
te
f■e<'ir
y
f f
i l .
5 2
slagen uit het water, dat de velden bedekte; men treft ze,
zij het van anderen oorsprong, ook in ' de hoogere bergstreken
aan, en noemt ze dan tjadas of wadas. Wordt die
tjadas niet doorgebroken, dan kwijnen de koffle, kina,
thee enz. De invloed van diepe grondbewerking is dus
vaak heilzaam, doch algemeene regels zijn niet te stellen.
Vooral in de nabijheid der zeekust kan het diep bewerken,
mengen van ziltigen ondergrond met de kruinaarde, schadelijk
zijn.
De massa’s slib, die jaar in ja ar u it op vele plaatsen
van Java’s noordkust zijn afgezet, had men voor een deel
kunnen sparen, ware men niet gewoon de rijstvelden
gemakshalve te beploegen na overmatige bevloeiing.
De ambtenaren bij het Binnenlandsch Bestuur zijn dus
entlast van het n e m e n van cultuurproeven. Dat was noodig,
nadat de proeven onder deskundige centrale leiding gebracht
waren. Die er mede belast is weet nu, dat hij te
Buitenzorg op voorlichting en onderzoek rekenen kan. Heun
is een taak toevertrouwd, waaraan hij zich geheel kan wijden
zonder gevaar te loopen, de bevolking te ontstemmen.
Aan de orde zijn gebleven: grondbewerking, zaaien in
rijen, ijl, rechtop en getopt planten, zorgen voor goed zaad
e. a.m. De „demonstratie-velden” zijn niet alleen voor de
rijstteelt; zij hebben ten doel de bevolking tot waarneming
en vergelijking te brengen; verschillende cultures worden
er op beproefd, die te r plaatse ingevoerd of verbeterd
kunnen worden. Voorts komt de regeering financieel,
en door zaad-verstrekking, te hulp, als de bevolking zieh
toelegt op de teelt van katoen, suikerriet, thee e. a. m. Zij
tracht voorts in streken, waar het verpanden van velden
en klapperboomen een euvel werd, door voorschotten het
volk u it geldnood te redden. Op allerlei wijzen wordt
voorts gestreefd naar bevordering van bedrijven. Ook wordt
gedacht aan invoering van betere landbouwwerktuigen.
Een goede maatregel is gebleken het weder vestigen van
dessa-loemboengs, waarin men een deel van den oogst oplegt,
en die zelfs het karakter van crediet-instellingen verwierven.
Daardoor leert de landbouwer sparen, en blijft hij uit
handen van woekeraars. Hiervoor dienen ook de landbouw-
credietbanken, welke door de regeering gesteund worden,
en de landbouwers en nijveren in de gelegenheid stellen
op redelijke voorwaarden voorschotten te ontvangen. Gerust
mag men verklären, dat Indië nooit te voren een werkzaamheid
ten bate van hare bedrijvige bevolking heeft
beleefd, als nu sinds eenige jaren dankbaar te erkennen
valt.
Door het water te misbruiken, heeft men steeds veel
voedingsmateriaal verloren doen gaan.
Rijst moge op Java de hoofdcultuur, de vrucht van
Dewi Sri, de Javaansche Ceres, zijn, zij sluit de behoefte
aan andere producten, zoo voor voeding en huishouding
als voor handel en nijverheid, niet uit. Deze alle worden
door den Javaan onder den naam polowidjo begrepen.
Polowidjo heet, administratief, elk product dat als tweede
gewas in één ja a r van een veld gewonnen wordt. Eigenlijk
beteekent het zaad vruchten; de naam wordt op alle
veldvruchten met uitzondering van en in tegenstelling met
rijst toegepast — hetzij ze als eerste of als tweede aanplant
voofkomen.
Op sawah’s is de polowidjo meestal tweede gewas, —
op droge gronden daarentegen doorgaans eerste gewas. In
sommige streken van Java teelt men ook padi gadoe, d. i.
dadelijk na een padi-oogst weder padi, een voor den bodem
schadelijk gebruik.
Onder de voornaamste producten welke als polowidjo
geteeld worden, mögen hier o. a. genoemd worden : djagong
(maïs), in de Molukken miloe genoemd, en in Oost