede van drie cylinders ingevoerd) werd ook de
behoefte aan betere drijfkracht (motoren) gevoeld en vond
daarvoor het water meer en meer toepassing, overal waar
dit beschikbaar was en zonder strijd met de belangen van
den inlandschen landbouw afgeleid heette te kunnen worden.
In 4836 kwam de eerste stoommachine in werking. Heden
te lt men er in de fabrieken reeds meer dan 1000. Met de
invoering dier eerste machine, ging de installatie van een
luchtledige pan (vacuum-pan) gepaard. Het was de fabrikant
Etty, in Probolingo, die het voorbeeld van deze ver-rijkende
verbetering gaf, waarbij hij door de regeering met f 20.000
voorschot gesteund werd. Een paar ja ren later volgden vier
fabrieken en in 1856 hadden 54 van de 95 in contract met
het gouvernement werkende ondernemingen zich van vacuum-
pannen voorzien, die men heden in geen enkele fabriek van
beteekenis meer mist.
Grooter schrede voorwaarts was nog de invoering, omstreeks
1872, van de uitdampingstoestellen met dubbele
werking, de z g appareils à double, la ter ook à triple en zelfs
à quadruple en quintuple effet. Den fabrikant Baron Sloet
van Oldruitenborg, in Madioen, de eere van dat initiatief.
Heden kan men zich een goede fabriek ook al weer moeielijk
zonder die installatie voorstellen. Niet alleen spaart ze veel
ruimte, tijd en brandstof, waarborgt ze meer orde en reinheid,
maar verzekert ze bovendien, door minder blootstelling
aan lucht en door lagere temperatuur bij de verkoking, door ont.
trekking dus van de gedefeceerde sappen aan de onderscheiden
schadelijke invloeden, waaraan ze bij het verkoken to t tjing
in de open pannen (batterijen) blootstaan, minder verliezen.
In 1853 voerde de Heer van Bolder, in zijn fabriek Waroe
in Soerabaja, de centrifuges of turbines in. Twee ja ren later
hadden 15 tabrikanten zijn voorbeeld reeds gevolgd en heden
mist men ze bij uitzondering. Zij veroorloven alweder een
aanzienlijke besparing van ruimte, terwijl ze, bovendien, een
sneller en vollediger afwerking van het product verzekeren-
Langen tijd meenden fabrikanten, dat er in den handel een
vooroordeel tegen gecentrifugeerde suiker bestond, omdat
deze zich minder goed heette te conserveeren. Het kan zijn,
dat het centrifugeeren aanvankelijk te wenschen overliet^
maar ’t vooroordeel is lang overwonnen en ook de centrifuges
ondergaan nog steeds verbeteringen, zooals men het centrifugeeren
ook meer en meer volmaakte, o. m. door ’t laten
inwerken van stoom of water, of een slappe suikersolutie op
de vulmassa, waardoor een volkomener ontstrooping bevorderd
wordt en men suiker levert, zoo wit, hard en glanzig als
raffinade * ).
1) Voor den fijnen keurder is dit beweren wellicht wat kras.
Werden de sappen toch niet geklaard door beenzwart-filters, dan
behouden de suikers altijd een zekere tint, die bij toepassing van
de gewone werkwijze, in ’t grijze, en bij die van carbonatatie, in
’t lichtgeele loopt. Ongeraffmeerde, witte bietsuiker is, op het
oog, dikwerf niet te onderscheiden van geraffmeerd en komt dan