
ite
r , -■>
I fe
fete;
:lfe
ee rst zag rooken door Engelsche en Fransche medestudenten.
Zooals wij reeds aanteekenden begon men niet lang daarna
zich in Nederland reeds op de te elt van tabak toe te leggen.
Uit den tijd der Scythen on Kelten zijn voorwerpen gevonden,
die men voor rookpijpen houdt en is daaruit afgeleid,
dat het rooken van gedroogde kruiden lang voor de ontdek-
king van Amerika ook reeds bij andere volken bekend moet
zijn geweest. Ook van het pruimen en snuiven van plantenstoffen
zijn voorbeelden aangehaald, maar of die to t de tabak
soorten behooren, mag betwijfeld worden.
De Indianen beweren het kruid van de groote geesten u it
de Zon te hebben ontvangen. Daarom zien zij er iets heiligs
in en gaat bij hunne samenkomsten de vredespijp rond. Bij
storm blazen ze den rook naar de Zon, als dankoffer voor de
hun in bet kruid bewezen weldaad, en tabak wordt dan in
zee geworpen.
Ter verklaring van den oorsprong van het rooken vermoedt
men, dat de tabak aanvankelijk wel werd gebruikt als brandstof,
te r bereiding van spijzen of tot wering der insecten of
onaangename geuren en dat de Indianen daardoor met bare
opwekkende eigenschappen vertrouwd werden. Het kauwen
kan allicht een gevolg zijn geweest van de beweerde geneeskracht
en ZOO kwam dan het pruimen in de wereld en is er
wellicht ook aanleiding to t bet snuiven gevonden. Mogelijk
ook is, dat het pruimen ’t eerst werd beproefd door de sehe
pelingen, daar men in het rooken aan boord der schepen gevaar
zag en men, nu eenmaal belust op prikkels, deze in onderscheiden
vormen, naar de omstandigheden tra ch tte te genieten.
Voorbeelden wekken en bij voorkeur schijnen dwaasheden
wel eens de beste kansen to t navolging te vinden. Het is en
blijft toch een opmerkelijk verschijnsel, dat de trek naar
rooken vooral, reeds in de jongens zit en deze zich trots ern stige
vermaningen en ernstig verbod, menige onaangename
ervaring getroosten om het door ouderen gegeven voorbeeld
na te volgen.
T i
•i-ri V:
W a l t e r R a l e ig h , koningin E l i s a b e t h ’s bekende gunsteling,
heeft, naar men beweert, het rooken in Europa ingevoerd.
In 1586 uit Amerika keerende, waar hem de stichting van
kolonien was opgedragen, bracbt hij tabak en pijpen mede
waarvan hij zelf reeds gaarne gebruik bleek te maken, dank
zij het hem door den kapitein R a l p h L a n e gegeven voorbeeld.
Men verhaalt, dat toen een zijner bedienden hem eens in rook
gehuld zag, deze zijn meester in brand dacht en met water
tra ch tte te blusschen.
R a l e ig h ’s vrienden werden gemakkelijk tot een p r o e f
overgehaald en bet rooken werd zoetjes aan voor velen een
tweede n atu u r, zonder rekening te houden met de betwistbare
Stelling o f het werkelijk n u t en genot verschaft.
Zeer zeker zijn Spaansche zeelieden niet lang vreemd gebleven
aan het voorbeeld to t rooken. Reeds vóór R a l e ig h , in
1576, verscheen in Antwerpen een werkje, Nova stirpium
adversaria, van de band van den kruidkundige Ma t t h ia s d e
L o b e l , waarin ook over het rooken gesproken wordt.
Door R a l e ig h of door zeelieden, die u it Amerika kwamen,
ingevoerd, werd het rooken door de legers, welke Europa
doorkruisten, gaandeweg alom bekend en verbreid.
Terwijl velen den lof der tabak zongen, veroordeelden anderen
haar in de donkerste kleuren en het gebruik van tabak
in welken vorm ook, hier aanbevolen en aangemoedigd, werd
ginds weder op de heftigste wijze bestreden en met de zwaarste
straffen bedreigd.
Niettemin is het einde geweest, dat de tabak zich recht
heeft weten te verschaffen. Men rookt, pruimt en snuift, waar
men er lust toe gevoelt, in hooge en lage kringen, onder de
meest beschaafde zcowel als onder de nog wilde volkeren.
Kunne noch leeftijd ontzien het gebruik, dat binnen grenzen
onschadelijk en soms wellicht nuttig, althans aantrekkelijk
kan zijn, maar dat, in misbruik ontaardend, zeer zeker geen
verdediging verdient, meermalen zelfs tot een ernstige. toxica-
tie leidt.
V ■!