
1 ’ ’fei!
fU.
gebrachte partijen u it de Molukken, waren overigens van een
zeer gewaardeerde hoedanigheid ‘ ).
De aan het slot dezer gevoegde tabellen A, B en C geven
een overzicht van de beteekenis van den tabakshandol in
Nederland, ook in betrekking to t de vreemde soorten, d.w.z.
de van buiten Nederlandsch Indië aangevoerde partijen. Met
nadruk moge hier worden herhaald, dat de groote en wel-
verdiende reputatie van onze markt, bevorderd en verzekerd
kon worden door de buitengewone werkkracbt en vakkennis
van onze bij den handel betrokken makelaars.
De cultuur en de bereiding in JV. O.-I.
De oudste Javanen weten omtrent den oorsprong of den
aanvang der tabaks-cultuur weinig of niets te zeggen. Ze was
reeds inheemsch toen de Europeanen er zich mede begonnen
') Volgens de jongste officieele verslagen werken op Sumatra’s Westkust
(Painan) eene, met 225 bouws; in Palembang, een dozijn, inet ± 7 9 0 0 0
bouws) op Borneo (Amoenthay) eene, met 7467 bouws en in Menado eene
met 561 bonws, tabaksondernemingen op gronden in erfpacht. Volledig en
volkomen zijn deze opgaven zeker niet. Onlangs is nog tot stand gekomen
de in de Zuider en Ooster afdeeling van Borneo werkende naamlooze Ven-
nootsctaj) Kiiiaroen.
Door onbekendheid met de grenzen der overstrooming van de rivieren,
waaraan de in Britscb-Borneo voor de tabaksteelt gekozen gronden gelegen
zijn, hebben hier vele ondernemingen zware teleleurstellingen ervaren. Ook
mislukten stellig eenige ondernemingen door fouteu bij de oprichting, de
ongezondbeid der streek en de, ook hierdoor, ondervonden moeielijkheden
met peroneel. Waar men deze moeielijkheden bet hoofd kan bieden, belooft
de tabaksteelt op Borneo zeker een goede toekomst. Deskundige beoordeelaars
gaven de verzekering, dat de goed behandelde tabak even mooi en fijn is als
die van Deli e a , doch dat ze meer geur beeft en scherper van smaak is.
Ook de tabak van Borneo, zelfs uit het Britsch gedeelte, komt in Nederland
ter markt,
(De bouw — 7096,49 □ Meter).
te bemoeien. R u m p h iu s zegt in zijn Herbarium Amboinense
Deel V blz. 225 (anno 1750):
»Van tabak vald niet veel meer te schrijven, nadat er ge-
»heele boekjes van dit kruyd gemaakt z ijn ; ik zal alleenlijk
»eenige bedenkingen en experimenten daar bij voegen, die ik
»in Indien verkregen hebbe. Ik zegge dan vooreerst, dat de
»plante van den Oost-Indischen tabak een weinig verschild
»van de A m e r ik a a n s c h e ...... want de 0 . I. werd zoo hoog
»niet van struyk noch zoo breed van bladeren, maar die val-
»len doorgaans smaller en spitzer, behalve aan die struyken,
»die men kapoent, daar aan ze wel drie vingers breeder
» v a l le n .... Ten tweeden ben ik nog niet vast van gevoelen,
»of bet in O. 1. een vreemd of inlandsch kruyd zij. Immers
»men vindt het op plaatzen, d a a r nooit Castiliaan of Portu-
»gees gewoond heeft, schier in alle eylanden of provintien
»van 0 . I. Ja, die met schipper M a r t e n G e r r it z e n d e V r ie z e ,
»de vermaarde rijzen achter Japan gedaan hebben, bevonden
»dat de wilde ta rtaren op ’t land Eso of Jedso woonende, ’t
»welk men sustineert aan ’t noordelijkst deel van Tartarian
»vast te zijn, ook tabak rookten.
»Ik hebbe van oude Javanen verstaan, die dit weder van
»haar ouders gehoord hadden, dat de tabaksplante op Java
»wel zij bekend geweest, eer men aldaar van Portugeezen
»wiste, dat is voor ’t ja a r Christi 1496, dog geenzints tot
»rooken, maar alleenlijk tot medicijn gebruykelijk; werdende
»eenstemmig van de indianen bekend, dat ze bet rooken van
»de Europianen geleerd hebben. Hier tegen strijd eenigzints
»dat men schier door geheel Indien geen andere namen vind
»van dit kruyd dan tabaco of tambaco, daar men zeggen
»zoude, dat het in ieder provintie een inlandsche naam behoorde
»te hebben zoo ’t aldaar natureel was, waarvan de reden
»nog te onderzoeken staat. In Ternaten werd de tabak heden-
»daags (d. i. 1690) geoeffend schier op dezelfde manier als
»in West-Indien, eerstelijk een bed bezayende, en daarna de
»plantjes in vooren verplantende, gelijk men de kool doed; de