
De toeleg vau den ondernemer moet hier en elders steeds
zijn, zich zooveel mogelijk onafhankelijk van wisselvallige
kansen te maken.
Dij de schatting of berekening van een riet-oogst, spreekt
men van aantal pikols per bouw aanplant. De opbrengstcijfers
loopen zeer uiteen. E r is reeds aan herinnerd, dat de productie
in geen geval in rechte rede sta a t tot het aantal
uitgeplante stekken, en al evenmin het suiker-rendement
van de hoeveelheid riet alleen afhankelijk is. Een goed
geslaagde bouw riet levert een duizendtal pikols grondstof.
Men blijft daar soms honderde beneden zooals men er ook
honderde meer wel ' wint. In het eerste geval kan er van
gedeeltelijke mislukking, van een schrale oogst, sprake zijn.
In het tweede, heeft men niet altijd reden of recht to t
roemen. Duiten de weêrsgesteldheid en den aard der gronden
en stekken, oefenen de bewerking van het veld, zijn onderhoud
en bemesting, ontegenzeggelijk grooten invloed op de
riet-productie, — in quantiteit en qualiteit beide.
Een enkel woord vereischen nog de helaas ! niet zeldzaam
voorkomende rietbranden. Het rijpe riet is in een hardnekkig
drogen tijd, door zijn verdorde bladeren zeer licht ontvlam-
baar. Meermalen werden er moedwillige brandstichtingen
geconstateerd en, hebben we de vermoedelijke redenen daarvan
hier niet te bespreken, getuigd dient te worden, dat
strenge waakzaamheid en voorzorgen de branden wel beperken
maar geenszins geheel voorkomen kunnen. In die
streken waar de kwaal soms chronisch of endemisch scheen,
nam men, niet zonder eenig succès, de toevlucht to t het
tijdig kappen van z.g. brandwegen. Zoodra een rietveld
gerijpt is, kapt men op geregelde afstanden strooken riet,
— die dan 't eerst vermalen worden — ten einde bij even-
tueelen brand het voortwoeden en dadelijk overslaan daarvan
over ’t geheele veld, te voorkomen. Ook met het oog op
zulke branden, dient de ondernemer bij tijds in overweging
te nemen, of hij niet wel zou doen zijn aanplant te trassen.
VIL De S uik e rbe r e iding .
De suikerfabrikant zal, ’t zij hij suikerriet of beetwortelen
verwerkt, rekening dienen te houden met de samenstelling
van zijn grondstof, zoowel als met de in § II beschreven
eigenschappen der suiker. Hij begint met het uitpersen of
uittrekken der grondstof. Een twintigtal ja ren geleden b e paalde
men zich nog uitsluitend tot het persen. Robert voerde
toen het diffusie-stelsel in, dat heden bij de beetwortelsuiker-
fabricage vrij algemeen, bij de rietsuikerfabricage, althans op
Java, nog bij uitzondering in toepassing is gekomen.
P erst men de bieten of het riet, d a n ,worden alle cellen
gekneusd en treedt de inhoud in zijn natuurlijken toestand
m a r buiten. Die inhoud vertegenwoordigt nevens suiker als
eerste bestanddeel, onderscheiden zelfstandigheden, w.o. eiwitstoffen,
anorganische en organische zouten (in rietsap niet
veel) en glucose (in bietsappen weinig of niet), welke de afscheiding
van al de suiker in gekristalliseerden staat, belemmeren
en de inversie van saccharose daarentegen bevorderen
kunnen.
Het diffusie-stelsel berust op de osmotische kracht van de
cel wanden, die, als de grondstof aan heet water wordt bloot-•
gesteld, de kristalloiden, w.o. in de eerste plaats de suiker,
uit den celinhoud doorlaten (exosmose) maar de colloïden-
oplosbare maar niet kristalliseerbare stoffen, als het eiwit, de
pectine enz., — terughouden.
Om aan de diffusie onderworpen te kunnen worden, moeten
de bieten of het riet een verdeeling ondergaan. Door doelmatige
werktuigen snijdt men de bieten in reepen of linten,
het riet in dunne schijfjes. Alleen de doorgesneden cellen geven
nu haar inhoud in zijn natuurlijken toestand, en verklaarbaar
is dus, dat het door de diffusie gewonnen sap, een zuiverder
suikeroplossing dan het door persing verkregene moet vertegenwoordigen.
Pulpe noemt men de geperste of gediffundeerde biet ; am